Al een aantal jaren is er binnen BBMV een contactgroep voor ouders van kinderen (soms al volwassen) met transgender wens. Soms worden ouders totaal verrast door de mededeling van hun zoon of dochter dat ze denken in het verkeerde lichaam te zitten, met name als het gaat om pubers. Meer dan 40 ouderparen (of alleenstaande ouders) hebben zich aangemeld bij Troost. Ze vragen zich natuurlijk af hoe hiermee om te gaan, wat te doen, hoe te reageren – en aan wie ga ik het vertellen? Er is schaamte en verwarring, verdriet, stress – je komt vaak in een rollercoaster terecht. Er ontstaan verschillen van mening in het gezin, tussen de ouders. Hun zoon wil als dochter gezien worden – of de dochter als zoon. Welke redenen heb ik als ouder om daar niet in mee te gaan?
Genderdysforie
Onder genderdysforie verstaan we dat iemand een mis-match ervaart tussen het biologische geslacht en het innerlijk, het denken. Als dat gevoel er al in de kindertijd is, verdwijnt dat gevoel bij zeker 85% van deze kinderen in de loop van hun ontwikkeling. Dat komt o.a. door de hormonen die bij de puberteit horen. Maar bij sommigen blijft dat gevoel ook daarna nog bestaan. Genderdysforie moeten we niet bestempelen als ‘maar een gevoel’. De verwarring over de identiteit kan heel diep gaan. Het gevoel in een verkeerd lichaam te zitten kan mensen diep ongelukkig maken. Van oudsher komt genderdysforie vooral bij jongens/mannen voor.
Daarnaast kennen we -zoals we dat noemen- ‘genderverwarring’. De laatste jaren zien we vooral bij meisjes in de puberteit dat ze ‘plotseling’ een trans-wens uiten. Ouders zien het niet aankomen en niets in het gedrag van de voorafgaande jaren wijst op genderdysforie. De plotseling opkomende variant heeft vaak te maken met de onzekerheid die nu eenmaal bij de puberteit hoort. Het wordt steeds duidelijker dat sociale besmetting hier in veel gevallen een rol speelt.
Steeds vaker en steeds makkelijker gaan mensen ‘in transitie’. Dat wil zeggen dat ze zich eerst gaan kleden en gedragen als het andere geslacht (sociale transitie), dan vaak ook hormoonbehandelingen krijgen en tenslotte kan via operaties getracht worden om dichter bij dat gewenste geslacht te komen (medische transitie). Het is goed om te melden dat lang niet alle ‘transgenders’ de hele weg gaan, omdat met name de operaties behoorlijk ingrijpend zijn.
Voor de volledigheid: in dit artikel spreek ik over ‘transmannen’ als het gaat over meisjes of vrouwen die zich als man identificeren, en over ‘transvrouwen’ als het gaat over jongens of mannen die zich als vrouw identificeren.
Bijkomende diagnoses
Meestal is er naast genderdysforie ook iets anders aan de hand. Denk dan aan een autisme spectrum stoornis (ASS), ADHD, misbruik in de jeugd of andere moeiten in de ontwikkeling. Dat werd mij bevestigd door iemand van de genderpoli van het VuMC. Met deze andere diagnoses wordt veelal niets gedaan. Deze genderpoli is lange tijd vrijwel de enige kliniek geweest waar aan gender-behandeling werd gedaan. Nu zijn er meer klinieken. Vaak bieden die een minder zorgvuldig traject. Met ‘zorgvuldig’ bedoel ik dat er niet gelijk met behandeling wordt begonnen, maar dat er eerst gesprekken zijn om helder te krijgen dat de trans-wens serieus is. Toch is het de vraag of dit traject zorgvuldig genoeg is – vooral bij de behandeling van kinderen en jongeren. Aan de genderpoli van het VuMC is het zgn. ‘Dutch protocol’ bedacht, dat recent in een aantal andere landen onder vuur is komen te liggen.
Aan de bijkomende diagnoses zou -naar wij menen- eerst aandacht besteed moeten worden. De geuite gender-wens zou dan wellicht naar de achtergrond kunnen verdwijnen. Het is mogelijk gewoon een roep om hulp of een (onbewuste) poging om een uitweg uit de ervaren problemen te vinden.
