Het feminisme gaat over veel meer dan de strijd om gelijke rechten voor vrouwen. Dat bleek in de eerste aflevering van dit tweeluik, waarin vooral de vroege feministen werden behandeld. In deze tweede en laatste aflevering over Carrie Gress’ boek Het einde van de vrouw, leren we dat seksuele verdorvenheden werden ingezet om het gezin te vernietigen. We kunnen ook lezen over Gress’ oproep tot herstel van de seksuele moraal, het moederschap en het traditionele gezin.
Verbondenheid tussen feminisme en marxisme
De Amerikaanse Betty Friedan (1921–2006) was een van de grondleggers van de tweede feministische golf in de jaren 1960 en 1970. Haar boek The Feminine Mystique dat in 1963 werd gepubliceerd, beïnvloedde miljoenen vrouwen. Dit veranderde volgens Gress drastisch de manier “waarop bijna elke vrouw in Amerika haar huis, haar leven, haar carrière en haar familie beschouwde” (p. 84). In dit boek schreef Friedan negatief over de onbevredigende aspecten van het thuis zijn met de kinderen voor vrouwen. Ze vergelijkt het huishouden met “een comfortabel concentratiekamp” (p. 100).
Gress stelt dat in deze tijd de feministische beweging door een andere groep werd geleid dan tijdens de eerste feministische golf (periode 1850–1940)[1]: “Een enorm groot, controlerend netwerk van machten had nu de leiding. De boodschap werd marxistisch, onderdeel van Sovjet-propaganda, een wankele mix van communistische en feministische ideeën” (p. 84). Beide groepen hadden volgens de auteur een gemeenschappelijk doel als het om vrouwenarbeid ging. De auteur stelt namelijk dat in de eerste decennia van de twintigste eeuw communistische partijen bezig waren om in het Amerikaanse leven en in de Amerikaanse regering te infiltreren om het communisme te promoten. De Sovjets, schrijft Gress, lieten vrouwen graag buitenshuis werken, plaatsten kinderen onder toezicht van de overheid en voerden onbeperkt abortussen uit om ervoor te zorgen dat het werk niet werd onderbroken. Alles in het kader van ‘vrouwenbevrijding’.
Veel van deze ideeën kwamen in de Amerikaanse cultuur terecht. Binnen de Communistische Partij was bepaald dat huishoudelijk werk niet gezien werd als echt productief werk. Karl Marx en Friedrich Engels waren van mening “dat vrouwen pas echt vrij zouden zijn als ze de betaalde arbeidsmarkt betraden” (p. 99). Betty Friedan heeft deze ideeën opgepakt en haar ideeën raakten verankerd in de vrouwenbeweging, “met name vanwege haar rol in de oprichting van de National Organization for Woman (NOW), die het abortusdebat een aanzienlijk politiek gewicht gaf, het Equal Rights Amendment (ERA) en de latere opname van LGBT+-rechten in de beweging” (p. 101).
Bevordering van seksuele verdorvenheden
Kate Millett (1934–2017) was in de jaren 1960 met een groep vrouwen bijeen in New York City. Daar riepen ze uit:
“Hoe vernietigen we het gezin?”.
“Door het Amerikaanse patriarchaat te vernietigen”.
“En hoe vernietigen we het Amerikaanse patriarchaat?”.
“Door het zijn macht af te nemen!”.
“Hoe doen we dat?”.
“Door de monogamie uit te roeien!”.
“Hoe kunnen we de monogamie uitroeien?”.
“Door promiscuïteit, erotiek, prostitutie, abortus en homoseksualiteit te bevorderen!” (p. 103).
Dit zijn praktijken die destijds nog geen onderdeel uitmaakten van de Amerikaanse cultuur.
