Leestijd: 5 minuten
De belangrijkste les van deze week is dat we in Nederland een nieuwe fase ingaan: de oude welwillendheid jegens religieuze minderheden, zoals orthodoxe christenen, neemt af, dubbelzinnigheid wordt niet langer geaccepteerd. Dat plaatst ons voor de vraag of de ‘aanschurktactiek’ nog steeds de beste is.
De twee uitzendingen waarin Nieuwsuur van de week het ‘religieuze’ (lees: islamitische en reformatorische) onderwijs in de beklaagdenbank probeerde te zetten, hebben terecht verontwaardiging en verdriet opgeroepen. Moslim en refo worden op één hoop gegooid. En er wordt een conclusie getrokken die niet wordt onderbouwd, maar zo maar wordt geponeerd. Volgens Nieuwsuur staan de waarden die in het reformatorisch onderwijs worden uitgedragen, ‘haaks op de ‘democratische basiswaarden’ van het moderne Nederland. Aan die waarden – gelijkheid, autonomie, vrijheid, tolerantie, non-discriminatie – bewijzen reformatorische christenen hooguit lippendienst. In feite, zo zegt Nieuwsuur, plaatsen zij -die zich vanouds het hart en bloed der natie wanen- zichzelf buiten de samenleving met hun onverdraagzame en discriminatoire opvattingen. Van vrouwen wordt onderwerping gevraagd en andere geloven dienen te worden geweerd en uitgeroeid. Ook worden er kledingregels voorgeschreven en wordt de evolutietheorie afgewezen. Deze cultuur is een relict uit het verleden dat door de Grondwet nog altijd in bescherming wordt genomen. Het is echter de vraag of dit nog terecht is en hoe lang die situatie mag blijven voortbestaan. Want deze mensen zijn anders en in hun anders-zijn (blijkbaar) ook bedreigend.’
De stereotiepe reactie
Het is het bekende verhaal, de gebruikelijke aantijging, gevolgd door de stereotype reactie van onze kant.
In die reactie van onze kant gaat het natuurlijk om onze kinderen, die niet van de staat of de samenleving maar van de ouders zijn. In die reactie ontbreekt zelden of nooit de verwijzing naar de intolerantie van het liberalisme, dat alles in ‘de liberale mal’ wil gieten, een ‘meerderheidsmoraal’ wil opleggen en een ‘eenheidsworst’ wil creëren. De historische verwijzing die het dan altijd goed doet, is die naar de negentiende-eeuwse minister-president Jan Kappeyne van de Coppello, die zijn moderne levensbeschouwing via het onderwijs onder de Nederlandse bevolking wilde verbreiden, en daarbij de omineuze woorden sprak dat minderheden onderdrukt mogen worden omdat zij de dode mug zijn die de zalf stinkend maakt. Liberalen, zo voeren wij strijk-en-zet aan, denken dat hun visie ‘neutraal’ is, wetenschappelijk onomstreden, objectief, en vergeten dat zij een eigen levensbeschouwing hebben, een ideologie zonder God. Het christelijk geloof, ook zo’n argument dat tot het vaste repertoire behoort, is – geheel anders dan de islam – een van de belangrijkste bronnen van onze rechtstaat en van een vrije, democratische samenleving.
Al deze tegenwerpingen zijn juist en waar. Politici en juristen moeten deze argumenten blijven uitdiepen en uitdragen. Maar deze reactie, een herhaling van bekende zetten, werkt niet meer, zo valt sinds deze week te vrezen. Het zijn geen argumenten die op een sociaalliberale meerderheid nog indruk maken of hen welwillend stemmen. De uitzendingen weerspiegelen een verharding, het ongeduld van een cultuur die vindt dat het te lang geduld heeft gehad met de achtergeblevenen in haar midden.
