Leestijd: 4 minuten
Soms verschijnt er iets in seculiere media waar reformatorische christenen een klein beetje blij van worden. Ze herkennen zichzelf, voelen zich begrepen. Een paar jaar geleden was er de podcast van Maarten Dallinga, nog iets eerder een tentoonstelling in het Catharijne Convent, vorig jaar verscheen er een boek van Jonah Falcke – door velen (niet allen) met een ingetogen gejuich begroet.
Bepaald anders was de reactie toen vorige week een tweeluik verscheen van Nieuwsuur. Op deze site is er al heel wat over geschreven (art.1; art.2; art.3). Reformatorische scholen werden bevraagd op hun visie op man, vrouw en huwelijk. Vrijwel niemand van de geïnterviewden (onder wie ‘onze’ E.J. Verbruggen en ds. M. Klaassen) voelde zich recht gedaan. (Dat zou mij als journalist trouwens een zeer ongelukkig gevoel geven, maar blijkbaar ervaren zij dat anders.) Het is duidelijk, dat de interviewers er niet wezenlijk op uit waren om de reformatorische visie te begrijpen maar om die aan de kaak te stellen. Niet heel verrassend, dat er in de Tweede Kamer en op andere plaatsen direct allerlei mensen verontwaardigd reageren: ‘Het moet maar eens afgelopen zijn met die fundamentalisten!’
Van de weeromstuit zou je als ‘fundamentalist’ het gevoel kunnen krijgen dat het geen zin heeft. De makers en kijkers van zo’n documentaire begrijpen je toch niet, willen je niet begrijpen. Moet je er dan nog wel aan mee doen?
Alternatief
Om daarop een antwoord te geven, moet je natuurlijk wel goed weten wat het alternatief is. Stel dat inderdaad alle betrokkenen hadden aangegeven niet mee te willen werken, zou het dan positiever uitgepakt hebben voor de reformatorische scholen? Nee, natuurlijk niet. De documentaire zou evenwel gemaakt zijn – aan de hand van methoden en boeken, citaten uit preken desnoods – en de karikatuur zou nog volmaakter geweest zijn.
Een tweede belangrijke vraag is, wat je ziet als doelstelling van het meedoen. Is het om tegenspraak te voorkomen, om te zorgen dat de reformatorische wereld op goodwill zal kunnen blijven rekenen? In dat geval is het misschien niet verkeerd om mee te doen maar in elk geval weinig zinvol. De tegenstelling en tegenstand zit daarvoor te diep. Natuurlijk kan een uitzending bijdragen aan nuance, maar we moeten er simpelweg op rekenen dat de Bijbelse boodschap op steeds meer weerstand en zelfs weerzin zal stuiten.
Goede redenen
Als je dan niet meedoet met het oog op een positieve beeldvorming, waarvoor dan wel? Ik zie in elk geval vijf goede redenen.
1. Er is een Bijbelse opdracht – niet per se om op televisie te verschijnen maar wel om bereid te zijn tot verantwoording (1 Petrus 3:15). Als een christen bevraagd wordt op zijn visie, dan krijgt hij daarmee een gelegenheid die hij niet voorbij mag laten gaan. Iedere christen zal zijn eigen afweging moeten maken op welke manier hij op een vraag in gaat (je kunt ook je beperken tot een goed gesprek zónder mee te werken aan de uitzending), maar geen medium is bij voorbaat uitgesloten. En degene die zich wil verantwoorden is niet verantwoordelijk voor het resultaat doch slechts voor het getuigenis zelf.
2. Een levende christen heeft niets te verbergen. Die indruk zou kunnen ontstaan als we structureel niet zouden mee willen werken. In plaats van iets te verbergen hebben we iets te bieden. Petrus spreekt niet voor niets over het afleggen van verantwoording ‘van de hoop die in u is’.
3. Een christen die meewerkt met het ene programma zou zomaar kunnen worden uitgenodigd voor het andere. Terwijl dan het ene programma slechts vijandig is, is misschien het andere veel nieuwsgieriger, is er veel meer ruimte voor een goed getuigenis.
