Commentaar: Bi-zonder

Bospad, licht en nevel. Bron: Pexels, Johannes, Plenio
Leestijd: 3 minuten

De woordcombi is inmiddels, helaas, niet meer weg te denken: lhbti+. In de bezinning gaat het meestal over l, h en t (lesbisch, homoseksualiteit, transgender), minder over de ‘b’ – biseksualiteit. Maar als we vanuit Bijbels perspectief over dit woord nadenken, komt de vraag omhoog wat ze überhaupt in dat rijtje doet.

Biseksualiteit

Wat wordt er met biseksualiteit bedoeld? Het je (seksueel) aangetrokken voelen tot zowel mannen als vrouwen. Tot op zekere hoogte is het een algemeen verschijnsel. Zeker onder vrouwen komt het vaak voor dat er wel eens seksueel getinte gevoelens opkomen voor een andere vrouw. Ook al vanwege wat Tim in Er moet licht komen! beschrijft (p. 58): ‘Eigenlijk zie ik het zo, dat ik vriendschap zoek met mannen, maar dat ik dat onbewust kan verwarren met seksuele gevoelens.’

Maar nu gaat het om de groep ‘biseksuelen’ – dus om mensen die zichzelf identificeren als iemand die deze beide typen gevoelens nadrukkelijk heeft. Onderzoek in de VS wijst uit, dat 11,5 % van de jongste generatie zich zo beschouwt. Bij de oudste generatie is het 0,3 %…

Deze toename komt ongetwijfeld doordat ‘lhbti’ steeds meer toegejuicht wordt en gevoelens uitvergroot worden. Sommige lhbt-voorvechters zeggen zelfs, dat iedereen in feite biseksueel is. De bedoeling daarvan is, dat het –door God ingestelde– huwelijk haar ereplaats verliest. Er moet maximale vrijheid zijn.

Schijnvrijheid

Van die vrijheid komt vervolgens weinig terecht. In een persoonlijke mailwisseling schreef een zich biseksueel noemende vrouw: ‘[Biseksuelen] worden massaal gediscrimineerd in de homogemeenschap’. Immers, als zo iemand een exclusief heteroseksuele relatie aangaat, dan krijgt hij veel kritiek, omdat hij zogenaamd zijn seksuele identiteit verloochent. Wat niet het geval is als hij een exclusief homoseksuele relatie aan zou gaan.

Dit zegt veel over de heersende woke-ideologie, die een ingebouwde afkeer heeft van ‘heteronormativiteit’. Die zou onderdrukkend zijn. Maar haar aanhangers beseffen niet hoe onderdrukkend deze visie zelf is. Aan de andere kant is juist een Bijbelse visie op biseksualiteit bevrijdend. Dat vraagt uitleg.

‘Ik ben bi’?

Een bekende vraag is, of ‘Ik ben homo’ een goede uitdrukking is. Niet echt, omdat ze een bepaald onderdeel van je bestaan verheft tot je identiteit. Nog pregnanter is de vraag of je kunt zeggen ‘Ik ben bi’ – in de betekenis van ‘Ik ben een persoon met biseksuele gevoelens’.

Dat plaatst voor de vraag, of er wel biseksuele gevoelens bestaan. In feite niet. Er bestaan homoseksuele gevoelens en er bestaan heteroseksuele gevoelens. Zij kunnen ook bestaan in één persoon. Maar ze vloeien niet samen tot één. Denk maar mee: wat zou het kunnen inhouden als je zegt: ‘Er komt nu een biseksueel gevoel in mij op?’ Die zin is betekenisloos.

Ja, die verschillende gevoelens kunnen dicht bij elkaar liggen. Je voelt soms heteroseksuele gevoelens – en die zijn in deze verseksualiseerde samenleving al ingewikkeld genoeg. En soms (bijna op hetzelfde moment) voel je homoseksuele gevoelens. Waardoor je je soms de beklemmende vraag stelt: ‘Ben ik dan misschien homo?’ Dan lijkt het ontspanning te geven als je kunt zeggen: ‘Nee, ik ben bi’.

Bijbelse weg

Maar stel dat je nu geen etiket meer op jezelf hoeft te plakken… Je denkt over jezelf en zegt: ‘Ik ben Jan (of Janita). Tegenover God ben ik een zondaar. Door genade mag ik er toe komen om mezelf een christen te noemen. En ik heb ook nog een heleboel gevoelens.’ Waaronder intense gevoelens zoals seksuele. Waaronder ook waarvan je weet dat ze niet goed zijn, zoals homoseksuele. Maar je hoeft je er bepaald niet mee te vereenzelvigen; beluister bijvoorbeeld deze lezing van Philip Nunn.

Het gaat er dus niet om dat je ‘uit de kast’ komt als ‘een biseksueel’. Heilzamer is om te erkennen dat je ook homoseksuele gevoelens hebt, die niet passen bij Gods reinheid. Heilzaam is het ook, om juist vanwege de verwarring die je voelt, in vertrouwen open te spreken, zoals dit ervaringsartikel helder verwoordt.

Tegelijk zou ik zeggen: maak het niet uitzonderlijker dan het is. Je bent bepaald de enige niet die wel eens (of vaker) homoseksuele gevoelens ervaart. Je bent zéker de enige niet die wel eens worstelt met zichzelf. Iedere levende christen moet strijden tegen zondige verlangens (Rom. 7), en die strijd is soms intens.

Dan moeten we dus onze gevoelens minder bepalend maken en Gods bedoeling meer. We weten wat Zijn doel is met seksualiteit en relaties: het bouwen van huwelijken, ook als randvoorwaarde voor het krijgen van kinderen (Gen. 2:24, Mal. 2:15). Als wij ons meer daarop zouden richten, gaat de focus wat weg van ‘wie ben ik?’ en meer naar ‘waartoe ben ik?’ Ook als er geen huwelijk komt.

En tegelijk staat de weg naar het huwelijk voor velen wel open. Je mag dan met dankbaarheid zeggen: ‘De Heere gaf mij ook andere, heteroseksuele gevoelens, en mijn gebed is dat die geheiligd zullen worden.’ De gedachte aan een ‘gewoon’ huwelijk heeft dan ook niet te maken met het onderdrukken van gevoelens of ‘conversietherapie’. Wie ook homoseksuele gevoelens kent en toch een christelijk huwelijk aan gaat, verlegen om leiding door Woord en Geest, mag uitzien naar versterking van de liefde en verandering in de balans van gevoelens. Immers, wat je aandacht geeft groeit. Dat geldt in de zonden (zie bovengemeld onderzoek), dat geldt ook in de weg van de Heere. Die weg is bijzonder.


Gepubliceerd: 03-03-2023

Ook interessant