Commentaar: Excuses kabinet voor oude Transgenderwet

Sebastiaan ter Burg (cc, via Flickr)
Leestijd: 3 minuten

Demissionair minister Ingrid van Engelshoven (Emancipatie) maakte vorige week zaterdag op geëmotioneerde wijze namens het demissionaire kabinet excuses voor de oude Transgenderwet. Deze wet was van kracht van 1985 tot 2014 en bepaalde dat een geslachtsverandering in het paspoort alleen was toegestaan na een fysieke transitie, waarbij mensen zich ook verplicht moesten laten steriliseren.

Van Engelshoven verwoordde de excuses als volgt: „We hebben decennialang een wet gehad die transgender- en intersekse personen kwaad heeft gedaan. Ik weet dat wie dit aangaat hier furieus over is. Of ontroostbaar. En ze hebben groot gelijk. Deze wet is voor velen een symbool van maatschappelijke afwijzing geweest. Mensen ondergingen medische behandelingen die ze niet wilden, of hebben noodgedwongen uitgesteld zichzelf te worden.”

Deze excuses, met daarbij tevens een regeling voor financiële tegemoetkoming, volgde op een aansprakelijkheidsstelling van de staat door het Transgender en Interseksecollectief eind 2019. Het collectief verlangde erkenning, excuses en financiële genoegdoening voor het leed dat de in de oude Wet Wijziging Geslacht opgenomen voorwaarden hebben veroorzaakt. 

Opvallende stap
Wat hiervan te denken? Opvallend is in de eerste plaats de geruisloosheid en snelheid waarmee deze stap werd gezet door het demissionaire kabinet. Daar waar voor oud-Indiëgangers, asbestslachtoffers en mensen met aarbevingsschade soms tientallen jaren touwtrekken nodig was om tot excuses te komen en een regeling te treffen, gebeurde het hier in minder dan twee jaar.

De media gaven weliswaar tamelijk breed aandacht aan de gemaakte excuses, maar iedere vorm van commentaar of kritiek bleef uit. Kennelijk wordt een stap als deze in onze samenleving met een bepaalde vanzelfsprekendheid begroet, of met schouderophalen. Ook christelijke media maakten er geen woorden aan vuil.  

Toch was het een opvallende stap. De regering besloot immers dat een wet, die democratisch is aangenomen en uitgevoerd, op basis van rap voortschrijdend maatschappelijk inzicht beschouwd moet worden als onrechtvaardig en schadelijk. Het is niet moeilijk om talloze andere voorbeelden te noemen van wetten die Nederland ooit had, die nu door groepen in de samenleving als schadelijk beschouwd zouden kunnen worden. Kunnen zij zich ook allemaal melden?

Het feit dat transitie ‘all-the-way’ inclusief sterilisatie een voorwaarde was voor aanpassing van het geslacht in het paspoort had een bepaalde logica. Het betekende uiteraard helemaal niet dat sterilisatie ‘gedwongen’ plaatsvond. Het was nog steeds een vrije keuze. Alleen, wie A zei moest ook B zeggen, dat was vermoedelijk het idee. Uiteraard was en is dat heel ingrijpend. Maar is het nu werkelijk zo vreselijk dat een vrouw die zich als man wil identificeren  –en dus kiest voor een ingrijpende transitie– in het kader daarvan geacht wordt af te zien van de mogelijkheid om kinderen te baren?

Tegenovergestelde beweging
Ironisch genoeg zijn er ook maatschappelijke ontwikkelingen die zich in tegenovergestelde richting bewegen. Minstens zes vrouwen met ernstige psychiatrische problemen zijn het afgelopen jaar door de rechtbank verplicht anticonceptie te nemen (NOS, 02-10). De nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, die sinds begin 2020 van kracht is, maakt dat met een zorgmachtiging mogelijk. Het opleggen van zo’n machtiging gebeurde vorig jaar september voor de eerste keer. De rechtbank in Rotterdam wees een zorgmachtiging met verplichte anticonceptie toe, in de vorm van een prikpil. De vrouw in kwestie heeft een schizo-affectieve stoornis en had al vier kinderen die allemaal onder toezicht zijn geplaatst.

Vijf jaar geleden pleitte minister Hugo de Jonge er in zijn eerdere functie als Rotterdamse jeugd- en zorgwethouder al voor om ouders die niet in staat zijn tot verantwoord ouderschap te verplichten om voorbehoedsmiddelen te gebruiken. „Sommige kinderen hebben het recht om niet geboren te worden”, zei De Jonge destijds.

Zou iets soortgelijks dan niet gelden voor kinderen van transmannen, vraag je je onwillekeurig af. Gedwongen sterilisatie is een beladen onderwerp (denk aan eugenetica), en Bijbels-ethisch gezien roept het veel vragen op, maar het is op zijn minst vreemd dat het welzijn van kinderen geen rol van betekenis lijkt te spelen in de overwegingen van de regering. Dat is geen nieuw verschijnsel, maar het blijft schokkend, omdat zij niet voor zichzelf kunnen spreken.

Ingewikkelde toestanden
Dit alles maakt nog eens duidelijk in welke ingewikkelde toestanden een land verstrikt raakt dat zich niet meer wil laten leiden door Gods geboden en niet meer wil weten van een absolute moraal. Daardoor moeten wetten steeds sneller aangepast worden aan veranderende inzichten over goed en kwaad. Het betekent ook noodzakelijkerwijs dat oude wetten moeten worden beschouwd als verkeerd en schadelijk.

Het wachten is nu op de volgende categorie slachtoffers die zich meldt bij de regering. Misschien zal het een collectief van spijtoptanten van transitie zijn. Twintigers die erachter komen dat ze als onzekere puber een fuik ingetrokken werden, en die nu met levenslange schade zitten. Die zich zijn gaan realiseren dat de behandeling gericht op bevestiging van hun gevoelens het omgekeerde was van wat ze werkelijk nodig hadden. 

Het excuus voor de Transgenderwet illustreert dat de mens die in alles zichzelf wil zijn, zich niets wil laten verbieden. Alles moet kunnen. Transmannen moeten kunnen baren. Iedere belemmering is schadelijk, zelfs als die inmiddels verleden tijd is. Daarom moet de realiteit met terugwerkende kracht worden aangepast. Er wordt geschiedenis geschreven door die te herschrijven. En dat mag wat kosten. In die zin waren de excuses van het kabinet helaas niet goedkoop.


Gepubliceerd: 03-12-2021

Ook interessant