Acceptatie van de homoseksuele praxis is afdwaling van de Bijbel

Leestijd: 5 minuten

Steeds meer predikanten gaan om. Er zou volgens hen toch wel enige ruimte moeten zijn voor homoseksuele jongeren om hun seksualiteit te beleven. Hier gaat dan echter een belangrijke wissel om.

Een aantal jaren geleden zat ik met een collega te praten in zijn studeerkamer. Op een geven moment ging het gesprek over hoe we als kerk, als pastors omgaan met homoseksualiteit. Hij verzuchtte dat hij het onbegrijpelijk vond dat er zoveel over juist dit onderwerp gesproken wordt in kerken, terwijl bijvoorbeeld in Romeinen 1 allerlei andere zonden genoemd worden, waar we het nooit over hebben: hoererij, boosheid, hebzucht, afgunst (jaloezie), moord, ruzie, bedrog enzovoorts. ‘Waarom wordt homoseksualiteit eruit gelicht en neergezet als de ergste zonde, terwijl we al die andere dingen niet aan de kaak stellen?’ zei hij.

Dat alleen homoseksualiteit als zonde wordt neergezet (of als de ergste zonde), terwijl we rustig voorbijgaan aan bijvoorbeeld heteroseksuele zonden (hoererij), of hebzucht of ruzie maken, dat deugt inderdaad natuurlijk niet. “Maar”, antwoordde ik: “Dat er zo veel discussie is over het onderwerp homoseksualiteit, is omdat er in onze tijd een groeiend aantal christelijke voorgangers en theologen is die de homoseksuele praktijk, als deze in een relatie van liefde en trouw plaatsvindt, niet meer veroordeelt, terwijl dat dertig jaar geleden nog maar nauwelijks het geval was.”

Er zal geen dominee te vinden zijn in Nederland die vanaf de kansel ineens beweert dat hebzucht geen zonde is. Paulus schreef dat dat een vorm van afgoderij is. Over dat onderwerp bestaat geen discussie in christelijke kring. Datzelfde kun je zeggen over het plegen van overspel, het plegen van een moord of het bedriegen van je naaste. Over al die andere ongerechtigheden die Paulus noemt in Romeinen 1 is geen discussie in christelijke kringen, of we die zaken wel als moreel verwerpelijk zouden moeten zien. Maar aangaande de homoseksuele praktijk is dat wel het geval. Daarom hebben we het zoveel over juist dit onderwerp.

Velen schuiven op

De collega waar ik bij op bezoek was vertelde mij dat hij wat dit betreft ook verschoven is in zijn mening hierover. De laatste jaren heb ik van steeds meer collega’s begrepen dat ook zij niet meer de homoseksuele praxis veroordelen als het een relatie van liefde en trouw betreft. Degenen die blijven zeggen dat de Bijbel de homoseksuele praktijk afkeurt en zonde noemt komen steeds meer alleen te staan. Toen ik bijna dertig jaar geleden werd ingezegend als predikant had ik niet kunnen denken dat ik dit binnen mijn eigen kringen zou gaan tegenkomen. Afgelopen week kwam naar buiten dat de Evangelische Theologische Faculteit in Heverlee, waar ik zelf een afgestudeerde van ben, ook niet meer wil zeggen dat de Bijbel de homoseksuele praktijk afkeurt.

Cultuurgebonden

Sommigen beweren dat wat er in de Bijbel staat over homoseksualiteit tijdgebonden, cultuurgebonden is. Dat wil zeggen, het gold voor die tijd en cultuur, maar niet meer voor deze tijd. Er staan in de Bijbel inderdaad allerlei zaken die je niet zomaar kan doortrekken naar alle tijden en plaatsen. Bijvoorbeeld dat iemand die overspel pleegt gestenigd moet worden, of dat iemand die hout sprokkelt op de sabbat de doodstraf moet krijgen, of dat we het lot werpen om leiders in de kerk aan te stellen. Er staat veel in de Bijbel dat we niet zomaar kunnen knippen en plakken.