Kate Millett “was een enthousiast voorvechtster van de seksuele revolutie. Als auteur van Sexual Politics stond ze bekend als de ‘vrouwelijke Marx’ en later als ‘de hogepriesteres van het feminisme’” (pp. 103-104). Millett was vastberaden om het patriarchaat ten val te brengen. Ze hield er een wilde levensstijl op na en was een groot voorstander van abortus op verzoek. Abortus was voor haar “de belangrijkste manier om vrouwen en mannen aan elkaar gelijk te maken, omdat vrouwen niet langer opgezadeld werden met een ongewenst kind en de jarenlange toewijding die het moederschap vereiste om dat kind op te voeden” (p. 108). Millett plaatste ook het lesbianisme op een hoog voetstuk. De lesbienne is door relaties met andere vrouwen “bevrijd van haar afhankelijkheid van een man voor liefde, seks en geld” (p. 109).
Feministische propaganda
De tweede feministische golf heeft volgens Gress een podium gekregen met de komst van de televisie. “Feministen realiseerden zich dat ze dit medium voor hun eigen boodschap konden gebruiken” (p. 129). Ze deden dit dan ook. “Vandaag de dag is er nauwelijks nog een instituut te vinden dat het feministische verhaal niet volledig heeft overgenomen: Hollywood, de politiek, de mode-industrie, uitgeverijen, tv-zenders, tijdschriften, de academische wereld, openbare scholen en zelfs Disney” (p. 129).
De Amerikaanse Gloria Steinem (geb. 1934) speelde een belangrijke rol als boegbeeld van het feminisme tijdens deze tweede golf. Zij was medeoprichtster van het invloedrijke feministische tijdschrift Ms.. De feministen gebruikten de angststrategie om hun boodschap kracht bij te zetten: “Zonder abortus is de toekomst van de vrouw voorbij”, “Vrouwen worden opgezadeld met kinderen die ze niet willen” en: “Mijn lichaam, mijn keuze” (p. 131). Het recht op abortus is erg belangrijk voor Steinem. Ze stelt het einde van de keuzemogelijkheid rond voortplanting gelijk aan autoritarisme: “als we geen controle hebben over ons eigen fysieke zelf, hebben we geen democratie” (p. 131).
Feminisme en lhbt+-ideologie
Sinds de seksuele revolutie kwam ook het lesbianisme op, dat in feite een tak werd van het feminisme. Met het gericht zijn op andere vrouwen, verwierpen deze lesbische vrouwen nu ook mannen in hun relaties. Voor feministen waren mannen in het algemeen de vijand. Vanuit het motief van een gelegenheidscoalitie werkten lesbische activisten samen met homoactivisten om hun gemeenschappelijke vijand te bestrijden. Uiteindelijk is de lhbt+-ideologie mainstream geworden.
Van feminisme naar transgenderisme
De Franse filosoof Simone de Beauvoir (1908–1986), schreef het boek De tweede sekse. Hierin schrijft ze: “Je bent niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt” (p. 188). De Beauvoir “pleit ervoor onszelf te bevrijden van onze menselijke natuur en ons te richten op ons meest authentieke zelf. Deze scheiding van lichaam en ziel was de eerste stap in het openzetten van de deur naar de transgendertheorie” (p. 188). Volgens Gress heeft deze uitspraak van De Beauvoir tot de feministische theorie geleid dat “‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ slechts sociale constructen zijn” (p. 189), ofwel dat het idee over man- en vrouw-zijn door de maatschappij is gemaakt.
Gress ziet dat deze uitspraken tegenwoordig worden doorgevoerd tot in het extreme: “Als iemand een vrouw ‘wordt’, in plaats van ervanuit te gaan dat vrouw-zijn deel uitmaakt van de vrouwelijke menselijke natuur, dan kunnen mannen misschien ook vrouwen ‘worden’” (p. 189). Deze ideeën hebben ertoe geleid dat velen nu denken dat het mogelijk is om het lichaam om te bouwen tot dat van het andere geslacht.
