Daar sta je dan als docent op een reformatorische school waar burgerschap, onderdeel van Agenda 21 (ook wel bekend als Agenda 2030), langzamerhand de normaalste zaak aan het worden is. Want ook daar lijkt de Bijbel in de praktijk niet meer de normerende norm te zijn, maar burgerschap en de duurzaamheidsdoelstellingen van Agenda 21. Volgens Nieuwsuur staat reformatorisch onderwijs echter haaks op de basiswaarden van onze democratie.
Agenda 21 is een actieprogramma van de Verenigde Naties dat in 1992 werd opgesteld tijdens de VN-conferentie over milieu en ontwikkeling in Rio de Janeiro.[1] Het doel is duurzame ontwikkeling wereldwijd te bevorderen op sociaal, economisch en ecologisch vlak. Hoewel Agenda 21 geen bindende wetgeving is, heeft het wel invloed gehad op nationale en lokale beleidsvorming, waaronder het onderwijs. In dit artikel wordt onderzocht wat de gevolgen van Agenda 21 kunnen zijn voor reformatorische scholen in Nederland.
Wat is Agenda 21?
In eerste instantie geeft Agenda 21 de schijn alsof het gericht is op het bevorderen van duurzaamheid in alle aspecten van de samenleving. Het programma moedigt landen aan beleid te voeren dat toekomstgericht is, met aandacht voor milieu, armoedebestrijding, volksgezondheid en educatie. Binnen het onderwijs wordt nadrukkelijk gepleit voor het integreren van duurzaamheid in het curriculum, om zo jongeren bewust te maken van hun rol in een duurzame samenleving onder de titel van burgerschap. Die burgerschapswaarden van Agenda 21 botsen echter op vele vlakken met de Bijbelse waarden en normen waar wij, als reformatorische scholen, zeggen voor te willen staan.
Kenmerken en uitgangspunten
Reformatorische scholen baseren hun onderwijs op de Bijbel en de drie formulieren van eenheid. Belangrijke waarden zijn bijvoorbeeld rentmeesterschap, naastenliefde en verantwoordelijkheid voor de schepping. Tegelijkertijd is er een kritische houding ten opzichte van maatschappelijke trends die mogelijk indruisen tegen de Bijbelse grondslag. Neem bijvoorbeeld duurzaamheidsdoelstelling nummer 5 van Agenda 21 over gendergelijkheid en nummer 4 over veilige scholen.[2] Dat zien we op een aangrijpende manier terug in de uitzending over homoseksualiteit.
De reclame voor de LHBTIQ+ ideologie is heftig aan het werk, ook binnen onze reformatorische gezindte, en ze hebben de reformatorische scholen hard nodig om deze on-Bijbelse gedachten te verspreiden.[3] De drijfkracht hierachter is onder anderen de feministische beweging.[4]
Als de overheid gaat dreigen met het dichtdraaien van de subsidiekraan of dan wel met rechtszaken, dan zullen de kerken op moeten treden. Want de zeventien duurzaamheidsdoelstellingen van Agenda 21 zijn niet hetzelfde als wat wij rentmeesterschap noemen. Het heeft een neomarxistische basis met een totalitaire achtergrond, waar velen al te vaak geen rekening mee houden.[5] “Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken en nuchter zijn” (1 Thess. 5:6).
Gevolgen van Agenda 21 voor reformatorische scholen
1. Integratie van duurzaamheid in het curriculum
Agenda 21 stimuleert scholen om duurzaamheid te integreren in hun lesprogramma’s. Voor reformatorische scholen betekent dit dat zij thema’s als natuurbeheer, energieverbruik en sociale rechtvaardigheid kunnen benaderen vanuit het Bijbels rentmeesterschap. Dit sluit aan bij de bestaande overtuiging dat de mens verantwoordelijk is voor de aarde. Echter, de manier waarop duurzaamheid wordt ingevuld, vraagt soms om een vertaalslag naar de eigen identiteit en visie op de schepping.
2. Spanningsveld met ideologische uitgangspunten
Sommige onderdelen van Agenda 21, zoals gendergelijkheid en wereldburgerschap, kunnen botsen met traditionele reformatorische waarden en normen. Dit kan leiden tot spanningen bij de implementatie van beleid, vooral wanneer er druk wordt uitgeoefend vanuit overheid of maatschappelijke organisaties om bepaalde thema’s verplicht te behandelen. Scholen zullen hierin hun eigen koers moeten bepalen en kritisch moeten afwegen in hoeverre zij meegaan met externe eisen. Denk maar aan Hand. 5:29.