4. Mogelijk is de positieve uitwerking er zelfs al sneller – en onzichtbaarder. Meermaals heb ik het meegemaakt dat een interviewer off record oprechte interesse toonde. Het diepgaandere gesprek kwam niet op televisie – maar wie weet wat het voor de persoon zelf mag betekenen.
5. Iedere keer als je geïnterviewd wordt of een documentaire-over-eigen-kring bekijkt geeft het zelfreflectie en wekt het op tot diepere verworteling, hartelijker bewogenheid en helderder bewoording. Dus zelfs al zou de samenleving er werkelijk niets mee opschieten, dan nog zal een documentaire als die van Nieuwsuur een goede uitwerking hebben, namelijk voor onszelf.
Voorwaarden
Om op zo’n manier vruchtbaar mee te kunnen doen zijn er wel enkele voorwaarden:
1. Wees diep overtuigd van de waarheid en rijkdom van de boodschap. Natuurlijk kan het zo zijn dat men dat niet wil horen, maar we hebben pas echt een probleem als degenen die bevraagd worden zelf eigenlijk ook het gevoel hebben dat ze maar een moeilijke boodschap moeten brengen. Dit vraagt om een diepe overtuiging van de Goddelijkheid van het Woord.
2. Wees bereid tot zelfreflectie. Als je dingen moeilijk onder woorden kunt brengen, kan dat reden zijn om je af te vragen of je wel leeft in de waarheid. Als je merkt dat sommige dingen die voor ons ‘gewoon’ zijn echt lachwekkend of kwaadaardig overkomen, kan dat reden zijn tot kritiek op misstanden in eigen kring. Als je ziet dat je een modderfiguur slaat, kan dat reden zijn om je af te vragen of je geen mediatraining moet volgen – want presentatie doet ook wat.
3. Wees oprecht. Een mediatraining kan helpen, maar een vlotte buitenkant kan een oneerlijke binnenkant niet verbloemen. En al te grote voorzichtigheid (wolligheid) kan soms juist nadelig overkomen. Andersom: in bepaalde gevallen maakt juist het spreken van iemand die mediatechnisch alles tegen heeft de meeste indruk. Het grootste is de wetenschap dat God door je heen wil spreken (Matth. 10:19).
4. Leef in afhankelijkheid van Gods Geest. Als het je oprechte verlangen is om Zijn getuige te zijn, dan wil Hij je ook in alle waarheid leiden. Dan weet je zeker dat je niet verantwoordelijk hoeft te zijn voor het (directe) resultaat, maar mag je met verwachting spreken, in de wetenschap dat Hij Zelf wel weet hoe Hij Zijn Koninkrijk moet bouwen en hoe tegelijkertijd het rijk der duisternis zichzelf te gronde zal richten. ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen!’
Gepubliceerd: 10-10-2025
‘Ze begrijpen het toch niet!’ – blijven meedoen aan uitzendingen?
Vanouds waren reformatorische christenen behoorlijk wereldmijdend. Geen SGP’er voor de televisiecamera! Dat is nu anders. Orthodoxe christenen zijn graag bereid om hun standpunt toe te lichten voor een seculiere interviewer. Maar heeft het wel zin? Ze begrijpen het niet en kunnen je woorden verdraaien, verknippen, tegen je gebruiken…
Soms verschijnt er iets in seculiere media waar reformatorische christenen een klein beetje blij van worden. Ze herkennen zichzelf, voelen zich begrepen. Een paar jaar geleden was er de podcast van Maarten Dallinga, nog iets eerder een tentoonstelling in het Catharijne Convent, vorig jaar verscheen er een boek van Jonah Falcke – door velen (niet allen) met een ingetogen gejuich begroet.
