Bijbelstudie over Maleachi 2:13-16

Het is de Heere die man en vrouw samenbrengt en door een verbond aan elkaar verbindt.
Leestijd: 7 minuten

Inleiding

Het boek Maleachi is het laatste Bijbelboek van het Oude Testament. De profeet Maleachi confronteert daarin Gods aardse volk Israël in niet mis te verstane bewoordingen met hun verkeerde geestelijke gezindheid. In de dagen van Maleachi is de eredienst een holle vorm geworden. Er is geen afgodendienst, er vindt nog steeds tempeldienst plaats, maar het is alleen de uiterlijke vorm. De innerlijke kracht is er uit verdwenen (vgl. 2 Timotheüs 3:5a). De misstanden waar Maleachi op wijst, zien we vandaag ook onder christenen. Er komen belangrijke geestelijke lessen uit dit boek op ons af.

We zien de ongevoeligheid van het volk voor de zegeningen die de HEERE hen gegeven heeft. We zien ook hun eigen ongerechtigheid ten opzichte van de HEERE – hun totale gebrek aan eerbied voor God; ja, zelfs hun verachting van de HEERE. Als het kwaad hun op de duidelijkste wijze wordt voorgehouden, spelen ze de vermoorde onschuld. Ze kunnen absoluut geen kwaad ontdekken in hun daden. Hun geweten is niet wakker te schudden.

Een van de misstanden waar Maleachi op wijst, is hoe zij met huwelijkstrouw omgaan. De reactie van het volk daarop is net als hun reactie op de andere misstanden: ze zijn het helemaal niet eens met wat God hun voorhoudt. Het komt er steeds op neer dat ze God vragen: hoe komt U erbij om ons dit verwijt te maken. En ook hier geeft God in Zijn grote geduld een niet mis te verstaan antwoord.

Krokodillentranen

De aanleiding voor wat Maleachi in opdracht van God over hun huwelijksontrouw zegt, zijn hun tranen. Maleachi zegt daarvan dat zij “het altaar van de HEERE bedekken met tranen, met geween en gekerm, omdat Hij Zich niet langer tot het graanoffer wendt en [dat] in welgevallen uit uw hand aanneemt” (Maleachi 2:13).

De tranen stromen. Het altaar van de HEERE wordt ermee bedekt. Dat lijkt heel vroom. Het lijkt alsof er een werk van Gods Geest in hen aan de gang is. Tranen zijn immers een bewijs van verdriet. De vraag is echter waarover zij verdriet hebben. Tranen die God graag ziet, zijn tranen van berouw over de gepleegde zonden. Maar hier is geen sprake van zulke tranen. Het zijn krokodillentranen, tranen van gehuicheld verdriet en gespeeld berouw. Het is geen droefheid in overeenstemming met God waardoor “een onberouwelijke bekering tot behoudenis” wordt bewerkt (2 Korinthiërs 7:10).

Ze huilen omdat ze zich niet door God aangenomen en gezegend voelen, in plaats van dat ze huilen vanwege hun zonden (vgl. Hosea 7:14). In plaats van bekering is het een protest tegen de moeilijkheden die ze ondervinden. Maar God kijkt niet naar een offer dat gebracht wordt door mensen die door blijven gaan met hun leven in de zonde. Hij neemt zo’n offer niet aan, want het is niet welgevallig voor Hem.

God is Getuige van elk huwelijk

Dan vraagt het volk naar het “waarom” van de afwijzing van hun offer. Het antwoord dat volgt, is een ongeëvenaard krachtig protest tegen het kwaad van echtscheiding: “Dan zegt u: Waarom? Omdat de HEERE Getuige is tussen u en de vrouw van uw jeugd, tegen wie ú trouweloos handelt, terwijl zíj toch uw metgezellin en de vrouw van uw verbond is” (Maleachi 2:14).

Echtscheiding is een zonde die machtig roept tot God. En dan nog durven zij te vragen waarom God hun offer niet aanneemt. Terwijl zij vreemde vrouwen in de armen sluiten, sturen ze hun eigen vrouwen weg. Zo diep kan een volk zinken dat zich van God en Zijn Woord afwendt!

God is Getuige van elk huwelijk, niet alleen bij de huwelijkssluiting, maar ook daarna (Genesis 31:49-50). Waar ook maar een huwelijksband tussen een man en een vrouw ontstaat, is het God Die dat doet, want Hij heeft het huwelijk ingesteld. Dat staat los van het feit of de man en de vrouw God in hun huwelijk betrekken. Het gaat om de instelling als zodanig. God wil die gehandhaafd zien. Vervolgens wil Hij zien dat zowel de man als de vrouw in trouw aan die band handelt. Ontrouw in het huwelijk is de grootste trouweloosheid die iemand kan tonen. Wie daarin ontrouw is, is op geen enkel ander gebied te vertrouwen.

