Pastoraat bij echtscheiding – deel IV: De koninklijke roeping van de kerk

Female hands close up holding star fish
Leestijd: 4 minuten

Wat is de pastorale roeping in de geestelijke strijd rondom het huwelijk. Waartoe zijn ambtsdragers geroepen als een huwelijk daadwerkelijk verbroken is. In de vorige artikelen hebben we gekeken naar de profetische en priesterlijke roeping. In dit artikel staat de koninklijke roeping van de kerk centraal.

  1. Stimuleer het gemeente-zijn

Echtscheiding heeft alles te maken met gebrokenheid. De gebroken wereld als gevolg van onze zonden. Nu zijn deze artikelen allerminst bedoeld om ú heel hard aan het werk te zetten. Jazeker, mijn betoog is een vurig pleidooi voor bewogen pastoraat. Maar dat moet u niet allemaal alleen gaan doen als predikant, als ambtsdrager. Ik meen dat het hoort bij het regeerambt dat ambtsdragers ook het gemeente-zijn stimuleren. De gemeente is niet alleen een plek waar je naar toe gaat om preken te beluisteren, maar het is ook een gemeenschap. Een plek waar we elkanders lasten dragen en zo de wet van Christus mogen vervullen (Gal. 6: 2). Daarin heeft iedereen een taak.

Evangelist Lennard Elenbaas vroeg vorig jaar aan een groep catechisanten: wat zou je het liefste willen: een reis met een cruiseschip of een reis met een vliegdekschip. Ze keken hem natuurlijk een beetje verbaasd aan. Toen legde hij uit: op een cruiseschip zijn heel wat passagiers. Het grootste cruiseschip ter wereld kan, zeg maar, 2500 passagiers meenemen. Die worden in de watten gelegd door, zeg maar, 1500 mensen die heel hard voor hen werken. Veel mensen kijken zo naar de kerk. Je hebt de kerkgangers, dat zijn de passagiers. En je hebt de bemanning, dat zijn de dominee, de koster, de kerkenraad, de JV-leiding, enz. Die werken heel hard om het de anderen naar de zin te maken.

Op een vliegdekschip zijn géén passagiers. Iedereen is bemanningslid. En allemaal, van de hoogste rang tot de laatste op de ladder, zijn bezig om het bevel van de generaal uit te voeren. Zodra hij bevel geeft dat er weer een straaljager moet opstijgen, komt iedereen in beweging. De kerk behoort te zijn als een vliegdekschip, waar iedereen een taak heeft. Ook in het omgaan met echtscheiding, ook in het gemeente-zijn.

Ik meen dat het bij de koninklijke taak van de kerk hoort om ook de onderlinge zorg in de gemeente stimuleren. Daarbij gebruik ik graag deze onderverdeling:

  • Algemene onderlinge hulp: iemand die hulp nodig heeft doet allereerst een beroep op zijn eigen netwerk, zoals de partner, ouders of kinderen, verdere familie, buren, vrienden.
  • Gestructureerde onderlinge hulp: lukt het niet om binnen het eigen netwerk voldoende steun te vinden, dan is het van belang dat er een georganiseerde structuur is van onderlinge hulp. Deze structuur vormt een vangnet waarop een beroep gedaan kan worden. Vertaald naar de kerkelijke gemeente gaat het daarbij om pastorale zorg, naastenhulp, een vertrouwenspersoon of andere vormen van onderlinge hulp. In feite is ook het ambtelijke werk een vorm van gestructureerde onderlinge hulp. Mijn indruk is dat er veel gemeenten zijn die een structuur hebben voor het geven van praktische steun. Maar er zijn nog maar weinig gemeenten die een structuur hebben voor onderlinge hulp bij eenzaamheid, rouw, psychische problemen, enz.
  • Professionele hulp: als het niet lukt om een zorgvraag in het eigen netwerk of met gestructureerde onderlinge hulp op te lossen, dan is professionele hulp nodig. Denk daarbij aan de huisarts, het ziekenhuis of andere medische hulp. Ook psychosociale of psychiatrische hulp hoort daarbij. denk aan de huisarts, het ziekenhuis, de politie, maar ook aan De Vluchtheuvel, Eleos, Agathos.

