Volharden in verzoekingen

gevouwen handen
Leestijd: 6 minuten

Als christen sta je voortdurend bloot aan allerlei verzoekingen. Waar komen die vandaan en hoe ga je daarmee om? Waar is God in dit alles? Beproeft Hij ons geloof hiermee? Het is goed om onderscheid te maken tussen beproeving en verleiding, maar beide kunnen ons helpen te groeien in ons geloof, ons vertrouwen op Hem die ons leidt.

Beproeving en verzoeking

In Genesis 22:1 lezen we dat God Abraham op de proef stelt. Hij moet zijn zoon Izak offeren. De test was: zou Abraham God vertrouwen, zelfs bij deze onmogelijke opdracht? Deze geloofsbeproeving was er niet aan het begin van zijn geloofsleven, maar bijna aan het eind – en God wist wat hij doen zou en dat Abraham dit aankon. Abraham noemde die plaats: de Heere zal erin voorzien. Elke christen kan verwachten dat de Heere hem op een aantal momenten in zijn of haar leven op de proef zal stellen, maar dat gebeurt altijd zo dat Hij voorziet en weet wat we aankunnen. Het dient als een test en we komen daar dan altijd sterker uit – als we Hem vertrouwen. Zo’n test is persoonlijk (verschilt dus van persoon tot persoon) en Hij bewijst daarin Wie Hij voor ons is en wil zijn.

Verleidingen of verzoekingen komen echter niet bij God vandaan (Jak.1:13). Toch zegt Jakobus dat we er blij mee moeten zijn: Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen valt (Jak.1:2). Hoe zit dat? Dat is het onderwerp van deze studie.

Adam en Christus

Jakobus weet het zeker: God verzoekt niemand. Dat is logisch, want verzoeking is bedoeld om je te laten zondigen en dat is wat Hij zeker niet wil. God is heilig en kan niet verzocht worden. Wat Hij wel doet, is ons geloof beproeven. Adam en Eva werden in de Hof geplaatst met in het midden de boom van het leven – daar mochten ze wel van eten. Maar ernaast stond de boom van kennis van goed en van kwaad: daar mochten ze niet van eten. De Heere God bracht hen dus wel in een situatie waarin hun vertrouwen op Hem werd getest, maar hij verzocht hen niet – dat deed de slang (de duivel)!

Ook Jezus werd getest, want de Geest leidde Hem in de woestijn waar Hij 40 dagen werd verzocht – door de duivel (niet door God), maar Hij hield glorieus stand! In beide situaties (in de Hof en in de woestijn) zien we dat verzoekingen van buiten kunnen komen en dat de duivel degene is die verzoekt: hij wil ons verleiden om te zondigen. Adam en Eva bezweken, Jezus bezweek niet!

Van binnen

Sinds de zondeval is de situatie veranderd, omdat we nu van nature zondaars zijn. Jakobus zegt het zo: ieder wordt verzocht als hij door zijn eigen begeerte meegesleept en verlokt wordt (Jak.1:14). Zelfs als verzoekingen van buiten komen, dan nog zit het werkelijke probleem van binnen: onze eigen begeerte kan ons meeslepen. Als we dat laten gebeuren (en niet resoluut ingrijpen), wordt die begeerte bevrucht en zondigen we. Nee, we kunnen de schuld niet op iemand anders afschuiven (ook niet op de duivel). Het zit altijd in ons eigen hart. Daar probeert de duivel gebruik van te maken, hoewel hij geen recht meer op ons heeft als we onze zondelast bij het Kruis hebben gebracht, door het bloed van Jezus zijn gereinigd en geheiligd en kinderen van God zijn geworden.

Waar hebben we het over?

Jakobus spreekt over begeerte. Wie elke zondag de Tien Geboden hoort citeren, wordt gelijk herinnerd aan het laatste gebod. Daar staat: U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn dienaar, noch zijn dienares, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is (Ex.20:17). Ook Paulus spreekt in Romeinen 7 juist over dat gebod. Onwillekeurig beperken wij dat in onze gedachten vaak tot seksuele begeerte. Dat is duidelijk niet terecht: het begint met het huis van uw naaste, dat heeft te maken met zijn erfdeel. Denk aan de geschiedenis van Achab en de wijngaard van Naboth (1Koningen 21). Bovendien is er voor echtbreuk al het zevende gebod.

Het wordt wellicht duidelijker als we het woord begeerte vervangen door hebzucht. Paulus schrijft dat hebzucht in feite afgodendienst is. Zo bezien keert het tiende gebod terug naar de eerste twee! Lees Jakobus 4:1-5 er maar op na – en bedenk dat overspeligen hier niet zozeer duidt op echtbreuk maar op ontrouw aan de Heere, vanwege hebzucht, vriendschap met de wereld.

Begeerte is een breed begrip – en dat kan ook slaan op seksuele zonden. Jezus zelf maakt ons duidelijk dat dit al in onze gedachten kan plaatsvinden (Mat.5:28). Maar behalve voor seksuele begeerten moeten we dus ook oppassen voor hebzucht.