God spreekt de man hier op ernstige wijze aan op zijn ontrouw. God was erbij toen de man met de vrouw van zijn jeugd trouwde. Nu moet Hij constateren dat de man trouweloos tegen haar handelt. Hij houdt de man voor dat de vrouw met wie hij is getrouwd, toch zijn “metgezellin” is! Vanaf de dag dat hij met haar is getrouwd, deelt hij tot de dag van zijn dood alles met haar: vreugde en verdriet, hoop en angsten, verlangens en gevaren, geld en goederen, lichaam en ziel (1 Korinthiërs 7:3-4; Mattheüs 19:4-6).

Zij is ook “de vrouw van uw verbond”. Het huwelijk is een verbond (Spreuken 2:17; Ezechiël 16:8). Echtgenoten beloven elkaar trouw, in goede en kwade tijden. Hoe afschuwelijk is het als de man ontrouw wordt; als hij zijn belofte van trouw verbreekt. Het geldt natuurlijk ook voor de vrouw, maar hier wordt de man aangesproken. Hij is hoofdverantwoordelijk voor de trouw in zijn huwelijk.

Hij heeft er maar één gemaakt

Maleachi wijst erop hoe God het huwelijk in het begin heeft gemaakt: Heeft Hij [er] niet maar één gemaakt, hoewel Hij [nog] geest overhad? En waarom die ene? Hij zocht een goddelijk nageslacht. Daarom, wees op uw hoede met uw geest, en handel niet trouweloos tegen de vrouw van uw jeugd” (Maleachi 2:15).

God heeft Zijn blauwdruk voor het huwelijk neergelegd in Genesis 1 en 2. Dat Hij er “maar één gemaakt” heeft, wil zeggen dat man en vrouw een eenheid zijn. Hij “schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” (Genesis 1:27; Mattheüs 19:4-6). Hij heeft één mensenpaar gemaakt dat Hij in de band van het huwelijk heeft samengebonden. Man en vrouw zijn samen de ene mens. Adam krijgt Eva als de ene vrouw die bij hem past. Met haar vormt hij een eenheid, met haar is hij “één vlees” (Genesis 2:24).

God had nog “geest” over, wat in dit verband wellicht betekent dat Hij meer vrouwen voor Adam had kunnen maken. Dat heeft Hij niet gedaan. Hij heeft Adam slechts één vrouw, Eva, gegeven en daarmee het patroon gegeven voor elk huwelijk. Waarom heeft Hij dat zo gedaan? Omdat Hij alleen binnen de heilige band van het huwelijk een door Hem gewenst “goddelijk nageslacht” kan vinden. Hierin ligt opgesloten dat het Gods bedoeling is dat kinderen worden geboren en opgevoed in de sfeer van liefde en trouw, die er tussen een man en een vrouw in het huwelijk is.

De mens heeft de levensgeest van God ingeblazen gekregen (Genesis 2:7). Daardoor is hij in staat dingen te beoordelen zoals God dat doet. Maar door de zonde is hij verduisterd in zijn denken en kan hij zijn geest niet behoeden. Hij wordt geleid door de overste van de wereld, de duivel, en handelt daardoor tegen alles wat God heeft ingesteld, in het bijzonder tegen het huwelijk.

Wees op uw hoede met uw geest

Ook wie nieuw leven, het leven van de wedergeboorte heeft, moet oppassen voor het denken van de wereld. Hij moet met zijn geest op zijn hoede zijn om niet meegesleept te worden in het ongoddelijke denken van de wereld over huwelijk en echtscheiding. Laat niemand die getrouwd is, trouweloos handelen tegen de vrouw met wie hij getrouwd is: “Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksleven onbezoedeld, want hoereerders en overspelers zal God oordelen” (Hebreeën 13:4).

Ieder die Gods gedachten verstaat, zal zijn vrouw trouw blijven. Hij zal geen vreemde vrouw trouwen om kinderen te verwekken die voor God zouden zijn. We zien in Nehemia 13 het resultaat van de gemengde huwelijken: Ook zag ik in die dagen Joden die Asdoditische, Ammonitische [en] Moabitische vrouwen [bij zich] hadden doen wonen. Hun kinderen spraken voor de helft Asdoditisch, en ze konden geen Judees spreken, maar [spraken] overeenkomstig de taal van elk volk” (Nehemia 13:23-24). Dit is wat verwacht moet worden van gemengde huwelijken. Hier is geen “goddelijk nageslacht” verwekt, hier zijn geen kinderen die God zoeken.

We zien hier ook hoezeer huwelijk, huwelijkstrouw, en kinderen bij elkaar horen. God heeft het huwelijk ingesteld om daardoor kinderen geboren te laten worden. We kunnen aan de hand van Genesis 1-2 zeggen dat de seksualiteit twee kenmerken heeft:
1. God wil de seksualiteit, de geslachtsgemeenschap, gebruiken voor de voortplanting, het krijgen van kinderen (Genesis 1:28).
2. God geeft seksualiteit ook om van elkaar te genieten, om de vreugde van de herkenning te beleven van de ander als iemand die bij je past (Genesis 2:23-25).
Bij ontrouw aan de vrouw van de jeugd worden beide doelstellingen vernietigd.