Een modus vivendi
Tot nu toe werd veelal gepoogd om een vergelijk, een modus vivendi, te vinden voor het naast elkaar voortbestaan van christelijke en liberale waarden. Daaronder lag een klassiek-liberale dan wel postmoderne gedachte volgens welke alle verschillende visies op het goede leven een perspectief zijn (allemaal anders en wie zal zeggen of het ene perspectief beter is dan het andere?) en dat er voor al die perspectieven binnen de grenzen van de wet ruimte mocht zijn. Dat leidde tot een zekere welwillendheid, tot wellevendheid bijna. Het summum van die benadering was de oplossing die voor het ‘vrouwenstandpunt’ van de SGP werd bedacht: dat standpunt mocht in het beginselprogramma blijven staan maar werd in de statuten veranderd. Maar die hoffelijke dubbelzinnigheid behoort sinds deze week definitief tot het verleden.
De links-liberale invulling
Het liberale Nederland schermt met een arsenaal aan vage begrippen: vrijheid, gelijkheid, autonomie, tolerantie – alsof de inhoud en betekenis van die begrippen duidelijk is. Deze onbepaaldheid is veelzeggend. De invulling hoeft niet te worden gegeven, want die staat vast en is vanzelfsprekend: een andere dan de links-liberale is ondenkbaar en ontoelaatbaar. En dubbelzinnigheid, lippendienst en niet meer dan dat aan de liberale waarden, kan niet langer worden getolereerd. Het is ‘stuitend’, zo zei een pedagoog in de uitzending, dat het reformatorische onderwijs zijn ‘discriminerende boodschap’ mag blijven uitdragen.
Bezinning op de te volgen tactiek
De huidige constellatie is dus een geheel nieuwe. Een postmoderne tolerantie heeft plaats gemaakt voor een post-postmoderne intolerantie, gebaseerd op een nieuwe vorm van modern-liberaal absolutisme. En dat roept de vraag op of de tactiek die christelijke instellingen en woordvoeders hebben gevolgd, nog steeds aanbeveling verdient of nog mogelijk is. De bezinning op die vraag heeft iets urgents, want we kunnen natuurlijk wachten op het moment waarop er rechtszaken gaan komen over de vraag of en in hoeverre de burgerschapsopdracht (op grond van de Burgerschapswet uit 2021) de traditionele, klassieke vrijheid van de scholen mag gaan beperken. Jurist Job Buiting hintte daar al op in een van de uitzendingen.
De tactiek die wij ‘refo’s’ tot nog toe hebben gevolgd, bestond in essentie, als ik het goed zie, uit een poging om een beetje tegen het liberale verhaal aan te schurken. Christelijk onderwijs en de burgerschapswet gaan prima samen, zo zeggen we dan. Juist christelijke scholen zijn goed voor de sociale cohesie die een van de burgerschapsopdrachten van de overheid is, voegen we daaraan toe. De liberale waarden en de christelijke kunnen goed samengaan, stellen we, en dan vragen we vervolgens of wij er misschien, alstublieft, ook mogen zijn.
Maar het betoog is niet waar. Je moet bewust naar dubbelzinnigheden streven om deze verdedigingslinie overeind te houden. Ons begrip van vrijheid, van gelijkheid, van tolerantie, verschilt fundamenteel van de liberale interpretatie. Over waarden spreken die in de liberale en in de christelijke wereld hetzelfde klinken, maar die inhoudelijk essentieel verschillen en misschien wel tegengesteld zijn, creëert een dubbelzinnigheid die – zo is deze week geëxpliciteerd – nu wordt doorzien en niet langer wordt geaccepteerd.
Zeggen waar het op staat
In de gegeven omstandigheden is het geboden gewoon te zeggen waar het wat ons betreft op staat: dat het christelijk geloof niet ook een bijdrage aan burgerschapsvorming kan leveren, maar de énige waarborg voor goed burgerschap is. Want in de traditie van het christelijk geloof is (door mensen als Groen van Prinsterer) het klassiek gedachtegoed verwerkt waarin de deugden zijn genoemd die als voorwaarden aanwezig moeten zijn in een democratische samenleving om die in stand te houden. Alleen het klassiek-christelijke gedachtegoed spreekt zich uit tegen het ideaal van de excessieve, absolute vrijheid, die de grootste bedreiging van een democratische samenleving is – zoals we dagelijks om ons heen zien.