Schadelijke gevolgen van feministische levensstijl
Gress relateert veel vrouwenleed aan het feminisme, denk aan seksueel overdraagbare aandoeningen, slopende depressie, eenzaamheid, wanhoop en zelfmoord. De schrijfster is erg kritisch over de abortuspraktijk als onderdeel van het feminisme. “We zijn getuige van de goed aangemerkte klinieken van Planned Parenthood die geluk beloven, terwijl ze pijn en dood brengen. (…) We zijn in de waan gelaten dat al die miljoenen dode kinderen geen probleem zijn. (…) Dagelijks worden duizenden mensen gedood door middel van abortus, waarbij elk jaar een bevolkingsgroep in de orde van grootte van Oekraïne of Spanje wordt uitgeroeid. (…). Je zou kunnen denken dat dit allemaal zwaar overdreven is, maar de cijfers vertellen een ander verhaal als je ze vergelijkt met de dodelijkste ‘ismen’ van de twintigste eeuw. Het aantal doden door het feminisme lieten al snel de aantallen in Hitlers concentratiekampen – ruwweg zestien tot twintig miljoen – of in de goelags van Stalin (door sommige mensen geschat op twintig miljoen) ver achter zich” (p. 150).
Analyse over gevolgen van feminisme
Mary Wollstonecraft heeft volgens Gress opgeroepen “om mannen meer op vrouwen te laten lijken en vrouwen meer op mannen” (p. 161). Dit heeft ertoe geleid dat “de betekenis en waarde van het vrouw-zijn [is] verkwanseld” (p. 161). De “betekenis van vrouw-zijn is ontbonden en [is] nu een onbeantwoorde vraag” (p. 161). “Er is geen ruimte meer om te zien wat vrouw-zijn is, zozeer hebben we ons vastgeklampt aan het mannelijke model en neutrale begrippen als persoon, mens en individu. In onze afgunst is de vrouw weggevaagd” (p. 161).
“Naarmate de betekenis van vrouw-zijn werd ontdaan van bijzondere eigenschappen, werden de overkoepelende termen ‘menselijk wezen’ of ‘persoon’ gebruikt om ‘vrouw’ te definiëren zonder te verwijzen naar vrouwelijke kenmerken” (p. 167). Denk dan concreet aan uitdrukkingen als ‘zwangere mensen’ in plaats van ‘zwangere vrouwen’. De feministische beweging heeft volgens Gress “ons huis, onze kinderen, ons leven als echtgenote, onze vruchtbaarheid en nu uiteindelijk ons lichaam uitgehold” (p. 199), waardoor de vrouw in een soort niemandsland is terechtgekomen.
Hoe nu verder?
Carrie Gress pleit in haar boek voor herstel van de seksuele moraal. “Het huwelijk is essentieel voor het opbouwen van een gezonde en groeiende samenleving. Het monogame huwelijk is van vitaal belang” (p. 203). Aan de hand van het werk van de Engelse atheïstische etnoloog en sociaal antropoloog J.D. Unwin (1895–1936) leert Gress haar lezers dat hoe groter de seksuele terughoudendheid van een cultuur is, hoe groter de prestaties van die cultuur zullen zijn. Monogame culturen zorgen voor bloei, terwijl het afstappen van monogamie en van kuisheid voor het huwelijk, ertoe leidt dat culturen ineenstorten. Gress wijst erop dat in Westerse landen veel tijd wordt besteed aan zaken die te maken hebben met seksuele vrijheid: abortus, geboortebeperking, gendertransitie, echtscheiding, kinderen uit gebroken gezinnen, overwerkte moeders, enz. Daartegenover, als er grenzen worden gesteld aan seksuele impulsen, kan een maatschappij worden opgebouwd.
Hoe moet de samenleving nu hersteld worden? Gress: “Herstel de monogamie; herstel het gezin; herstel het patriarchaat. Herstel het huishouden; herstel het moederschap. Laat kinderen weer bij hun ouders zijn. En herstel het geloof in één God” (p. 211).
Het feminisme wilde zogezegd vrouwen helpen. Maar wat helpt vrouwen echt? Gress is van mening dat het zou helpen “om vrouwen ‘vrouw’ te laten zijn” (p. 214). Vrouwen moeten beschouwd worden binnen een context en een familie in plaats van als een eiland te midden van een zee van mensen. Gress vervolgt: “we moeten vrouwen als moeders beschouwen” (p. 214). Alle vrouwen zijn volgens haar geroepen tot “een soort psychologisch of spiritueel moederschap in onze relatie met anderen waarin we het beste voor hebben met anderen, hen begeleiden en hen helpen groeien. (…) We moeten het belang van dienstbaarheid aan anderen in ere herstellen” (p. 214).