Al wat in de wereld is …

Dat de werkelijke oorzaak van binnen zit, betekent niet dat verleiding altijd alleen maar vanuit onze eigen gedachten komt. Verleidingen kunnen zeker van buiten komen: van de duivel of ook van wat er in de wereld allemaal te koop en te zien is. In de wereld vind je (volgens 1Joh.2:16):

  • de begeerte van het vlees: dat is het zelf willen doen, handelen in eigen kracht (onafhankelijk van God), jezelf willen bewijzen – werkwoorden doen en presteren. Hoe vaak hoor je niet: ‘je kunt het’?
  • de begeerte van de ogen: daar gaat het om hebzucht (zie hierboven) – werkwoord hebben.
  • de hoogmoed van het leven: iemand willen zijn.

Met de wereld bedoelen we in dit verband de mensen die onafhankelijk van God willen leven. We leven er middenin, worden voortdurend geconfronteerd met alle uitingen daarvan. Reclame speelt handig in op deze drieslag. We krijgen voortdurend dingen aangeboden of we zien handige gadgets, mooie meiden, stoere binken en noem maar op. Ga maar eens na in je eigen hart waar jij voor valt, wat jouw zwakke punten zijn!

Weerstaat de duivel

De duivel schiet steeds weer zijn vurige pijlen op ons af, wil onze gedachten leiden naar verkeerde dingen en probeert onze begeerte aan te wakkeren. Maar we kunnen standhouden als we Gods wapenrusting aandoen (Ef.6:10-17). Daar hoort de helm van het heil bij: de zekerheid dat Hij mij heeft vrijgekocht. Die helm bewaart mijn gedachten. Het borstharnas van de gerechtigheid is er om mijn hart te bewaren. In Gods ogen ben ik door het werk van de Heere Jezus een rechtvaardige geworden. Door Zijn genade kan ik dan ook de juiste dingen bedenken en doen. En met het schild van het geloof kan ik de brandende pijlen van de duivel afweren en doven. Maar ik kan niet standhouden in eigen kracht. Daarom zegt Paulus in Ef.6:10 eerst: Sterkt u in de Heere en in de kracht van Zijn sterkte. Zoals David zegt: Met U ren ik door een legerbende (Ps.18:30).

In de kracht van onze Heere mogen we dus weerstand bieden aan de duivel, want hij is niet langer onze meester – dat is de Heere Jezus! Daarom zegt Jakobus ook: weerstaat de duivel en hij zal van u vluchten (Jak.4:7). Soms is het beter om zelf te vluchten, zoals Jozef deed, want er zijn omstandigheden waarin je beter niet kunt zijn.

Blij met verzoekingen?

Jakobus zegt dat we het enkel vreugde moeten achten als we in allerlei verzoekingen vallen (Jak.1:2). Hoe kan dat? Hoe kun je daarover als het ware juichen? Wel, dat kan alleen als je niet toegeeft. Je kunt bedroefd zijn over al die verzoekingen (1Petr.1:6), want het kost wat om staande te blijven. Maar er ligt vreugde in de overwinning, in het volharden. Daarom zegt Jakobus: Gelukkig is de man die verzoekingen verdraagt (Jak.1:12) – er wacht een kroon, dat is een beloning voor overwinnaars.

Denk er ook aan dat Jezus zelf in alle dingen verzocht is als wij. Hij zondigde daarin nooit en bleef altijd gehoorzaam aan de Vader. Zelfs toen de Vader Hem vroeg om Zijn leven af te leggen, onze zonden op Zich te nemen. Als we verzoekingen zwaar vinden en onszelf zwak voelen, dan kan Hij met ons meelijden. Let wel: Hij kan niet meevoelen met onze zonden, maar wel als we door alles om ons heen het moeilijk vinden om vol te houden en niet te bezwijken. Onze Heere Jezus is als een grote hogepriester de hemelen doorgegaan en zit nu aan Gods rechterhand. Hij bidt voor ons en Hij wil ons helpen in onze strijd. We mogen met alle vrijmoedigheid naar de Troon van Genade gaan – Hij is daar om ons op tijd te hulp te komen (Hebr.4:14-16).

Conclusie

Ongetwijfeld valt er meer te zeggen over dit belangrijke onderwerp. Zolang God ons laat leven te midden van de huidige wereld en zolang we zelf nog niet compleet vernieuwd zijn, zullen we te maken hebben met verleidingen, met verzoekingen. Als we de Heere toelaten om ons hierin te sterken – dat Hij onze kracht en toevlucht is, dan kunnen we vol vreugde merken dat ons geloof sterker wordt. Besef dat onze Heere altijd nabij wil zijn, een toevlucht in verzoekingstijd. We zijn als Gods kinderen altijd welkom in Zijn troonzaal om op tijd hulp van Hem te ontvangen.

Ook interessant

Sluit een verbond met je ogen

Job sloot een verbond met zijn ogen. Waarom? Om rein te blijven. De wetenschap dat God alles ziet gaf kracht om tegen

Podcast 2: Onderdanige vrouw

Vrouwen die hun man onderdanig zijn, dat lijkt niet meer van deze tijd. Toch spreekt de Bijbel er op verschillende plekken zo

Bijbelstudie: Genesis 19 en sodomie

”Sodomie”. Wie kent het woord niet? We denken al snel aan homoseksuele handelingen. Maar gebruiken doen we het woord niet meer. Is

Podcast 3: Radicale liefde

Mannen moeten hun vrouwen liefhebben. Wat is daarvoor het argument? Zelfliefde of liefde voor het eigen lichaam? Welke liefde wordt hier bedoeld?