Dat christelijke verhaal over burgerschapsvorming kan in een kort commentaar natuurlijk niet volledig uit de doeken worden gedaan. We moeten dit verhaal als het beste, het enig goede verhaal voor burgerschapsvorming, opschrijven en uitdragen, het voze liberale verhaal ontmaskeren en uitdagen in plaats van er tegen aan te horken en te schurken. In alle bescheidenheid natuurlijk, want we hebben het niet zelf bedacht maar we hebben het ontvangen.
Allerlei mensen reageerden op de uitzendingen van Nieuwsuur. Lees hier de bijdragen van Jonathan van der Vlist, Gerdien Lassche, Tjerk Bosscher, Chris Stoffer, Jan Kloosterman, RD Hoofdredactie en Gezin in Gevaar.
Uitzendingen Nieuwsuur dagen uit tot bezinning
De belangrijkste les van deze week is dat we in Nederland een nieuwe fase ingaan: de oude welwillendheid jegens religieuze minderheden, zoals orthodoxe christenen, neemt af, dubbelzinnigheid wordt niet langer geaccepteerd. Dat plaatst ons voor de vraag of de ‘aanschurktactiek’ nog steeds de beste is.
De twee uitzendingen waarin Nieuwsuur van de week het ‘religieuze’ (lees: islamitische en reformatorische) onderwijs in de beklaagdenbank probeerde te zetten, hebben terecht verontwaardiging en verdriet opgeroepen. Moslim en refo worden op één hoop gegooid. En er wordt een conclusie getrokken die niet wordt onderbouwd, maar zo maar wordt geponeerd. Volgens Nieuwsuur staan de waarden die in het reformatorisch onderwijs worden uitgedragen, ‘haaks op de ‘democratische basiswaarden’ van het moderne Nederland. Aan die waarden – gelijkheid, autonomie, vrijheid, tolerantie, non-discriminatie – bewijzen reformatorische christenen hooguit lippendienst. In feite, zo zegt Nieuwsuur, plaatsen zij -die zich vanouds het hart en bloed der natie wanen- zichzelf buiten de samenleving met hun onverdraagzame en discriminatoire opvattingen. Van vrouwen wordt onderwerping gevraagd en andere geloven dienen te worden geweerd en uitgeroeid. Ook worden er kledingregels voorgeschreven en wordt de evolutietheorie afgewezen. Deze cultuur is een relict uit het verleden dat door de Grondwet nog altijd in bescherming wordt genomen. Het is echter de vraag of dit nog terecht is en hoe lang die situatie mag blijven voortbestaan. Want deze mensen zijn anders en in hun anders-zijn (blijkbaar) ook bedreigend.’
De stereotiepe reactie
Het is het bekende verhaal, de gebruikelijke aantijging, gevolgd door de stereotype reactie van onze kant.
In die reactie van onze kant gaat het natuurlijk om onze kinderen, die niet van de staat of de samenleving maar van de ouders zijn. In die reactie ontbreekt zelden of nooit de verwijzing naar de intolerantie van het liberalisme, dat alles in ‘de liberale mal’ wil gieten, een ‘meerderheidsmoraal’ wil opleggen en een ‘eenheidsworst’ wil creëren. De historische verwijzing die het dan altijd goed doet, is die naar de negentiende-eeuwse minister-president Jan Kappeyne van de Coppello, die zijn moderne levensbeschouwing via het onderwijs onder de Nederlandse bevolking wilde verbreiden, en daarbij de omineuze woorden sprak dat minderheden onderdrukt mogen worden omdat zij de dode mug zijn die de zalf stinkend maakt. Liberalen, zo voeren wij strijk-en-zet aan, denken dat hun visie ‘neutraal’ is, wetenschappelijk onomstreden, objectief, en vergeten dat zij een eigen levensbeschouwing hebben, een ideologie zonder God. Het christelijk geloof, ook zo’n argument dat tot het vaste repertoire behoort, is – geheel anders dan de islam – een van de belangrijkste bronnen van onze rechtstaat en van een vrije, democratische samenleving.