3. Kansen voor verdieping van het onderwijs
De aandacht voor duurzaamheid biedt reformatorische scholen ook kansen voor verdieping van het onderwijs. Door thema’s als zorg voor de schepping en rechtvaardigheid te koppelen aan Bijbelse principes, kunnen scholen hun leerlingen een brede en verantwoorde visie op de samenleving meegeven. Dit kan de betrokkenheid van leerlingen bij maatschappelijke vraagstukken vergroten en het bewustzijn van hun rol als christen in de wereld versterken.
4. Praktische uitdagingen en implementatie
De implementatie van Agenda 21-gerelateerde thema’s vraagt om praktische keuzes. Reformatorische scholen moeten investeren in scholing van leerkrachten, het ontwikkelen van passend lesmateriaal en het aangaan van de dialoog met ouders en de achterban. Hierbij is het van belang dat de eigen identiteit wordt bewaakt en dat er ruimte is voor kritische reflectie op maatschappelijke ontwikkelingen.
De wetenschap
In de eerste uitzending van Nieuwsuur hoor je Peter Bos beargumenteren dat het geloof géén wetenschap is. Waar hij zich gruwelijk in vergist is dat ook de evolutietheorie geen wetenschap is, maar een seculiere geloofsovertuiging. Ook hij is niet ’neutraal’ in zijn opvattingen.
Verder zie je dat Erik-Jan Verbruggen, woordvoerder van Bijbels Beraad MV, een mooi Bijbels pleidooi voert. Dit stuit echter tegen de borst van zowel Pooyan Tamimi Arib (religiewetenschapper) als Peter Bos (hoogleraar pedagogiek). Verbruggen beroept zich op de Bijbelse norm, die we ook terug vinden in het huwelijks formulier. De andere twee beroepen zich op de vrouwenemancipatie en gelijke rechten, maar de ware gevolgen voor de kinderen wordt ontkend.[6]
De belijdenisgeschriften zijn uit de tijd
Erger wordt het als de Nederlandse Geloofsbelijdenis en Heidelbergse Catechismus als “uit de tijd” wordt bestempeld. Pooyan Tamimi Arib vindt dat de christelijke belijdenisgeschriften een intolerant uitganspunt hebben. We behoren, volgens hem, het idee op te geven dat we een hegemonie kunnen bereiken. Maar erger wordt het als Jan Krans-Pleizier, docent aan de PThU, zegt dat onze belijdenisgeschriften een geloofsuitleg zijn uit het verleden, die niet geschikt zouden zijn voor basisschool kinderen. Ze “impregneren onze jongeren met vooroordelen”. Dus zijn onze belijdenisgeschriften dan niet meer van deze tijd…?
Het wordt tijd voor de kerk om wakker te worden
Het wordt tijd dat de reformatorische kerken wakker worden en de strijd aanbinden met de tijdgeest.[7] Hier is waar een nationale bid- en vastendag op zijn plaats is. Binden we de strijd niet aan, dan dreigt met de reformatorische scholen hetzelfde te gebeuren als met de protestants christelijke scholen. We zien hoe secularisatie ook binnen onze scholen langzamerhand de overhand krijgt.[8] Maar van bidden en vasten hoor je niets. Wilhelmus à Brakel (1635-1711) waarschuwt in hoofdstuk 77 van zijn boek Redelijke Godsdienst dat het “een teken is van groot verval, dat men zo weinig werk maakt van het vasten.” Het doet denken aan Gen. 3:9: Kerk waar zijt gij? Is dat niet ten diepste ons probleem? We zijn “onzichtbaar” geworden. Waar is toch het vertrouwen in de Heere onze God…?
Gods belofte
God heeft de macht om ons te bevrijden. Hij bevrijdt ons niet door onze angst voor afkeuring weg te nemen, maar door het naar de juiste plaats over te brengen: op onze kniëen voor Zijn aangezicht in gebed. En meestal bevrijdt Hij ons door ons te helpen onze valse angsten onder ogen te zien, zodat ze hun macht over ons verliezen.
