DE ONTHEILIGING VAN DE MENS – Deel 2

Michelangelo, de schepping van adam
Leestijd: 8 minuten

Dit jaar is het precies 80 jaar geleden dat C.S. Lewis zijn lezingen gaf die uiteindelijk uitmondden in het boek ‘De afschaffing van de mens’. Hij sprak tot zijn publiek toen de Tweede Wereldoorlog volop woedde, en identificeerde het centrale probleem van de moderne tijd: de wereld vergat wat het betekent om mens te zijn.

Ontheiliging van seksualiteit en de dood

Hoewel er op veel terreinen gezocht kan worden naar verder bewijs dat ontwijding mainstream is geworden, zal ik mij concentreren op seks en de dood. Beide zijn van oudsher zaken van diepe religieuze betekenis. Seks is de mysterieuze oorsprong van het leven, de dood het mysterieuze einde van het leven. Het is daarom niet verwonderlijk dat een groot deel van de wetten van de Pentateuch gaat over de gevolgen van seks en de dood voor rituele zuiverheid. De wet specificeert gedetailleerd hoe iemand, die onrein is vanwege het hebben van seks, of seksgerelateerde zaken, of door contact met een dood lichaam, kan terugkeren naar de gemeenschap door middel van offers en reinigingen. Ook de islam ziet seks en de dood als kwesties van rituele zuiverheid.

Volgens het christendom is de Pentateuch getransformeerd door Christus. Maar de Pentateuch biedt nog steeds de context voor het drama van  het Nieuwe Testament. In Marcus 5 drijft Jezus de boze geesten uit van de bezetene die in de graven woont. Hij geneest de bloedvloeiende vrouw en wekt de dochter van Jaïrus op uit de dood. In deze gevallen heeft het wonder van reinheid die de onreinheid overwint betrekking op seksualiteit of de dood. Verder beschouwt het christendom het huwelijk als een afspiegeling van de vereniging tussen Christus en de kerk. Deze afspiegeling wordt weergegeven in het onderricht van Paulus over seksuele ethiek en in de sacramentele visie van de katholieke kerk op het huwelijk.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat westerse samenlevingen seks en dood het langst bleven omringen met openbare, heilige rituelen. Een huwelijksdienst was voorwaarde voor legale seksuele omgang. Baby’s werden gedoopt. De doden werden begraven in gewijde grond. Seks en dood waren zaken van heilige en gemeenschappelijke betekenis.

Niet triviaal

Dit houdt in dat moderne verschuivingen in de houding ten opzichte van seks en de dood niet triviaal zijn. Er zijn veel belangrijke kwesties in de samenleving: de tarieven van de inkomstenbelasting, snelheidslimieten op snelwegen, de wettelijke leeftijd voor de aankoop van alcohol, enzovoort. Maar geen enkele is van zo’n essentieel belang in een cultuur als de houding ten opzichte van seks en de dood. Je hoeft niet religieus te zijn om dit te zien. Je hoeft alleen maar te erkennen dat seks en de dood van oudsher zaken van heilige bezorgdheid zijn, om het verlies van die status als aanzienlijk te kunnen beschouwen.

Seks en dood zijn onlosmakelijk met het lichaam verbonden. Bij de ene gaat het om twee lichamen die een ander creëren, bij de andere gaat het om het beëindigen van het lichamelijke leven. Seks en dood waren inderdaad heilig omdat het lichaam zelf heilig was, begrensd door de mysteries van geboorte en dood. We zouden dit op een andere manier kunnen zeggen: degenen die naar Gods beeld zijn gemaakt, zijn als lichamen gemaakt. Het beeld woonde niet in het lichaam zoals een astronaut in een ruimtepak zit. Het lichaam was de persoon. Adam bevestigt dit wanneer hij Eva ziet en verklaart: “Dit is nu been van mijn benen en vlees van mijn vlees.” En de leer over lichamelijke opstanding in het Nieuwe Testament bevestigt dat. Een persoon is geen spookachtige immateriële wezen, maar een eenheid van lichaam en ziel.

De tendens van de moderne cultuur is om te ontkennen dat het lichaam zo belangrijk is. Belichaming is niet langer voldoende voor het begrip van ‘persoon’, een punt dat wordt benadrukt door filosofen als Peter Singer en Derek Parfit. Maar dit argument is niet voorbehouden aan universitaire seminars. Het maakt deel uit van de gedeelde morele denkwijze van onze tijd. We geven intuïtief prioriteit aan gevoelens en ontkennen de autoriteit van het lichaam en van de relaties die belichaming met zich meebrengt. We beschouwen onszelf in de eerste plaats als psychologische wezens, een idee dat wordt versterkt door de onstoffelijke, geen weerstand oproepende interacties van onze online wereld.

