Vaak wordt er tegen iemand met homoseksuele gevoelens /transgendergevoelens gezegd: ‘bid maar veel’. Dit heeft na jaren nog niet tot verschil geleid. Wat als het onmogelijk lijkt om dit nog langer zo te moeten dragen? Het is zo zwaar en ik ben bang eronder te bezwijken.
De eerste vraag die bij me opkomt is deze. Wat wordt er bedoeld met: ‘bid maar veel’? Moet je dan bidden om verandering van de gevoelens, om bekering, om het verdwijnen van de moeilijkheid of om kracht of hoop? Het zou goed zijn als degene die zo’n opmerking maakt daar expliciet in is. De goedbedoelde raad kan anders nogal hol klinken.
In het algemeen mogen we de Heere zeker bidden of Hij een last die we meedragen wil wegnemen. Maar bedenk dat zo’n gebed door de Heere op verschillende manieren beantwoord kan worden, niet zozeer door de last weg te nemen, maar door die draaglijk te maken.
Daarnaast: hoe bid je? Bid je met waar geloof, die gepaard gaat met waarachtige bekering? Toen Paulus stilgezet werd, was een van de eerste vruchten: “zie, hij bidt” (Hand. 9:11). Dat was natuurlijk niet de eerste keer dat hij bad. Maar nu bad hij voor het eerst écht tot God.
Gelovig bidden heeft in de Bijbel alles te maken met loslaten en overgeven. Als je als kind van God gelovig mag zien op de beloften, dan is het onmogelijk dat je op het gebed geen verhoring krijgt. Immers, in de beloften Gods ligt vastheid, die je zonder geloofsoog niet hebt.
Het bidden is dus een oefening om te zeggen: “Heere, ik vertrouw dat U weet waar ik mee worstel, dat U het gebruikt als een gedurige oefening om te strijden tegen mijn zondige bestaan en dat U me kracht zult geven om te blijven strijden. Ik zie op Uw lijden dat zo onnoemelijk zwaar was en dat U toch gewillig gedragen hebt. U hebt het lijden gewillig en met vreugde gedragen, vanwege het loon dat U in het vooruitzicht is gesteld (Hebr.12:2).”
Ik hoop dat de Heere je geeft dat je zo mag leren om je kruis dagelijks achter de Heere Jezus aan te dragen (Matth.16:24), en dat biddend. Want ik houd het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden (Rom.8:18). Het is genade van God als je Psalm 73 mag naspreken: Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de rotssteen mijns harten en mijn deel in eeuwigheid.