De zaak-Latzel een les in woordgebruik

brett-jordan-POMpXtcVYHo-unsplash (1)
Leestijd: 4 minuten

Ds. Latzel is door de rechtbank veroordeeld, hij wordt mogelijk ook door zijn kerkelijke leiding veroordeeld. Hij werd aangeklaagd vooral vanwege het gebruik van heftige woorden als Verbrecher (misdadigers) en Genderdreck (genderzooi). Is dit alles dan misschien niet zijn eigen schuld? Of anders gezegd: wat kunnen christenen in Nederland leren over het woordgebruik, juist in discussies rondom homoseksualiteit en gender?

De conclusie lijkt snel gemaakt: Latzel is onbehouwen. Ook wie de veroordeling al te rigoureus vindt, kan haar toch wel begrijpelijk vinden. Immers, als je bij zo’n gevoelig thema grote woorden gebruikt, dan roep je negativiteit zelf over je heen. En roept de Bijbel ons niet op tot voorzichtig en liefdevol spreken?

Om bij dit laatste te beginnen: ik stem helemaal in met ds. J.R. Visser, die op de dag van de presentatie van het Bijbels Beraad zei „dat onze woorden tot in de formuleringen vol van liefde en ontferming moeten zijn.” Dan is het toch eenvoudig? Deze Duitse predikant heeft dat nagelaten, dus de veroordeling was op zijn minst deels aan hemzelf te wijten.

Wacht even! Wie zó snel weet te concluderen, moet de woorden van ds. Visser eens op zichzelf betrekken: onze beoordeling van ds. Latzel moet vol van liefde zijn! En dat betekent: eerst eens goed luisteren. Naar de context: heeft hij homoseksueel-levenden ‘misdadigers’ genoemd? Nee, activisten die de boel vernielen – en dus ook daadwerkelijk vandalen zijn. Heeft hij mensen als ‘Dreck’ aangeduid? Nee, een opvatting. Maar hoewel dit ook door hemzelf uitentreuren is uitgelegd, lijkt dat niet gehoord te worden. Nee, Latzel gebruikt lelijke woorden in een gevoelig debat, dus hij is een ‘Verbrecher’. Dat is de intolerantie der toleranten.

Laten we eens verder kijken. Of ds. Latzel liefde en ontferming kent, dat zal moeten blijken uit het totaal van wat hij zegt. Hoewel de huwelijkscursus van internet gehaald is, en we dus niet kunnen horen wat hij dáár gezegd heeft, is het wél mogelijk hem te beluisteren. Zijn preken worden iedere zondag door duizenden mensen beluisterd. En wie dat doet, hoort een man die wil vasthouden aan de waarheid van Gods Woord en begaan is met de eeuwige zaligheid van zijn hoorders. Die forser spreekt dan de meesten van ons gewend zijn, maar achter wiens stevige uitspraken een warm hart klopt voor Christus en voor verloren zondaren.

Maar dan nog, dan moet je toch niet zúlke woorden gebruiken? Inderdaad, ook zelf zegt hij dat het hem spijt dat hij de suggestie gewekt zou kunnen hebben dat hij homoseksueel-levenden als mens afwijst. Trouwens, als ‘iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man’ (Jakobus 3:2). Alleen laten we helder zijn: Gods Woord gebruikt soms ook grote woorden. Mensen worden vergeleken met ‘stomme honden’ (Jesaja 56:10), varkens (Mattheüs 27:6) en ‘kwade beesten’ (Titus 1:12), hun leven met drek (Spr. 30:12), hun opvattingen met braaksel en modder (2 Petrus 2:22), hun woorden met lastering (lees Judas vers 8-13), enzovoorts.

Dat zou je niet verwachten. De Heere Jezus is zo vol ontferming, zo vol liefde! O ja, meer dan wij bedenken kunnen. Hij heeft nog nooit iemand afgewezen die met zijn/haar nood naar Hem toe kwam! Laten wij dat ook nooit doen. De meest verloren zondaar is welkom. Degene die zich voelt als een beest, die het gevoel heeft zijn leven doorgebracht te hebben in de drek van de zonde – die mag met al zijn vuiligheid komen. En dan zal Christus niet nog eens goed op al die vlekken wijzen, maar metéén zorgen voor een geestelijk bad (Titus 3:5). Wie met zijn nood bij Christus komt, slaat geen modderfiguur, maar ontvangt volkomen reiniging.

Maar juist daarom zijn Hij en Zijn apostelen ook scherp. Scherp tegen hen die zondaren bij Hem vandaan houden. En tegenover hen die de zonde goedpraten, verdedigen, bevorderen. In Zijn mond en uit hun pen zijn harde woorden soms juist vol liefde, omdat zij de ongerechtigheid bestrijden. En daar is ook nu reden voor. Er zijn ideologieën en praktijken, zeker ook in het West-Europa van 2020, die mensen en samenlevingen kapot maken. Het is geen liefde om daar vergoelijkend over te spreken. Het kan soms liefde zijn, om daarover scherp te zijn.

Dan blijft natuurlijk wel de vraag over: op welke manier kun je in voorkomende gevallen scherp spreken en tóch ‘vol liefde en ontferming’ zijn? Een paar aanwijzingen:

  • Besef dat je zelf niet beter bent. Paulus schrijft, dat hij achteraf ziet dat alles wat hij vroeger had ‘schade en drek’ was (Filipp. 3:8). Ds. J.R. Visser zegt daarover: „‘Geestelijk zijn’ betekent dat je heel goed beseft dat jij tot dezelfde meningen zou komen en dezelfde manier van leven als jij Christus niet had gekend.”
  • Besef dat je de strijd niet alleen hebt tegen zonden en dwalingen van buiten, maar primair tegen die in jezelf (zie de bijdrage van ds. D.E. van de Kieft).
  • Bestrijdt niet opvattingen omdat die jou niet bevallen, maar omdat ze werkelijk schadelijk zijn. „Egocentrisme is de dood in de pot voor echte en duurzame relaties, en dus voor ware liefde”, aldus Oscar Lohuis.
  • Spreek „met grote nadruk en diepe ernst”, aldus ds. Kieviet, in het besef dat er véél op het spel staat: het eeuwig welzijn van onze naaste!
  • Wijs zonden krachtig af, maar laat zondaren te allen tijde weten dat zij welkom zijn bij Jezus Christus, dat er reiniging is van álle zonden.
  • Laat hetgeen je zegt ingebed zijn in een leven waarin liefde de boventoon voert. In je huwelijk, als je getrouwd bent (zie daarover de overdenking van ds. A. Bloemendal), en in heel onze omgang met onze naaste. Ongetwijfeld zullen er mensen vallen over wat wij zeggen of doen, maar dan gelden de volgende woorden (1 Petr. 2:12): ‘En houd uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die zij in u zien, God verheerlijken mogen in de dag van de bezoeking.’

Ook interessant

Kreten op kleding

Vorige zomer viel het me ineens op: bijna iedereen liep met een tekst op zijn shirt rond. En omdat ik veel met