Al deze tegenwerpingen zijn juist en waar. Politici en juristen moeten deze argumenten blijven uitdiepen en uitdragen. Maar deze reactie, een herhaling van bekende zetten, werkt niet meer, zo valt sinds deze week te vrezen. Het zijn geen argumenten die op een sociaalliberale meerderheid nog indruk maken of hen welwillend stemmen. De uitzendingen weerspiegelen een verharding, het ongeduld van een cultuur die vindt dat het te lang geduld heeft gehad met de achtergeblevenen in haar midden.
Een modus vivendi
Tot nu toe werd veelal gepoogd om een vergelijk, een modus vivendi, te vinden voor het naast elkaar voortbestaan van christelijke en liberale waarden. Daaronder lag een klassiek-liberale dan wel postmoderne gedachte volgens welke alle verschillende visies op het goede leven een perspectief zijn (allemaal anders en wie zal zeggen of het ene perspectief beter is dan het andere?) en dat er voor al die perspectieven binnen de grenzen van de wet ruimte mocht zijn. Dat leidde tot een zekere welwillendheid, tot wellevendheid bijna. Het summum van die benadering was de oplossing die voor het ‘vrouwenstandpunt’ van de SGP werd bedacht: dat standpunt mocht in het beginselprogramma blijven staan maar werd in de statuten veranderd. Maar die hoffelijke dubbelzinnigheid behoort sinds deze week definitief tot het verleden.
De links-liberale invulling
Het liberale Nederland schermt met een arsenaal aan vage begrippen: vrijheid, gelijkheid, autonomie, tolerantie – alsof de inhoud en betekenis van die begrippen duidelijk is. Deze onbepaaldheid is veelzeggend. De invulling hoeft niet te worden gegeven, want die staat vast en is vanzelfsprekend: een andere dan de links-liberale is ondenkbaar en ontoelaatbaar. En dubbelzinnigheid, lippendienst en niet meer dan dat aan de liberale waarden, kan niet langer worden getolereerd. Het is ‘stuitend’, zo zei een pedagoog in de uitzending, dat het reformatorische onderwijs zijn ‘discriminerende boodschap’ mag blijven uitdragen.
Bezinning op de te volgen tactiek
De huidige constellatie is dus een geheel nieuwe. Een postmoderne tolerantie heeft plaats gemaakt voor een post-postmoderne intolerantie, gebaseerd op een nieuwe vorm van modern-liberaal absolutisme. En dat roept de vraag op of de tactiek die christelijke instellingen en woordvoeders hebben gevolgd, nog steeds aanbeveling verdient of nog mogelijk is. De bezinning op die vraag heeft iets urgents, want we kunnen natuurlijk wachten op het moment waarop er rechtszaken gaan komen over de vraag of en in hoeverre de burgerschapsopdracht (op grond van de Burgerschapswet uit 2021) de traditionele, klassieke vrijheid van de scholen mag gaan beperken. Jurist Job Buiting hintte daar al op in een van de uitzendingen.
De tactiek die wij ‘refo’s’ tot nog toe hebben gevolgd, bestond in essentie, als ik het goed zie, uit een poging om een beetje tegen het liberale verhaal aan te schurken. Christelijk onderwijs en de burgerschapswet gaan prima samen, zo zeggen we dan. Juist christelijke scholen zijn goed voor de sociale cohesie die een van de burgerschapsopdrachten van de overheid is, voegen we daaraan toe. De liberale waarden en de christelijke kunnen goed samengaan, stellen we, en dan vragen we vervolgens of wij er misschien, alstublieft, ook mogen zijn.