Bepaald anders was de reactie toen vorige week een tweeluik verscheen van Nieuwsuur. Op deze site is er al heel wat over geschreven (art.1; art.2; art.3). Reformatorische scholen werden bevraagd op hun visie op man, vrouw en huwelijk. Vrijwel niemand van de geïnterviewden (onder wie ‘onze’ E.J. Verbruggen en ds. M. Klaassen) voelde zich recht gedaan. (Dat zou mij als journalist trouwens een zeer ongelukkig gevoel geven, maar blijkbaar ervaren zij dat anders.) Het is duidelijk, dat de interviewers er niet wezenlijk op uit waren om de reformatorische visie te begrijpen maar om die aan de kaak te stellen. Niet heel verrassend, dat er in de Tweede Kamer en op andere plaatsen direct allerlei mensen verontwaardigd reageren: ‘Het moet maar eens afgelopen zijn met die fundamentalisten!’
Van de weeromstuit zou je als ‘fundamentalist’ het gevoel kunnen krijgen dat het geen zin heeft. De makers en kijkers van zo’n documentaire begrijpen je toch niet, willen je niet begrijpen. Moet je er dan nog wel aan mee doen?
Alternatief
Om daarop een antwoord te geven, moet je natuurlijk wel goed weten wat het alternatief is. Stel dat inderdaad alle betrokkenen hadden aangegeven niet mee te willen werken, zou het dan positiever uitgepakt hebben voor de reformatorische scholen? Nee, natuurlijk niet. De documentaire zou evenwel gemaakt zijn – aan de hand van methoden en boeken, citaten uit preken desnoods – en de karikatuur zou nog volmaakter geweest zijn.
Een tweede belangrijke vraag is, wat je ziet als doelstelling van het meedoen. Is het om tegenspraak te voorkomen, om te zorgen dat de reformatorische wereld op goodwill zal kunnen blijven rekenen? In dat geval is het misschien niet verkeerd om mee te doen maar in elk geval weinig zinvol. De tegenstelling en tegenstand zit daarvoor te diep. Natuurlijk kan een uitzending bijdragen aan nuance, maar we moeten er simpelweg op rekenen dat de Bijbelse boodschap op steeds meer weerstand en zelfs weerzin zal stuiten.
Goede redenen
Als je dan niet meedoet met het oog op een positieve beeldvorming, waarvoor dan wel? Ik zie in elk geval vijf goede redenen.
1. Er is een Bijbelse opdracht – niet per se om op televisie te verschijnen maar wel om bereid te zijn tot verantwoording (1 Petrus 3:15). Als een christen bevraagd wordt op zijn visie, dan krijgt hij daarmee een gelegenheid die hij niet voorbij mag laten gaan. Iedere christen zal zijn eigen afweging moeten maken op welke manier hij op een vraag in gaat (je kunt ook je beperken tot een goed gesprek zónder mee te werken aan de uitzending), maar geen medium is bij voorbaat uitgesloten. En degene die zich wil verantwoorden is niet verantwoordelijk voor het resultaat doch slechts voor het getuigenis zelf.
2. Een levende christen heeft niets te verbergen. Die indruk zou kunnen ontstaan als we structureel niet zouden mee willen werken. In plaats van iets te verbergen hebben we iets te bieden. Petrus spreekt niet voor niets over het afleggen van verantwoording ‘van de hoop die in u is’.
3. Een christen die meewerkt met het ene programma zou zomaar kunnen worden uitgenodigd voor het andere. Terwijl dan het ene programma slechts vijandig is, is misschien het andere veel nieuwsgieriger, is er veel meer ruimte voor een goed getuigenis.
4. Mogelijk is de positieve uitwerking er zelfs al sneller – en onzichtbaarder. Meermaals heb ik het meegemaakt dat een interviewer off record oprechte interesse toonde. Het diepgaandere gesprek kwam niet op televisie – maar wie weet wat het voor de persoon zelf mag betekenen.
5. Iedere keer als je geïnterviewd wordt of een documentaire-over-eigen-kring bekijkt geeft het zelfreflectie en wekt het op tot diepere verworteling, hartelijker bewogenheid en helderder bewoording. Dus zelfs al zou de samenleving er werkelijk niets mee opschieten, dan nog zal een documentaire als die van Nieuwsuur een goede uitwerking hebben, namelijk voor onszelf.
