Het gezin van God

pexels-rdne-gezin om tafel bidden
Leestijd: 3 minuten

Vorige week was het de Week van het gezin. Deze tijd heeft behoefte aan gezonde gezinnen, als hoeksteen van de samenleving. Gods gemeente is ook te beschouwen als een gezin. De gebrokenheid van onze tijd vraagt om levende kerken, waar Gods Geest in woont, die werkelijk een gemeenschap vormen.

De eerste gemeente

Afgelopen weekend vierde de wereldwijde kerk het Pinksterfeest. De uitstorting van de Heilige Geest werd herdacht. Vanaf het Pinksterfeest gaat de rijke levensstroom (Ezech.47:1-12) de hele wereld door. Maar het begint allemaal in Jeruzalem. Daar wordt de eerste vrucht van Pinksteren zichtbaar. De preek van Petrus op de Pinksterdag brengt velen tot hartelijk berouw. Drieduizend bekeerlingen vormen de voorbode van de oogst van Pinksteren. Vervolgens lezen we in Handelingen 2 over een jaloersmakend voorbeeld van gemeente-zijn. “En zij waren volhardende in de leer van de apostelen, en in de gemeenschap, en de breking van het brood, en in de gebeden” (Hand. 2: 42). De eerste christenen deelden hun bezittingen onderling. Ze brachten veel tijd door in de tempel, ze deelden hun huizen en hun maaltijden. En dagelijks bracht de Heere nieuwelingen toe.

Fundament

De schets van de gemeente uit Handelingen 2 mogen we nooit relativeren als een idealistisch verhaal uit een ver verleden. Het heeft ook veel te zeggen voor ons gemeente-zijn in deze tijd. Ook verderop in het Nieuwe Testament lezen we steeds dat overal waar het Evangelie kwam, gemeenten werden gesticht. De thema’s waar Bijbels Beraad M/V zich mee bezighoudt, laten zien dat deze tijd behoefte heeft aan levende kerken waar het gemeente-zijn functioneert. Het is onmisbaar dat de kerk staat op het fundament van Gods Woord en dat de vragen van deze tijd vanuit de Bijbel worden doordacht.

Dat Bijbelse spreken schuurt met het denken van deze tijd. Bijvoorbeeld als we een homoseksuele relatie op grond van Gods Woord afwijzen, of als we transgenderisme zien als strijdig met Gods geboden. Het stopt echter niet bij het innemen van zo’n Bijbels standpunt. In de praktijk blijkt dat christenen die worstelen met de gebrokenheid van (bijvoorbeeld) een homoseksuele gerichtheid, hun gemeente heel hard nodig hebben.

Gods gezin

Enkele jaren geleden schreef de Engelse baptistenpredikant Ed Shaw een lezenswaardig boek over zijn eigen worsteling met homoseksuele gevoelens. Helder zet hij uiteen hoe hij vanuit de Bijbel tot de overtuiging kwam dat hij geen homoseksuele relatie mag aangaan. Eerlijk schrijft hij ook over de moeilijke momenten die zijn leven als single met zich meebrengt. Shaw doet een sterk appel op de kerk om, wat hij noemt, Gods gezin te zijn. Als we homo’s op grond van de Bijbel oproepen om geen seksuele relatie aan te gaan, zijn we dan in staat om als gemeente het gezin te vormen dat om hen heen staat? Het is een moeilijke weg om te leven zonder een seksuele relatie, maar het is niet onmogelijk. Het is echter niet mogelijk om zonder liefde te leven. Juist de gemeente is zo’n plaats waar liefde woont, waar de onderlinge gemeenschap in praktijk wordt gebracht.

Lasten dragen

Deze oproep raakt ook het gemeente-zijn in de kerk van Nederland. Veel Nederlandse christenen beschouwen de kerk vooral als een plek waar je zondags twee preken hoort, en niet veel meer dan dat. De kerk dient echter als een gemeenschap te functioneren. Een plaats waar het Woord van God centraal staat, waar de genademiddelen worden gebruikt, waar de Heilige Geest wil werken. Maar waar we ook bereid zijn elkaars lasten te dragen (Gal. 6: 2). Een plek waar we elkaar durven te corrigeren waar dat nodig is. Een plaats waar liefde en leed wordt gedeeld. Paulus spreekt in 1 Korinthe 12 over de gemeente. Hij gebruikt dan de beeldspraak van een lichaam met leden die verschillend zijn, maar elkaar wel onderling aanvullen.

Gemeente-zijn

Enkele suggesties om dit gemeente-zijn concreet te maken:

  • De gebrokenheid op het gebied van huwelijk en seksualiteit vraagt om trouwe pastorale zorg. Hoewel pastoraat niet de enige taak is van de christelijke gemeente, mag het nooit sluitstuk van de begroting zijn. De Heere Zelf gaf aan de ouderlingen de taak om de kudde van God te weiden (1 Petrus 5:2).
  • Bovenstaande is geen oproep aan drukbezette ambtsdragers om (nog) meer taken op hun schouders te nemen, maar wel om de goede prioriteiten te stellen. Bij het onderlinge pastoraat kunnen overigens ook niet-ambtsdragers worden ingeschakeld. Denk bijvoorbeeld aan Titus 2:3-5 waar staat dat oudere vrouwen de jonge vrouwen moeten onderwijzen.
  • De christelijke gemeente is ook een goede plek om het principe van ‘onderlinge verantwoording’ vorm te geven. Dat wil zeggen: het aan elkaar belijden van zonden, het onderlinge mentorschap, het elkaar helpen om rein te leven. Jakobus wijst hier bijvoorbeeld op als hij schrijft: belijdt aan elkaar de misdaden, en bidt voor elkaar, opdat gij gezond wordt (Jak. 5: 16). Er zijn veel praktijkvoorbeelden bekend waar de Heere deze onderlinge verantwoording gebruikt(e) om rein te leven in een onreine wereld.

Ook interessant