Maar het betoog is niet waar. Je moet bewust naar dubbelzinnigheden streven om deze verdedigingslinie overeind te houden. Ons begrip van vrijheid, van gelijkheid, van tolerantie, verschilt fundamenteel van de liberale interpretatie. Over waarden spreken die in de liberale en in de christelijke wereld hetzelfde klinken, maar die inhoudelijk essentieel verschillen en misschien wel tegengesteld zijn, creëert een dubbelzinnigheid die – zo is deze week geëxpliciteerd – nu wordt doorzien en niet langer wordt geaccepteerd.
Zeggen waar het op staat
In de gegeven omstandigheden is het geboden gewoon te zeggen waar het wat ons betreft op staat: dat het christelijk geloof niet ook een bijdrage aan burgerschapsvorming kan leveren, maar de énige waarborg voor goed burgerschap is. Want in de traditie van het christelijk geloof is (door mensen als Groen van Prinsterer) het klassiek gedachtegoed verwerkt waarin de deugden zijn genoemd die als voorwaarden aanwezig moeten zijn in een democratische samenleving om die in stand te houden. Alleen het klassiek-christelijke gedachtegoed spreekt zich uit tegen het ideaal van de excessieve, absolute vrijheid, die de grootste bedreiging van een democratische samenleving is – zoals we dagelijks om ons heen zien.
Dat christelijke verhaal over burgerschapsvorming kan in een kort commentaar natuurlijk niet volledig uit de doeken worden gedaan. We moeten dit verhaal als het beste, het enig goede verhaal voor burgerschapsvorming, opschrijven en uitdragen, het voze liberale verhaal ontmaskeren en uitdagen in plaats van er tegen aan te horken en te schurken. In alle bescheidenheid natuurlijk, want we hebben het niet zelf bedacht maar we hebben het ontvangen.
Allerlei mensen reageerden op de uitzendingen van Nieuwsuur. Lees hier de bijdragen van Jonathan van der Vlist, Gerdien Lassche, Tjerk Bosscher, Chris Stoffer, Jan Kloosterman, RD Hoofdredactie en Gezin in Gevaar.
Dr. B.J. Spruyt
Ook interessant
Dreigend donkere wolken boven onderwijsvrijheid
Al geruime tijd hangen er donkere wolken boven de onderwijsvrijheid in Nederland. Als het aan de Onderwijsraad ligt wordt de vrijheid van
Lezing Sharon James: er is oorlog tussen wereldbeelden gaande
“Gods wet wordt beschouwd als onaanvaardbare onderdrukking. Mensen maken vandaag de dag hun eigen regels”, zei Sharon James in haar lezing.
Dringt abortus nu ook al de kerk binnen?
Dat abortus buiten de kerk de gemoederen blijft beheersen, hoeft geen verwondering te wekken. Die praktijk is helaas in onze seculiere samenleving
Week van het leven in de schaduw van de dood
De Week van het Leven bepaalt ons bij de vraag: Hoe staan we tegenover het leven? Leven is geen mensenrecht, maar een
Verslavende werking sociale media onvoldoende onderkend
De verslavende werking van sociale media is onvoldoende onderkend, aldus prof.dr. M.J. de Vries in het Reformatorisch Dagblad. De hoogleraar christelijke filosofie
De gevolgen van Agenda 21 voor reformatorische scholen
Uitzendingen Nieuwsuur dagen uit tot bezinning
De verdraagzaamheid voorbij
Struggel: “Jongeren hebben Bijbelse rolmodellen nodig”
Noord-Ierland wil scheiden makkelijker maken
Populaire artikelen
Wekelijkse nieuwsbrief ontvangen?
Bijeenkomsten
30 oktober 2025 / 30 oktober 2025
13 november 2025 / 13 november 2025
19 november 2025 / 19 november 2025
25 november 2025 / 25 november 2025
26 november 2025 / 26 oktober 2025