Voorwaarden
Om op zo’n manier vruchtbaar mee te kunnen doen zijn er wel enkele voorwaarden:
1. Wees diep overtuigd van de waarheid en rijkdom van de boodschap. Natuurlijk kan het zo zijn dat men dat niet wil horen, maar we hebben pas echt een probleem als degenen die bevraagd worden zelf eigenlijk ook het gevoel hebben dat ze maar een moeilijke boodschap moeten brengen. Dit vraagt om een diepe overtuiging van de Goddelijkheid van het Woord.
2. Wees bereid tot zelfreflectie. Als je dingen moeilijk onder woorden kunt brengen, kan dat reden zijn om je af te vragen of je wel leeft in de waarheid. Als je merkt dat sommige dingen die voor ons ‘gewoon’ zijn echt lachwekkend of kwaadaardig overkomen, kan dat reden zijn tot kritiek op misstanden in eigen kring. Als je ziet dat je een modderfiguur slaat, kan dat reden zijn om je af te vragen of je geen mediatraining moet volgen – want presentatie doet ook wat.
3. Wees oprecht. Een mediatraining kan helpen, maar een vlotte buitenkant kan een oneerlijke binnenkant niet verbloemen. En al te grote voorzichtigheid (wolligheid) kan soms juist nadelig overkomen. Andersom: in bepaalde gevallen maakt juist het spreken van iemand die mediatechnisch alles tegen heeft de meeste indruk. Het grootste is de wetenschap dat God door je heen wil spreken (Matth. 10:19).
4. Leef in afhankelijkheid van Gods Geest. Als het je oprechte verlangen is om Zijn getuige te zijn, dan wil Hij je ook in alle waarheid leiden. Dan weet je zeker dat je niet verantwoordelijk hoeft te zijn voor het (directe) resultaat, maar mag je met verwachting spreken, in de wetenschap dat Hij Zelf wel weet hoe Hij Zijn Koninkrijk moet bouwen en hoe tegelijkertijd het rijk der duisternis zichzelf te gronde zal richten. ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen!’
Gepubliceerd: 10-10-2025
ds. M. van Reenen
Ook interessant
Lege woorden of Goed nieuws
De prijzen voor de film Anora is een ‘erkenning’ voor prostituees. Het zijn echter lege woorden, als zij niet echt geholpen worden.
De duistere geschiedenis van het feminisme (1)
Carrie Gress laat zien dat twee eeuwen feminisme niet alleen de mannelijke, maar ook de vrouwelijke levenssfeer heeft vernietigd en de eigenschappen,
Ons lichaam is geen golfkarretje
Het transhumanisme probeert al 60 jaar onze lichamelijkheid te overwinnen. Welk antwoord heeft de kerk daarop?
Conferentie ‘zelfaanbidding als nieuwe religie’
De vraag ‘wie ben ik’ is voor velen moeilijk te beantwoorden. Hiervoor hebben we een gemeenschap nodig, bleek tijdens de conferentie. En
Strijd: wiens wil is doorslaggevend?
Een polyamoureus huwelijk is een manifestatie van de strijd over de vraag: wiens wil is doorslaggevend? De wil van God of de
Zonde ligt op de loer
Sonnevelt: “Men begrijpt ons niet. Zou dat waar zijn?”
Päivi Räsänen is het gezicht van de Europese crisis op het gebied van de vrijheid van meningsuiting
‘Sorry zeggen’ kan héél goedkoop klinken!
Groeiende Pro-Life invloed in Europees Parlement
Populaire artikelen
Wekelijkse nieuwsbrief ontvangen?
Bijeenkomsten
13 november 2025 / 13 november 2025
19 november 2025 / 19 november 2025
25 november 2025 / 25 november 2025
26 november 2025 / 26 november 2025
26 november 2025 / 26 november 2025