Liefde van de ouders
De ouders die ik heb ontmoet, hebben zonder uitzondering hun kinderen van harte lief – net als ik. Wat de keuze van onze kinderen ook is, ze zijn welkom om thuis te komen – ook als ze zich kleden naar hun gewenste gender, al vinden ouders dat best moeilijk. Maar wat de ouders betreft, wordt het contact met hun zoon of dochter niet verbroken.
Alle ouders willen de gevoelens van hun kind serieus nemen. De vraag is alleen of je hen moet steunen op een weg van transitie. Wij geloven dat transitie niet de oplossing is van het probleem waar onze kinderen mee worstelen. Het is ook niet de enige keuze die je hebt. Vaak wordt er gezegd dat die gevoelens geen keuze zijn – maar wat je ermee doet, is wel een keuze.
De vraag is ook wat liefde voor je kind inhoudt. Betekent dit dat je hen steunt in alle keuzes die ze maken, ook als die schadelijk voor hen zijn? Kinderen, jongeren en zelfs volwassenen kunnen misleid worden – bijvoorbeeld drugs gaan gebruiken, in een ongezonde relatie belanden (waar ze aan geweld bloot staan), geld kwijtraken door misleidende transacties of in een misdadig milieu terecht komen of ongezond willen afvallen (anorexia). In al die gevallen vinden mensen het niet vreemd als je je kind blijft liefhebben terwijl je hun keuzes niet goedkeurt.
Vooral als het om kinderen of jongeren in de puberteit gaat, geloven wij dat een traject dat naar transitie leidt, grote schade kan toebrengen. Hieronder ga ik daar nader op in.
Ik ben ervan overtuigd dat de biologie van ons lichaam (ook van onze hersens) heel duidelijk maakt dat het misleidend is om te denken dat je in het verkeerde lichaam geboren kunt zijn. De Bijbel ondersteunt dat ook: ons denken moet veranderen en niet ons lichaam. Verderop meer over deze onderwerpen.
Puberteitsblokkers
Medische transitie omvat allereerst hormoonbehandelingen. Bij jongeren kan dat beginnen met puberteitsblokkers – voordat ze de puberteit ingaan (dan zijn ze 9-14 jaar). Dat wordt gebracht als een soort pauzeknop, om de keuze als het ware uit te stellen. In de praktijk werkt dat zo niet.
Puberteitsblokkers zijn oorspronkelijk bedoeld voor kinderen die veel te vroeg in de puberteit komen (vanwege een storing in de werking van de hypofyse). Ze zijn uitdrukkelijk niet bedoeld voor transgender-behandeling – in dat geval worden ze ‘off-label’ voorgeschreven. Er is geen fatsoenlijk bewijs voor deze behandeling. Professor Christopher Gillberg, specialist in kinder- en jeugdpsychiatrie, stelt dat het voorschrijven van puberteitsblokkers een schandaal is en neerkomt op experimenteren met de levens van kwetsbare kinderen. Medisch onverantwoord dus!
Tijdens de puberteit neemt de botmassa normaliter flink toe en ontwikkelen de hersens zich verder. Puberteitsblokkers kunnen zorgen voor afname van de botdichtheid (wat kan leiden tot osteoporose, rugpijn en fracturen), verstoring van de gezonde ontwikkeling van de hersenen en psychiatrische problemen, zoals huilen, woede en agressie. Ook wordt een toename van zelfmoordgedachten, zelfbeschadiging of depressief gedrag gemeld.
Een ander effect van puberteitsremmers is dat het de jongeren de kans ontneemt om over hun ervaren genderdysforie heen te groeien. De puberteit kenmerkt zich immers door een sterke toename van (bij het lichaam horende) geslachtshormonen. Dat heeft ook effect op de hersens en op je denken, waardoor verreweg de meeste jongeren geen genderdysforie meer ervaren. Ze groeien er op een natuurlijke manier overheen – als je de natuur zijn gang laat gaan!