Pornografie

De ontheiliging van de mens manifesteert zich vandaag de dag dus vooral als een strijd tegen de autoriteit van het lichaam, in het bijzonder de seksuele aard en de sterfelijkheid ervan. Pornografie is een voor de hand liggend voorbeeld. Wat doet pornografie? Het neemt de mysterieuze, creatieve seksuele handeling en maakt deze onpersoonlijk door er een handelsartikel van te maken voor consumptie door derden. De betekenis van de seksuele handeling ligt niet in de interacties tussen uitvoerders, maar in het plezier dat deze interacties aan de consument geven. Pornografie verandert de menselijke uitvoerder in een object, de lichamelijke, menselijke persoon in een stuk vlees. En de steeds gewelddadiger aard van de hedendaagse pornografie versterkt dit proces. Pornografie is dus mensonterend. Of, om het anders te zeggen: het is een ontheiliging van de mens.

De basislogica van pornografie is uiteraard die van de seksuele revolutie die zijn voltooiing nadert. Terwijl seksualiteit historisch gezien heilig was omdat het verband hield met het mysterie van het leven, is de hedendaagse betekenis ervan ontspanning en zelfontplooiing. Terwijl seksualiteit het individu er ooit toe dwong de ander te behandelen als een persoon met wie hij normaal gesproken verbonden moest zijn, gaat men nu andere mensen zien als objecten die voornamelijk voor persoonlijke bevrediging moeten worden gebruikt. De seksuele revolutie brengt een ontwijding van de mens met zich mee.

Transgenderidentiteit

Het transgender tijdperk waarin we nu leven is een ander voorbeeld. De onthechting van de persoon met zijn lichaam bereikt zijn hoogtepunt in de uitspraak: ‘Ik ben een vrouw gevangen in het lichaam van een man.’ Deze uitspraak is alleen plausibel in een wereld waarin psychologische gevoelens essentieel zijn gemaakt. Als daaraan een autoriteit is toegekend die aan het lichaam worden ontzegd. Natuurlijk is er hier sprake van een paradox. Als het lichaam niet relevant is, waarom moet het dan tegen zeer hoge kosten veranderd worden om te voldoen aan een innerlijk gevoel van genderidentiteit? Het lichaam is immers alleen instrumenteel relevant. Het is niet de echte ik, maar een middel waarmee ik de echte ik naar buiten uitdruk.

Zeker, we kunnen en behoren heel voorzichtig zijn in onze pastorale benadering van deze kwestie. De persoon die zo’n bewering doet is namelijk een persoon. Maar het toegeven dat deze bewering geldig is, is een ontkenning van de ware persoonlijkheid. We ontkennen dan namelijk de betekenis van het lichaam voor het begrip ‘persoon’. Het is een ontheiliging van de mens.

Paradox

Hierdoor kunnen we de paradox zien van de huidige problemen binnen de ruimere LHBT- en de feministenbeweging wat betreft de trans rechten. Het traditionele denken van lesbiennes, homo’s, en bi-seksuelen veronderstelt de belangrijkheid van de belichaamde sekse binary, in die zin dat een aantrekkingskracht tot iemands eigen geslacht de stabiliteit van dat geslacht als een categorie vooronderstelt. Vandaar de groeiende tegenstand van een aantal lesbiennes en mannen die homo zijn, tegen transgenderisme. Maar hier ligt een probleem. Deze groepen ontkennen ook, paradoxaal genoeg, in de praktijk de betekenis van de belichaamde seksespecifieke tweedeling – het idee dat mannen en vrouwen elkaar wezenlijk seksueel aanvullen, dat de een geschapen is voor de ander.

Deze ontkenning ontkracht eigenlijk de betekenis van de belichaming voor de persoonlijkheid. Want als de seksuele vereniging naar behoren functioneert, houdt zij in dat de een zich aan de ander geeft. Dan is de seksuele aanleg van het lichaam een centraal onderdeel van beide personen. Maar als de geseksualiseerde aard van het lichaam irrelevant is voor de meest intieme menselijke interactie dan is wie ik ben op een zeer fundamentele manier losgemaakt van mijn lichaam. Dan wordt ik iets dat mijn lichaam bewoont en het gebruikt als een instrument en niet iets wat ik ben. Kortom, men kan het lichaam niet ontwijden en men kan net zo min het stabiele idee van de persoonlijkheid behouden als Nietzsche denkt dat men God kan doden en de aarde verbonden blijft met de zon.

De dood

Als geslachtsgemeenschap niet meer heilig is, dan hebben gebruiken die met de dood te maken hebben een soortgelijk pad gevolgd. Ooit was het een heilig mysterie; nu mobiliseren we sociale en technologische krachten om het te ontkennen. Geweld en de dood, eens te heilig om op het toneel te brengen in de Griekse tragedie, zijn de triviale of de pornografische prijs van de film en de videospelen geworden. Het Romeinse Colosseum maakte van de dood een zaak van entertainment; tegenwoordig brengen films en videospelen pornografisch geweld in de huiskamer, via de handen van iedereen die een televisie, een spelconsole of een smartphone heeft.