Gress is verder van mening dat we moeten praten over de behoeften van kinderen en dat die veel beter af zijn met een vader en moeder die met elkaar getrouwd zijn en in één huis wonen. “We moeten de verwoestende effecten van echtscheiding op kinderen bespreken, inclusief volwassen kinderen die de trauma’s van echtscheiding met zich meedragen. We moeten het hebben over hoe mannen en vrouwen elkaar aanvullen en wat echtgenoten aan elkaar bijdragen, niet op een ongezonde manier, maar zo dat ze elkaar verrijken. Vrouwen hebben mannen nodig en mannen hebben vrouwen nodig – en kinderen hebben beide ouders nodig” (p. 216).
Gress wil ook het idee van ‘thuis’, ‘huishouden’ en de rol van huisvrouw in ere herstellen. Thuis is volgens haar niet bedoeld als een hotel waar mensen elkaar ’s avonds zien, maar waar in harmonie met de andere gezinsleden samen wordt geleefd. “Thuis moet een plek zijn waar het gezin er samen aan werkt om een gezin te zijn, waar de nog niet volwassen kinderen erop worden voorbereid om heel en ongeschonden de wereld in te gaan en waar een veilige haven wordt geboden aan oudere familieleden” (pp. 218-219).

Conclusies
Dit boek leest enerzijds vlot en makkelijk, hoewel het een intellectueel boek is. Dat is een knappe prestatie. Anderzijds zou meer structuur de leesbaarheid van het boek verbeteren. Het is verder behoorlijk ingewikkeld om te lezen hoe de familierelaties rond Mary Wollstonecraft in elkaar zitten. Een stamboom als illustratie erbij zou de lezer kunnen helpen. Deze uitgave is voorzien van veel eindnoten met literatuurverwijzingen. Het is jammer dat deze Nederlandse uitgave wat slordigheden bevat. Zo wijkt de ondertitel op de titelpagina af met die op de voorkant van het boek. De namen van hoofdstuk 6 en 8 in het boek wijken af van de vermelding in de inhoudsopgave.
Wat de inhoud betreft: Carrie Gress heeft een enorme leemte opgevuld in de kennis over het feminisme en haar geschiedenis. Het Nederlandse deel van het internet beziet het feminisme voornamelijk als de strijd om gelijke rechten voor vrouwen. Er is echter maar weinig te vinden over de duistere kant van deze giftige ideologie. Keuzevrijheid voor de vrouw staat bij het feminisme in hoog aanzien. Wat is echter de praktijk? Vrouwen werden tot betaald werk verleid om zogenaamd financieel onafhankelijk van hun mannen te worden. Inmiddels is het voor veel stellen samen bijna onmogelijk om een huis te kopen, laat staan dat de vrouw dit alleen zou kunnen doen. De hedendaagse vrouw heeft helemaal geen keuzevrijheid of ze wil werken of niet. Ze is een melkkoe van de belastingdienst geworden.
Gress leert ons dat veel negatieve aspecten in de Westerse cultuur het gevolg zijn van een verdorven ideologie. Denk hierbij aan zaken als geboortebeperking, rolverdeling tussen man en vrouw en de verzwakte maatschappelijke positie van het traditionele gezin. Zij schrijft wat deze aspecten betreft in lijn met Bijbelse principes. Ik ben blij dat Gress na het vele negatieve wat in haar boek de boventoon voert, afsluit met mooie stukken over het herstel van het moederschap, het huishouden en het gezin.
Dit artikel verscheen eerder bij Gereformeerd Venster.
Boekgegevens:
Het einde van de vrouw. Hoe de strijd tegen het patriarchaat ons heeft vernietigd, Carrie Gress. Uitgeverij de Blauwe Tijger Groningen; 2024; paperback 272 pag.; ISBN 9789493262522; prijs € 26,50.
[1] De eerste feministische golf is de benaming voor de periode van circa 1850 tot 1940. Zie https://atria.nl/nieuws-publicaties/feminisme/feminisme-19e-eeuw.