Cross-sex hormonen
Cross-sex hormonen worden voorgeschreven om het lichaam zich te laten aanpassen aan het gewenste geslacht. Dat is echter tegen de natuur van het lichaam en daarom zijn hoge doses van testosteron (voor ‘transmannen’) of oestrogenen (voor ‘transvrouwen’) nodig – en dat levenslang. Je kunt dat onmogelijk een gezonde situatie noemen. Het kan dan ook heel wat gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals hart- en vaatziekten en vergrote kans op verschillende vormen van kanker.
Bij jongeren is er een extra groot gevaar. De normale ontwikkeling in de puberteit wordt namelijk verstoord. Ook hier ontbreekt grondig onderzoek. Wat er wel aan gegevens bekend is van oudere transgenders die al veel langer deze hormonen gebruiken, geeft aanleiding om te denken dat het inderdaad behoorlijk schadelijk kan zijn.
En dan is er het punt van de onvruchtbaarheid. Kinderen en jongeren hebben daar vaak nog geen uitgebalanceerde ideeën over. Het kinderziekenhuis van Los Angeles waarschuwde ouders in een toestemmingsformulier: “Als uw kind in de vroegste stadia van de puberteit begint met puberteitsremmers en vervolgens overgaat op cross-sex hormonen, zal het geen sperma of eicellen ontwikkelen. Dit betekent dat uw kind geen biologische kinderen kan krijgen.”
Dutch protocol
De genderpoli van het VuMC heeft baanbrekend werk verricht. Hun werkwijze staat bekend als het ‘Dutch protocol’. Hoewel de behandeling zorgvuldig lijkt, durf ik die gerust medisch onverantwoord te noemen. Het is niet gebaseerd op solide medisch onderzoek, niet ‘evidence-based’. Opmerkelijk genoeg is de praktijk in landen als Zweden, Noorwegen, Finland en Engeland veranderd, omdat met name de gender-bevestigende behandeling van kinderen en jongeren (volgens het zogenaamde Dutch protocol) onder zware kritiek is komen te staan. De kritiek komt o.a. van behandelaars die zijn gaan twijfelen of het wel goed was wat ze deden. Zembla besteedde daar in oktober 2023 uitgebreid aandacht aan (zie Het transgenderprotocol). Dat kwam BNN-VARA op ferme kritiek te staan. Deze omroep stelde in een reactie dat de journalisten van Zembla op evenwichtige wijze aandacht hebben besteed aan de wetenschappelijke onderbouwing voor transgenderzorg. Ze hebben tal van bronnen geraadpleegd en zich vanuit meerdere perspectieven laten informeren.
De biologie
Ouders en anderen die uitspreken twijfels te hebben over transitie, krijgen nogal eens te horen dat ze ‘transfoob’ zijn. Dat lijkt vooral een manier te zijn om discussie uit de weg te gaan. De vraag dringt zich op of velen in de ‘trans-gemeenschap’ niet ‘biofoob’ zijn – dat wil zeggen: bang voor de biologische werkelijkheid.
Mogelijk heb je geleerd dat vrouwen XX zijn en mannen Xy. Die letters staan voor wat we onze geslachtschromosomen noemen. Vrouwen hebben twee evengrote geslachtschromosomen (XX) en mannen hebben maar één ‘X’ en daarnaast een veel kleinere ‘y’. Die kleine ‘y’ speelt echter een grote rol – veel meer dan ik in dit kader uit kan leggen – en zorgt ervoor dat er een hele lawine aan reacties op gaat treden.
Zo gaat in de zevende week van de zwangerschap een jongetje in de baarmoeder al testosteron produceren. Nog lang niet zoveel als later in de puberteit, maar het heeft wel een groot effect. Jongetjes gaan o.a. hun brein in een mannelijke richting ontwikkelen en bij meisjes gaat het brein de vrouwelijke kant op. Dat heeft grote gevolgen voor hun hele ontwikkeling en manier van functioneren.