Zo lezen we in 2 Kron. 7:14 een bijzondere belofte des Heeren: “En [als] Mijn volk, over dewelke Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigen en bidden, en Mijn aangezicht zoeken en zich bekeren van hun boze wegen, zo zal Ik uit den hemel horen en hun zonden vergeven en hun land genezen.” Geloven we dat nog… dat als wij ons zouden verootmoedigen en bidden, bekeren van onze boze wegen, onze afgodsdiensten: 1. Onze zelfverering, het egocentrisme, (de baäldienst); 2. Het vereren van geld en goed, het materialisme (de mammon); 3. Het offeren van onze kinderen op het altaar van de welvaart, (de molog); de Heere ons land zal genezen?[9] We kunnen niet schuilen achter het deterministisch denken, dat God het moet doen.[10] De verantwoordelijkheid ligt bij ons!
Conclusie
De gevolgen van Agenda 21 op reformatorische scholen zijn veelzijdig. Enerzijds biedt het programma aanknopingspunten om duurzaamheid vanuit Bijbels perspectief een plek te geven in het onderwijs. Anderzijds vraagt het om zorgvuldige afwegingen en het vasthouden aan de eigen identiteit bij de implementatie van maatschappelijke thema’s die niet altijd één-op-één aansluiten bij de reformatorische visie. Laten we daarom de dialoog aan gaan en investeren in eigen lesmaterialen. Alleen zo kunnen reformatorische scholen een verantwoorde invulling geven aan duurzame ontwikkeling binnen hun unieke context.
Tenslotte ontkom je niet aan de vraag of de reformatorische gezindte nog principes heeft waar ze zich echt aan durven houden. Het zou lafhartig zijn om nu weer onze identiteitsverklaring aan deze ideologie aan te passen. Dat kunnen we niet, als we ervan overtuigd zijn dat onze principes Bijbels zijn. Uiteindelijk komt het erop neer dat er een tijd komt dat de reformatorische kerken op zullen moeten staan voor wat ze waarlijk geloven, anders verliest het leven zijn doel.
Pierre J. Beaujon is docent in het voortgezet onderwijs en woordvoerder van Christenen Coalitie.
[1] Agenda 21 van de VN: https://sustainabledevelopment.un.org/content/documents/Agenda21.pdf
[2] Artikel Pierre J. Beaujon, Het streven van de VN met SDG 5 uit Agenda 21, Gereformeerd Venster, 1 november 2021.
[3] Artikel Pierre J. Beaujon, Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen en de Reformatorische scholen, Gereformeerd Venster, maandag 4 oktober 2023.
[4] Artikel Pierre J. Beaujon, Agenda 21 van de Verenigde Naties, Gereformeerd Venster, maandag 28 december 2020
[5] Het neomarxisme omvat een aantal marxistische denkstromingen in de westerse wereld die vanaf de jaren 1920 nieuwe interpretaties van Karl Marx’ denken maakten.
[6] We mogen niet meer zeggen wat de Heere in Zijn Woord verkondigd. Andersom moet op lagere scholen wel van alles in jonge breinen gepompt worden dat is zeker geen indoctrinatie? Ingrijpend…!
[7] We hebben te maken met een heftige geestelijke strijd. Vele kerkleiders onderschatten dat. Daarom moeten we geoefend worden in het dragen van de gehele wapenrustig Gods, opdat we staan kunnen tegen de listige omleidingen des duivels, Ef. 6:11.
[8] Soms bekruipt mij de gedachten dat wij, binnen de reformatorische gezindte, veel op de rijke jongeling lijken (Luk. 18:18-23). Die jongeling kreeg te horen dat hij pas toegang tot de Heere God zou krijgen als hij zijn bezittingen zou verkopen en uit zou delen aan de armen. En de jongeling werd geheel droevig… want hij bezat veel (lees: de invloeden van de welvaart en het materialisme).
[9] Het valt op dat met het vervagen van het christelijk geloof uit de samenleving al die afgodsdiensten uit de oudheid weer terugkomen.
[10] Het deterministische denkbeeld is afkomstig uit de Griekse mythologie, wat Bijbels niet te verantwoorden valt. Volgens 1 Kor. 11:19, kanttekening 47 vormt het determinisme dan ook geen dwaling maar een ketterij. Het deterministische denkbeeld gaat verder dan Calvijn bedoeld heeft in zijn Institutie, vandaar dat het ook door sommigen als hypercalvinisme wordt betiteld. Het hypercalvinisme gaat uit van het Supralapsarisme en een prediking zonder aanbod van genade aan alle mensen.