De echte dood is een zuiver medische aangelegenheid, waarbij de stervende naar een ziekenhuis of hospice wordt gebracht. Het gevecht tegen het lichaam is daar ook veelzeggend, want wat is de uiteindelijke autoriteit die het lichaam bezit? Niet om ons geslacht als man of vrouw te bepalen, maar om ons te dicteren dat we sterfelijk zijn. In dit licht lijkt euthanasie een laatste (en aantoonbaar nutteloze) poging om de controle over wie we zijn in onze eigen hand te houden.

De poging om aan de sterfelijkheid te wennen gaat door na de dood. Kerken worden niet meer met een begraafplaats gebouwd, wat vroeger typisch was voor een kerk. Dit heeft tot gevolg dat men tegenwoordig niet meer aan een godsdienstoefening deelneemt in de nabijheid van overleden geliefden. Een begrafenis wordt een viering van het leven. In Amerika neemt de populariteit van cremeren elk jaar toe. Misschien heeft men hiervoor best praktische redenen, zoals kosten of gebrek aan ruimte. Maar cremeren dient nog steeds om elke blijvende, zichtbare herinnering van het leven onder de doden te verbranden. Toegegeven, sommigen hebben urnen met de as van geliefden. Maar het potje dat thuis op de schoorsteenmantel staat is iets anders dan – durft iemand zeggen minder gewijd dan? – een begraafplaats naast een kerk. Het is moeilijk om stil en eerbiedig te blijven als de televisie staat te schetteren en de ketel staat te koken.

Transhumanisme

Men kan hetzelfde zeggen over transhumanisme, waarvan transgenderisme een filosofische subgroep is. Het lichaam in haar sterfelijkheid is de laatste barrière om tot zelf-creatie te komen. Om je te identificeren als een man, terwijl je een vrouw bent, moet je het gezag van het lichaam tarten. Maar je kunt jezelf overtuigen met behulp van hormonen, chirurgie en de sociale bevestiging van de wereld om je heen. U kunt ook het gezag van het lichaam tarten door uzelf te identificeren als onsterfelijk. U zult echter zeker een vermoeden houden dat uw lichaam ooit haar gezag zal opeisen en u zal tegenspreken. Vandaar de drang van de transhumanist om de menselijke beperkingen te overwinnen. In het bijzonder die van de beperkte duur van ons sterfelijk leven.

De ‘verrukking’ van ontheiliging

Dit brengt me tot een volgend voordeel van ontwijding als een verklarend systeem voor veel moderniteit. Ontwijding helpt om de opzettelijkheid en de opwinding te verklaren die de vernietiging inhoudt van de oude antropologie van het uitzonderlijke en het beperkte van de mens als gefundeerd op het beeld van God. Ontwijding is een verklaring van macht, die de grootste mythe die onze cultuur graag wil geloven versterkt. Men wil namelijk geloven dat we de goddelijke meesters zijn van dit universum.

De ideeën van ontwijding en fluïditeit, die Lewis beschreef, bieden onvoldoende verklaring voor de huidige ontwikkelingen. Want waarom beschouwen een aantal abortusactivisten bijvoorbeeld abortus niet als een noodzakelijk kwaad. Hoe komt het dat ze vinden dat we daar heel trots en tevreden over moeten zijn? Wat maakte dat die mannelijke trans-activist zo opschepperig beweerde dat hij een baarmoeder wilde laten transplanteren? Zijn enige doel was om zwanger te kunnen worden en een abortus te kunnen laten uitvoeren, zo stelde hij. Er is een opzettelijke, opgetogen, irrationele verrukking over de afbraak van oude morele normen, traditionele categorieën, en lichamelijke realiteiten. Die gaat verder dan onpersoonlijke sociale verschijnselen als ‘ontwijding’ en ‘fluïditeit’.

Als we de ‘ontheiliging’ als categorie toevoegen, dan worden zulke dingen begrijpelijker. Zoals Augustinus en Freud beide hebben begrepen, is het begaan van een overtreding plezierig. En hoe groter de overtreding, des te groter is het plezier. Welnu, er kan geen grotere overtreding zijn dan die tegen het heilige. Door God te doden geven we onszelf het privilege dat we zelf god worden. Er is ongetwijfeld niets zo opwindend ‘als God’ te zijn. En er is geen dramatischer manier van God te zijn, dan het voeren van een heilige oorlog tegen de van God gegeven natuur belichaamd in de  menselijke persoonlijkheid.


Dit is deel 2 in een 3-delige serie over de ontheiliging van de mens, een essay die door Carl R. Trueman werd uitgesproken tijdens de 36e Erasmuslezing.

Carl R. Trueman is hoogleraar Bijbelse en religieuze studies aan het Grove City College. Hij is onder andere auteur van het vertaalde boek Vreemde Nieuwe Wereld.    

Ook interessant