Vrouwen kunnen beter informatie opnemen en verwerken. Zij onthouden dingen vooral beter door ze aan emoties te koppelen. Hun emoties zijn sterker en levendiger: ze zijn beter in empathie. Vaak ook zijn ze gevoeliger voor taal en hebben een betere taalbeheersing en een betere fijne motoriek. Mannen zijn beter in rationeel denken en kunnen zich beter oriënteren. Zij bepalen bij het navigeren hun positie door de richting en de afgelegde afstand te schatten. Vrouwen navigeren veel meer op oriëntatiepunten in het landschap. Veel van deze verschillen lijken zich al vroeg te ontwikkelen. Ruimtelijk inzicht verschilt al bij baby’s van 2-3 maanden oud. Meisjesbaby’s reageren meer op gezichten dan jongetjes en beginnen eerder te praten.
Verschillen tussen mannen en vrouwen hebben ook te maken met de manier waarop onze genen worden geprogrammeerd. We gebruiken niet al onze genen altijd op elk moment of op elke plaats in ons lichaam. De lever wordt anders geprogrammeerd dan het hart of de nieren. Het bijzondere is nu dat ongeveer een derde van onze genen anders worden geprogrammeerd bij mannen dan bij vrouwen. Dat gebeurt niet alleen in onze geslachtsorganen, maar overal in ons lichaam. Elke cel in ons lichaam heeft een vrouwelijke dan wel mannelijke imprint.
Culturele verschillen
Het idee dat vooral culturele invloeden voor de verschillen tussen mannen en vrouwen zorgen, is vooral ideologisch van aard. De biologische wetenschappen vertellen ons een ander verhaal. Vrouwen zijn anders dan mannen in bouw en gedrag, in sportprestaties, in functioneren van de hersenen en in hun hele fysiologie. Dat wil niet zeggen dat alle mannen hetzelfde zijn – even ‘mannelijk’ – en dat geldt natuurlijk ook voor vrouwen. Als je maar naar één kenmerk kijk, kun je een zekere mate van overlap tussen mannen en vrouwen constateren. We hebben het vaak over gemiddelde verschillen. Maar als je alle eigenschappen samen bekijkt, tekent zich een duidelijk vrouwelijk dan wel mannelijk patroon af.
Er is bij zowel bij mannen als bij vrouwen een grote en prachtige diversiteit te vinden. God heeft niet alle mannen hetzelfde gemaakt en dat geldt voor vrouwen evenzeer. We moeten daarom ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ niet definiëren naar onze eigen ideeën (die soms tijdgebonden zijn) en niet in stereotypen vervallen. Jongensachtige meisjes moeten bijvoorbeeld de kans krijgen om een ander type vrouw te zijn dan de culturele standaard voorschrijft.
Opmerkelijk genoeg hebben jongens en mannen met autisme spectrum stoornis wat mannelijker hersens dan de gemiddelde man.
Medische verschillen
In de medische wetenschap is er de laatste jaren juist (gelukkig) veel meer aandacht gekomen voor de verschillen tussen mannen en vrouwen. O.a. bij hart- en vaatziekten wordt de juiste diagnose bij vrouwen vaak gemist. Vrouwen moeten duidelijk anders dan mannen worden beoordeeld, zowel bij de diagnose als bij de behandeling. Die medische verschillen hebben o.a. te maken met de hormooncyclus bij de vrouw, maar ook is de celbiologie bij vrouwen duidelijk anders dan bij mannen. Migraine komt ook meer voor bij vrouwen en dat heeft te maken met oestrogeen (het vrouwelijk hormoon), dat ook de kans op diabetes verhoogt.
Dat is extra duidelijk geworden bij onderzoek naar transgenders (van man naar vrouw): zij krijgen een enorm hoge dosis oestrogeen tijdens hun transitie en een derde daarvan ontwikkelt insuline-resistentie (dat is het voorstadium van diabetes). Er is een groot verschil in risico op verschillende soorten kanker en auto-immuunziektes komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
Die verschillen worden ook bij de psychiatrie steeds duidelijker. Dat heeft natuurlijk te maken met de verschillende manier waarop de hersens zich ontwikkelen. Alzheimer komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen, net als depressies en PTSS. Bij mannen is de kans op schizofrenie 40% hoger, komt autisme-spectrum stoornis (ASS) 4-5 keer vaker voor en dyslexie wellicht 10 keer vaker.