Maar een belangrijk punt in het bepalen of iets wel of niet tijd- en cultuurgebonden is, is dit: de Bijbel zelf geeft dit aan. Dat bepaalde wetten alleen voor de theocratie Israël of voor het volk Israël bedoeld waren – en niet voor christenen – maakt de Bijbel zelf duidelijk. Als het echter gaat om de veroordeling van de homoseksuele praktijk leert de Bijbel heel duidelijk dat dit een tijdloos principe is, een tijdloze waarheid. Alle teksten die homoseksualiteit benoemen in zowel het Oude als het Nieuwe Testament keuren deze praktijk af. De Bijbel is er duidelijk over dat de veroordeling hiervan voortkomt uit de scheppingsorde. Het heeft te maken met hoe man en vrouw gemaakt zijn. Dat is natuurlijk niet tijd- of plaats- of cultuurgebonden.

Kinderen begrijpen het

Wij hebben vroeger wel een prentenboekje gebruikt om onze kinderen (toen ze klein waren) iets te leren over man en vrouw, over seksualiteit en over waar de kindertjes vandaan komen. Dat boekje heet ‘Papa, mama en ik’. Daarin worden ook puzzelstukjes weergegeven om duidelijk te maken hoe dat werkt. Het ene puzzelstukje heeft een inhammetje en het andere puzzelstukje heeft een uitstulpinkje, en dan laten ze zien hoe die twee puzzelstukjes in elkaar passen. Zo werkt het met papa en mama en daar kan dan een kindje uit voortkomen. Dat maakt het op een prettige en beschaafde manier begrijpelijk voor een klein kind.

Maar stel je nou eens voor dat een vader bij dat verhaal tegen zijn zoontje zou zeggen: ‘Je kunt ook met twee dezelfde puzzelstukjes dit doen.’ Dan zal het zoontje zijn vader aankijken en tegen hem zeggen: ‘Neeeeeee, papa, doe niet zo gek! Dat kan toch helemaal niet!?’ Dat past toch niet in elkaar?’ Zelfs een kind kan de scheppingsorde heel makkelijk begrijpen. Maar er zijn er velen, tot en met de meest geleerden in onze samenleving, die het niet meer begrijpen. Ik vraag mij af of mijn collega’s die inmiddels pleiten voor acceptatie van de homoseksuele praktijk in de kerk, aan hun eigen kinderen of kleinkinderen (als die nog klein zijn) hun standpunt uitleggen, en als ze dat zouden doen, hoe ze dat dan doen.

Eenheid in verscheidenheid

Juist man en vrouw zijn in hoe zij van elkaar verschillen beelddragers van God. Man en vrouw in het huwelijk, de eenheid die zij in verscheidenheid vormen, laat iets zien van de Heere God Zelf, die één is, maar toch in de gemeenschap van de Drie-eenheid leeft. Daarom valt het rijk der duisternis het huwelijk zo hard aan. Volgens de Bijbel is de homoseksuele praktijk onnatuurlijk en geen enkele vorm van alternatieve interpretatie of nieuwe (subjectieve) hermeneutiek kan dat veranderen. Het normaliseren van de homoseksuele relatie, en het pleiten voor acceptatie daarvan in kerk en samenleving, is een vorm van ontrouw aan wat de Bijbel leert. Ook de natuur (de scheppingsorde) maakt duidelijk dat homoseksualiteit niet de bedoeling is.

Hart onder de riem

Al mijn broeders en zusters die worstelen met homofiele gevoelens wil ik tot slot het volgende meegeven. Ten eerste, dank aan degenen (dan zijn er meer dan op twee handen te tellen zijn) die mij dit hebben toevertrouwd en de zeer open en kwetsbare gesprekken die we daarover hebben gehad. Niemand mag jullie veroordelen om de gevoelens die je hebt en de strijd die je voert. Het is goed dat je het voor jezelf erkent en er met anderen over praat. Het is niet zo dat jij er niet mag zijn, niet welkom bent of een grotere zondaar bent dan anderen.

In de kerk moet eerlijk en integer gesproken worden over het omgaan met homoseksualiteit. In het verleden is er veel misgegaan op dit gebied. De weg tot vrijheid is echter niet om wat de Heere God als zonde bestempelt te gaan accepteren als aanvaardbaar gedrag. Daar wordt niemand beter van. Met deze column wil ik ook al diegenen die al hun leven lang strijd voeren op dit gebied, maar niet als homoseksueel zijn gaan leven, een hart onder de riem steken. Ik wil jullie danken voor het krachtige voorbeeld van gehoorzaamheid dat jullie zijn.


Gepubliceerd: 21-06-2024

Ook interessant