Je bekijkt nu Nederland wil progressief zijn, maar loopt hopeloos achter
Nederland loopt hopeloos achter_Unsplash Quino Al

Nederland wil progressief zijn, maar loopt hopeloos achter

Leestijd: 2 minuten

De internationale sportwereld lijkt wakker te worden als het gaat om de deelname van ‘transvrouwen’ (mannen die zich identificeren als vrouwen) in de vrouwencategorie. Zwemmen, voetbal, atletiek, rugby en ook darten, op internationaal topsport niveau worden transvrouwen niet langer toegelaten.

De Nederlandse elite voelt zich daar wat ongemakkelijk bij. Nederland is toch een progressief land? Dit past niet in onze ‘iedereen moet zichzelf kunnen zijn’-cultuur. Waar in andere westerse landen steeds meer kritische geluiden opkomen rondom transgenderideologie, sluit men in Nederland liever de ogen.

Bijvoorbeeld, de Nederlandse Rugby Bond heeft besloten om tegen het advies van de Internationale rugbybond in te gaan en ‘transvrouwen’ mee te laten doen in het vrouwenrugby. “Ons doel is dat niemand zich buitengesloten voelt in onze sport. Met dit beleid combineren we inclusie met de verantwoordelijkheid voor veiligheid en eerlijkheid. Zo bouwen we aan een rugbygemeenschap waarin iedereen zichzelf kan zijn op én naast het veld,” zegt Friso Horstmeier, voorzitter Rugby Nederland. Het doorslaggevende argument is dus inclusiviteit: het is belangrijker dat ‘transvrouwen’ zich niet buitengesloten voelen en ‘zichzelf’ kunnen zijn, dan dat vrouwen veilig en eerlijk topsport kunnen bedrijven.

Eerlijk en veilig

Dat dit ten koste gaat van de eerlijkheid in de sport is niet meer dan logisch. De Engelse organisatie Sex Matters verwoordt het zo: “Elk wereldrecord in vrouwenatletiek is verbroken door een tienerjongen.” De lichamelijke verschillen tussen mannen en vrouwen is onmiskenbaar. Gemiddeld genomen zijn mannen: “langer, sneller en sterker dan vrouwen. Ze hebben grotere botten, langere ledematen, grotere handen, bredere schouders en een smallere bekken. Ze hebben grotere en dichtere spiermassa, met een hoger percentage snelle spiervezels, en grotere harten en longen.” Dit is inherent het gevolg van man-zijn en het doormaken van de mannelijke puberteit. Volgens Maarten Moen van NOC*NSF verdwijnen deze voordelen niet of nauwelijks na een ‘transitie’.

Maar het gaat niet alleen om een eerlijke competitie. Het gaat ook om veiligheid. Elena King, rugbyspeelster bij het Nederlandse vrouwenrugby liep een zeer ernstige blessure op na een tackle van een ‘transvrouw’. Of ze ooit weer rugby zal kunnen spelen is nog de vraag. En wat te denken van vrouwenkleedkamers en -toiletten waar ‘transvrouwen’ (sommigen nog in het bezit van het mannelijk geslachtsorgaan) nu toegang tot krijgen?

Nederland loopt achter

In de uitzending van Nieuwsuur over het advies van NOC*NSF om per sport te beoordelen of transvrouwen eerlijk en veilig mee kunnen doen, was het ongemak van de programmamakers voelbaar. Op een gegeven moment kwam de aap uit de mouw toen de presentator aan Maarten Moen vroeg: “Kiest u in deze cultuuroorlog niet een andere kant dan die we in Nederland gewend zijn? Nederland is een progressief land en loopt voorop met rechten van transpersonen. U kiest bewust een andere kant. Waarom?”

Het antwoord van Maarten Moen – ook zichtbaar ongemakkelijk – was: “Het gaat echt om topsport. Eerlijke competitie staat voorop.” Dit is internationaal de beweging, terug naar de realiteit als het gaat om het lichamelijke verschil tussen mannen en vrouwen. Als Nederland echt voorop wil lopen, zal ze snel rechtsomkeert moeten maken.


Willemien Gunnink-Janssen woont met haar man in Engeland. Ze schrijft columns voor Bijbels Beraad MV.