In de Bijbel
We lezen al gelijk bij de schepping van de mens: God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen (Genesis 1:27). Jezus herinnert zijn hoorders aan deze tekst als Hij een vraag over echtscheiding krijgt voorgelegd. Man en vrouw horen volgens Hem bij elkaar, bij het huwelijk voegt Hij hen samen (Mattheüs 19:4-7).
Vervolgens lezen we in Genesis 2:7 dat de Heere God de mens vormt uit het stof van de aardbodem – dat moet een bijzonder weefwerk zijn. David dacht daar ook over na in Psalm 139, hoe hij in de moederschoot geweven was. De laatste decennia ontdekken we steeds meer hoe bijzonder dat wonder is, van hoe God ieder mens vormt. En bedenk dan dat Hij dat deed uit het stof van de aardbodem en vervolgens zelf de levensadem in Adam blaast. Daar zien we hoe God de materie die Hij gebruikt zeker niet minderwaardig acht. Zoals C.S. Lewis schreef: “Het is niet goed om te proberen geestelijker te zijn dan God. God heeft nooit bedoeld dat de mens een puur geestelijk wezen zou zijn. Hij houdt van materie. Hij heeft het uitgevonden.”
Dat is voor mij een belangrijke reden om te denken dat mijn lichaam zo door God gewild is. Ik ben door Hem gemaakt als een man, met een mannelijk lichaam. Inderdaad ben ik door de zonde aangetast, maar dat probleem zit vooral in mijn denken – de Bijbel maakt dat vooral in het NT heel duidelijk. Daar vinden we ook het wonder van de menswording van de Zoon van God – Hij kreeg een lichaam als wij. En als Hij sterft zijn er mannen en vrouwen die zijn lichaam eer willen bewijzen door Hem te zalven en in grafdoeken te wikkelen. Dat Hij de materie belangrijk vindt, zien we ook aan de opstanding. Voor de Grieken was dat ondenkbaar: voor hen was het lichaam de kerker van de ziel, daar wilde je graag van bevrijd worden.
Zo denkt de Bijbel niet. Als Hij is opgestaan, zegt Hij tegen zijn discipelen: Betast Mij en ziet, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb (Lukas 24:39). Paulus schrijft later: Moge geheel uw geest en ziel en lichaam onberispelijk worden bewaard bij de komst van onze Heere Jezus Christus (1 Thessalonicenzen 5:23). Ons lichaam is belangrijk voor God – zozeer zelfs dat Hij zijn Heilige Geest in ons lichaam wil laten wonen. Ons lichaam is voor de Heere. Lees dat maar na in 1 Korinthe 6:12-20. Dat betekent ook dat wij het ons geschonken lichaam hoog dienen te achten en niet naar eigen inzicht moeten willen aanpassen aan ons denken. Want ons probleem zit niet in ons lichaam, maar in ons denken.
Genderdysforie in het licht van de zondeval
God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk – en het was zeer goed. Adam en Eva moeten zich in het begin echt compleet hebben gevoeld, met een vredevolle eenheid tussen hun lichaam en hun denken. Door de zondeval ontstond er een breuk tussen Gods bedoeling met de mens en wat ervaren werd. Adam en Eva keken naar hun lichaam en schaamden zich – het begin van de verwarring. Er ontstond verwijdering tussen God en mens, tussen mensen onderling, tussen de mens en de schepping – en ook verwarring over wie ‘ik’ ben. Er was bewustzijn van schuld en de mens werd verbannen uit de Hof van Eden.
De gevolgen van de zondeval zijn groot, zoals we in de wereld om ons heen kunnen zien. Er zijn lichamelijke gebreken en ziekten. Ook psychische klachten zoals depressies en verwarring over mijn identiteit hebben met de zondeval te maken. Iedereen heeft daar in mindere of meerdere mate mee te maken – zonder dat het je eigen schuld is. Door de zondeval zucht de hele schepping, is er gebrokenheid. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe (Romeinen 8:22).