Wellicht helpt dit u om eens te reflecteren op de onderlinge zorg in uw eigen gemeente. Ik hoop echt dat u dat doet, dat u dit meeneemt, of er straks over doorpraat. De gemeente is dé plaats waar het gebeurt. We hebben gezonde gemeenten/gemeenschappen nodig!

  • Toepassing van censuur

Het tweede dat ik wil noemen is: de toepassing van censuur. Ik weet dat de praktijk per kerkverband verschilt, dat laat ik hier verder rusten. Maar we weten allemaal dat rond echtscheiding de kerkelijke tucht kan worden toegepast. Ook dat hoort bij het regeerambt van de kerk. Waar ik u toe wil oproepen is om daarin zorgvuldig te zijn.

Als de kerkenraad besluit om een censuurmaatregel toe te passen, communiceer daar helder over. Motiveer waarom de kerkenraad tot dit besluit nam, op basis van welke argumenten, op basis van welke artikelen van het kerkrecht. En: wat betekent deze censuurmaatregel? En hoe lang geldt deze? Communiceer daar transparant over. Hanteer correct de kerkelijke regels, bijvoorbeeld dat censuur schriftelijk moet worden bevestigd. En maak geen oneigenlijk gebruik van mogelijkheden in het kerkrecht. In de praktijk kom ik bijvoorbeeld wel tegen dat er gebruik wordt gemaakt van de eenvoudige afhouding, dus dat iemand niet formeel onder censuur wordt gezet, maar de kerkenraad heeft – terecht! – tijd nodig om de casus te onderzoeken. Het kan echter niet zo zijn dat die eenvoudige afhouding vervolgens jarenlang wordt gehanteerd. Nogmaals: ik pleit voor correcte hantering van de kerkelijke regels en voor heldere communicatie daarover.

  • Echtscheiding en hertrouwen 

Het thema ‘hertrouwen’ laat ik nu liggen, omdat het mijns inziens ook echt een apart thema is. Ook voor het punt van hertrouwen geldt dat de verschillende kerken hierover hebben nagedacht en hierin een beleidslijn hebben geformuleerd. Mijn indruk is dat kerken vaak verlegen zijn met vragen rond hertrouwen – en ik begrijp dat ook. Bij de koninklijke roeping van de christelijke gemeente past mijns inziens dat kerken helder formuleren hoe ze omgaan met hertrouwen, en op basis van welke argumenten.

Afsluiting

Pastoraat bij echtscheiding is een veelzijdig thema. Het roept ambtsdragers op tot bewogen pastoraat. Als u als voorganger preekt, hebt u een gehele gemeente voor u. En natuurlijk hoopt en bidt u dan ook of het voor de hoorder heel persoonlijk mag worden. In het pastoraat ontmoet u vaak individuen. Ik wens u in uw pastorale werk veel zegen en vreugde toe. Ik wil afsluiten met het verhaal van die oude man die in de ochtendschemering langs het strand wandelde. Hij zag een jonge man die zeesterren, gestrand door het afgaand tij, opraapte en één voor één terug in zee gooide. Hij ging naar hem toe en vroeg hem waarom hij dat deed. De jonge man antwoordde dat de zeesterren dood zouden gaan als zij zouden worden blootgesteld aan de ochtendzon. ‘Maar’, zei de oude man’, het strand is nog kilometerslang, en er liggen duizenden zeesterren! Je kunt ze niet allemaal redden. Wat maakt het uit dat jij je zo inspant?’ De jonge man keek naar de zeester die hij in zijn hand hield en gooide hem de veiligheid van de golven in. ‘Voor deze’, zei hij, ‘maakt het wat uit’.


Lees ook:

Ook interessant

Het zevende gebod #6 – Echt scheiden?!

De Heidelbergse Catechismus behandelt het zevende gebod kort, kernachtig. Over de rijke inhoud ervan hield ds. T.A. Bakker uit Nieuwe-Tonge recent zes