God haat de echtscheiding

“Want de HEERE, de God van Israël, zegt dat Hij het wegsturen [van de eigen] vrouw haat, hoewel men het geweld bedekt met zijn gewaad, zegt de HEERE van de legermachten. Wees dus op uw hoede met uw geest en handel niet trouweloos” (Maleachi 2:16).

Dit vers begint met het woord “want”. Dat geeft aan dat wat volgt, direct is verbonden aan het voorgaande. Daar heeft Maleachi Gods plan met het huwelijk getoond en hoe belangrijk het is daarin niet trouweloos te handelen. Dit trouweloze handelen vindt zijn hoogtepunt, of beter dieptepunt, in het wegsturen ofwel de echtscheiding. Voor God is echtscheiding niet slechts een verkeerde keus, het is een verwoesting van Zijn werk, een gewelddadige handeling die Hij verafschuwt.

Het bedekken met het gewaad wijst op de oude gewoonte waarbij een man zijn gewaad over een vrouw werpt om haar als vrouw te nemen en te beschermen (Ruth 3:9; Ezechiël 16:8). Maar zo gebruiken zij die hun vrouw wegsturen hun gewaad niet. Ze beschermen daarmee niet hun vrouwen, maar ze bedekken daarmee het geweld dat zij tegen hun vrouwen gebruiken. Echtscheiding is vaak vechtscheiding. Wie op echtscheiding aanstuurt, is vaak verhard in zijn natuurlijke gevoelens. Het geweld kan soms lichamelijk zijn, maar vooral ook geestelijk door gebruik van harde woorden die als dolksteken werken (Spreuken 12:18).

Christus en de gemeente

Wie niet dicht bij de Heer blijft, loopt de kans ontrouw te worden aan zijn eigen vrouw. Wie van de Heer vervreemdt, vervreemdt ook van zijn omgeving, het meest van zijn huisgenoten en het allermeest van zijn vrouw. In die vervreemding kan de aandrang om pornografische sites op internet te bekijken niet meer worden weerstaan. Zo gaat iemand steeds meer vreemd. Er worden contacten gelegd via sociale media. Ontmoetingen worden geregeld. Ten slotte is er geen weg meer terug en wordt de echtscheiding in gang gezet.

God haat de echtscheiding, omdat het Zijn bedoeling met het huwelijk kapotmaakt. Zijn bedoeling met het huwelijk is bovenal dat in elk huwelijk de eenheid tussen Christus en de gemeente zichtbaar wordt gemaakt (Efeziërs 5:31-32). Dat heeft God in gedachten als Hij man en vrouw schept en het huwelijk instelt als de legitieme sfeer waarbinnen de seksualiteit tot volle ontplooiing mag komen. Daarom wordt er in Efeziërs 5 verwezen naar de instelling van het huwelijk in Genesis 2 (Efeziërs 5:31; Genesis 2:24).

De Heere Jezus is duidelijk in Zijn onderwijs over echtscheiding (Mattheüs 19:3-9; 1 Korinthiërs 7:10). Echtscheiding of verstoten is een bijzonder kwalijke zaak. Wie zich van die onlosmakelijke band meent te kunnen ontdoen, en meent daardoor ook nog eens vrij te zijn om met een ander die onlosmakelijke band te kunnen aangaan, vergist zich zeer. Hij pleegt door het aangaan van een nieuw huwelijk overspel. Hetzelfde geldt voor iemand die met de verstoten vrouw trouwt, want deze verstoten vrouw is nog altijd onlosmakelijk aan haar man verbonden. Dat is zo, zolang hij leeft (Romeinen 7:2-3).

De uitzondering “niet om hoererij” (Mattheüs 19:9) betreft het geval van iemand die ondertrouwd is. Een voorbeeld daarvan hebben we bij Jozef en Maria. Terwijl zij ondertrouwd zijn, overweegt Jozef om Maria in het geheim te verstoten als hij merkt dat zij zwanger is (Mattheüs 1:18-19). Als iemand ondertrouwd is, is er wel een vaste verbinding, maar heeft de officiële huwelijkssluiting nog niet plaatsgevonden. In het geval van Jozef en Maria in hun status van ondertrouw, zou het verstoten geoorloofd geweest zijn. God neemt Jozef die overweging ook niet kwalijk, maar laat hem weten wat er werkelijk aan de hand is. Dan verstoot hij haar niet.


Gepubliceerd: 30-03-2023. Geschreven door Ger de Koning. Hij is Bijbelleraar en schrijver van Bijbelcommentaren. Zie hiervoor de website www.kingcomments.com.

Ook interessant

Podcast 3: De man als hoofd

Gods woord zegt dat man en vrouw gelijkwaardig zijn. Ze zijn echter niet gelijkaardig, ze hebben een verschillende rol. Wat is de