Sommigen zuchten onder identiteitsverwarring, hebben een beschadigde beleving van de werkelijkheid. Het gevoel van onvrede met je eigen lichaam kan heel pijnlijk zijn. Dat is ook het geval bij iemand met anorexia. De vraag is hoe we omgaan met deze pijn, deze verwarring. Genderdysforie berust op een verstoord lichaamsbeeld. Herstel daarvan gebeurt niet door het lichaam te veranderen (het is geen medisch probleem), maar door een Bijbels denken te ontwikkelen (waar lijden deel van uitmaakt) en uit te zien naar de verlossing door de nieuwe schepping.
Lijden en verlossing
Wij zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam (Romeinen 8:23). Hier zien we de erkenning van alle pijn die we kunnen ervaren als gevolg van de zondeval, maar ook een uitzien naar totale vernieuwing. De verlossing van ons lichaam is niet dat we van ons lichaam verlost worden (dat is Grieks denken), maar dat ons lichaam totaal vernieuwd wordt, bevrijd wordt van de gevolgen van de zonde. Dan is alle lijden en alle verwarring over wie we zijn voorbij.
Tot die tijd hebben we te maken met gebrokenheid. Ons lichaam werkt niet altijd mee en ons denken kan verward zijn, zelfs verduisterd. De Bijbel leert ons omgaan met lijden zonder te vluchten in zelfbeschikking. De moderne cultuur zegt: als iets pijn doet, moet je het aanpassen aan je gevoel. Christus leert ons dat lijden niet altijd opgelost hoeft te worden door het uit de weg te gaan – we mogen en kunnen het dragen in afhankelijkheid van onze God en Vader en in de kracht die Hij wil schenken.
Denk aan wat Jezus zegt: Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en u zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht. (Mattheüs 11:28-30). We kunnen het moeilijk vinden om onze last te dragen. Dan is het goed te bedenken dat we bij Hem terecht kunnen, dat Hij ons hart tot rust kan brengen bij Hem. Er is niemand zoals Hij. Wellicht denk je dan: moet ik dan toch een juk dragen? Is dat niet veel te zwaar? Maar Hij maakt het juk dat Hij op mijn nek legt helemaal passend voor mij. Het is zelfs zacht en licht, want Hij gaat met ons onder dat juk, leert ons daarmee om te gaan, te ploegen in hoop.
En Hij weet als geen ander wat lijden is, kan met ons meevoelen als we ons zwak voelen. Hij is onze hogepriester aan de rechterhand van God, Hij is onze Voorspraak bij de Vader, Hij bidt voor ons en Hij wil ons sterken als we het zwaar en moeilijk vinden.
Hij leed en stierf aan het kruis om ons te verlossen, ons denken te bevrijden en ons deel te laten hebben aan de nieuwe schepping. Wij zien uit naar de nieuwe schepping, dat ons lichaam verlost wordt.
Ons denken moet veranderen
Van nature is ons denken vruchteloos, ons verstand verduisterd. Jezus zegt dat wat uit het hart van de mens voortkomt, hem verontreinigt (Mattheüs 15:18). Paulus zegt niet veel anders als hij in Efeze 2:1-3 spreekt over ons verleden, dat we ‘de wil deden van het vlees en van de gedachten’, ‘overeenkomstig de tijdgeest’. Die tijdgeest lijkt steeds te veranderen (net als de mode, dat maakt ons extra onrustig en onzeker), maar de satan zit daarachter: hij wil het prachtige beeld van Gods schepping kapotmaken. Wie onzeker is over zichzelf, hoort bij de eerste slachtoffers.
Volgens Paulus moet ons denken een complete metamorfose ondergaan (Romeinen 12:2). Denk aan de gedaanteverwisseling bij een vlinder: een rups heeft een totaal ander voedingspatroon en leefwereld dan een vlinder: van blad naar bloem, van kruipen en knagen naar vliegen en voorplanten. Een christen moet heel anders leren denken dan om hem heen gebruikelijk is, zijn voedsel (wat hij leest en ziet en overdenkt) verandert drastisch.
Wat gebeurt er als je je denken door Hem laat veranderen? Je ontwikkelt dan een Bijbels denken, bewust van de drieslag schepping, zondeval en verlossing en uitziend naar een nieuwe schepping. Ook vind je je identiteit niet meer in iets dat met seksualiteit te maken heeft, maar in Christus: Hij wordt de allerbelangrijkste in je leven. Hierdooor raakt je identiteit verankerd in Christus — niet in gevoelens, maar in waarheid en genade. Je leert dat je de werkelijkheid (ook als het gaat om je lichaam) niet kunt veranderen, niet naar je hand kunt zetten. Je leeft in de kracht van Zijn genade: Hij wil elke dag geven wat je echt nodig hebt. Nee, niet alle pijn verdwijnt. Maar als Hij je leven is (te leven is mij Christus, zegt Paulus), dan kun je alles aan.
Conclusie
Het is heel moeilijk en zwaar voor ouders en gezinnen als iemand uit het gezin naar buiten komt als transgender. Vaak is het contact moeilijk en de maatschappij werkt niet mee voor christenen die naar Gods Woord willen leven. Maar er zijn goede redenen om als ouders niet mee te gaan in de gedachte van je zoon of dochter dat hij een zij is of andersom. Daar zijn ten eerste heel goede Bijbelse redenen voor en die worden ondersteund door de biologie. Medische transitie is medisch gezien onverantwoord, vooral voor kinderen en jongeren. De gevaren daarvan worden steeds duidelijker.
Ouders zullen hun zoon of dochter niet willen afstoten, ook als ze een on-Bijbelse weg gaan. Je wilt je zoon of dochter welkom blijven heten, al stuit dat op moeilijkheden in gezin en familie. Ouders zullen hun kind ook willen waarschuwen en proberen een andere (betere) weg te wijzen. Ze zullen hun kinderen niet willen steunen in een transitie. Ik meen genoeg redenen te hebben gegeven waarom je je zoon niet als dochter (of andersom) kan zien. Het is ook goed om hen te vertellen dat je dat niet kunt en waarom. Het is goed om in liefde de waarheid te spreken – Gods waarheid die in de schepping is gegeven. Er is een begaanbare andere weg – aan de hand van de Vader, in de kracht van de Heilige Geest en doordat Jezus met ons onder Zijn juk gaat. Hij heeft beloofd altijd bij ons te zullen zijn.
Genderdysforie is een uiting van de gebrokenheid van de schepping, maar:
- Dat maakt het nog geen waarheid.
- Het vraagt om barmhartigheid – niet om bevestiging van een leugen.
- Het roept op tot liefdevolle begeleiding, niet tot medische en chirurgische bevestiging van verwarring.
In het licht van de gebrokenheid van deze wereld zeggen wij als ouders:
“Wij erkennen dat jouw worsteling echt is. Dat je pijn hebt. Maar wij geloven dat de oplossing niet ligt in het veranderen van je lichaam of je naam, maar in het vinden van je identiteit in Christus, die je gemaakt heeft, kent en liefheeft – als zoon of dochter.”
‘Mark Willemsen’, met dank aan enkele meelezende ouders voor hun bijdrage.
Dit artikel bevat geen verwijzingen naar de wetenschappelijke literatuur. Binnenkort verschijnt er een meer wetenschappelijk boek over deze materie (onder redactie van Henk Jochemsen, Elise van der Hoek, Bart Jan Spruyt en Tineke van der Waal) met tal van verwijzingen. We zullen het melden als het verschijnt. Wie geïnteresseerd is in de wetenschappelijke gegevens m.b.t. de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen (zoals die in dat boek naar voren komen), kan mailen naar [email protected].
Zie ook de volgende artikelen:
- Transgender-onderzoek: 5 dingen die iedereen moet weten
- Stop ontkenning van de biologische werkelijkheid: geslacht doet ertoe
- Als je zoon zich een meisje voelt, of andersom
- Gevangen in je eigen lichaam
- Kerk, behandel LHBT-ers niet als onwettige kinderen
- Gedwongen tot nadenken
- Genderbevestigende zorg is gevaarlijk. “Ik deed er ook aan mee.”
- Vragen en twijfels bij het transgenderprotocol
- De medische behandeling van genderdysforie bij jongeren
- Pastoraat aan ouders van transgenders