Zes manieren hoe christenen kunnen reageren op onze ‘Vreemde Nieuwe Wereld’

Carl Trueman, afbeelding van CNE News
Leestijd: 11 minuten

De wereld heeft een aardverschuiving ondergaan. Nieuwe denkbeelden over ‘individualiteit’ staan vijandig tegenover wat het christelijk geloof hierover zegt. Ja, het lijkt voor christenen zelfs gevaarlijk te worden om tegen die nieuwe opvattingen in te gaan. De tijd waarin we konden hopen op verdraagzaamheid jegens ons getuigenis is voorbij. Vroeg of laat zal een ieder van ons worden geconfronteerd met een lastige situatie juist op het punt van ‘individualiteit’. De vraag wat je moet doen als de druk wordt opgevoerd om je te conformeren wordt dus urgent. Hier zijn zes manieren hoe christenen kunnen reageren op deze vreemde nieuwe wereld.

Erken onze medeplichtigheid

Het eerste wat wij zullen moeten onderkennen is onze medeplichtigheid in het ‘expressief individualisme’ van vandaag de dag. Enige nuance is daarbij wel op zijn plaats. Expressief individualisme is niet alleen maar te bestempelen als een slecht iets. Wij hebben een innerlijk en gevoelens die ons vormen. Het bevestigt het belang van eigen identiteit en de waardigheid van alle mensen. En het benadrukt in die zin ook de noodzaak van een persoonlijk geloof als antwoord op het Evangelie.

Maar er zijn ook problemen. In landen waar vrijheid van godsdienst (een goed iets) is ingesteld, zijn er vele kerken en religies waar men uit kan kiezen. Het effect wat dit met zich mee kan brengen is dat godsdienst een ‘marktplaats’ wordt waar de kerkganger een consument is en de kerk verkoper. Dit betekent dat de autoriteit in godsdienst kantelt richting de kerkganger, afgemeten aan de mate waarin wordt voldaan aan de behoefte van het psychologische ‘zelf’.

Christenen vandaag de dag gaan intuïtief naar de Kerk om zich goed te voelen, om vrienden te ontmoeten, opbeurende liederen te zingen, de gedachten te stimuleren en naar mooie muziek te luisteren. Gebed, zowel persoonlijk als gezamenlijk, heeft de neiging zich te richten op het verzachten van ons lijden, niet om dit te begrijpen. We hebben de neiging om te gaan naar (te kiezen voor!) een kerk die aansluit bij datgene wat ons persoonlijk goed doet voelen. De meesten van ons, als wij eerlijk tegenover ons zelf zijn, zullen moeten toegeven dat onze keuze voor een kerk niet geheel voortkomt uit onze theologische overtuigingen. Persoonlijke smaak speelt een rol, en deze wordt gevormd door de verwachtingen van de gepsychologiseerde en therapeutische maatschappij waar wij ons in bevinden.

Hier zien we ook een andere manier waarop de kerk meer als de wereld is geworden: in de cult van het persoonlijk geluk. Er is natuurlijk niets mis met gelukkig zijn. Echter, de aard van gelukkig zijn is door de jaren veranderd naar iets wat appelleert aan een innerlijk gevoel van psychologisch welzijn. Zodra we op deze wijze over geluk gaan denken, wordt de visie op het christelijke leven zoals voorgesteld in de brieven van Paulus (in het bijzonder in 2 Korinthe) onbegrijpelijk. We hebben ons dan wel niet expliciet gecommitteerd aan het welvaartsevangelie, maar velen van ons denken bij Gods zegen wel vooral aan individueel geluk. Dit is het resultaat van de psychologische, therapeutische cultuur die het Christelijk geloof is binnengedrongen.

Er zijn meer gebieden van christelijke medeplichtigheid. Hoeveel kerken nemen nog een ferm standpunt in tegen echtscheidingen; waarbij het huwelijk als betekenisloos wordt gezien, zodra niet meer aan het persoonlijke geluk van beide partners wordt voldaan? Hoeveel christenen maken hun ethiek ondergeschikt aan hun emoties op het moment dat een vriend of geliefd familielid zich identificeert als homo of transgender? We zijn op een of andere manier allemaal medeplichtig in deze vreemde nieuwe wereld.

Het is niet eenvoudig om dit goed te adresseren, maar een aantal suggesties lijken vanzelfsprekend:

Ten eerste, we zullen onszelf moeten onderzoeken, individueel en gezamenlijk, om erachter te komen op welke wijze wij het Evangelie in opspraak hebben gebracht. Dan zullen we berouw moeten tonen, God om genade moeten vragen en onze gedachten, houdingen, intuïties en praktijken moeten veranderen. Niets minder dan dat is noodzakelijk om een ware reformatie op dit punt te bewerkstelligen.

Ten tweede, het feit dat wij ons bewust zijn van onze medeplichtigheid zou nederigheid in ons, en de wijze waarop wij omgaan met anderen die het oneens zijn met ons, moeten teweegbrengen.

Ten derde, het bewust zijn van medeplichtigheid zou ons tenminste moeten aanzetten tot gepaste zelfkritiek en zelfcontrole. Als wij een kerk hebben gekozen, dan moeten we de discipline hebben om onszelf te committeren [= binden] aan deze kerk, erbij te blijven en onszelf niet de gelegenheid geven weg te gaan vanwege een triviaal iets of onze persoonlijke smaak. Dit is misschien niet ideaal en ook niet makkelijk, maar ik zie geen andere optie dan bewustwording en zelfdiscipline op dit punt.

Leer van de Vroege Kerk

Wij hebben een geloof dat is geworteld in historische claims (in het bijzonder de opstanding van Jezus Christus en de gebeurtenissen en acties gedurende zijn leven). Wanneer christenen worden geconfronteerd met specifieke uitdagingen, kijken zij vaak terug naar het verleden, om hoop te vinden voor hetgeen zij doormaken in het heden.

Als wij een precedent willen vinden voor dit tijdperk, geloof ik dat wij terug moeten gaan naar de 2e  eeuw en de post-apostolische Kerk. Het christelijk geloof werd toen slecht begrepen, veracht en weggezet als marginale sekte. Het werd verdacht van immoraliteit en opruiing. En de roep ‘Jezus is Heer’ was op het eerste gezicht een eed van loyaliteit die eigenlijk alleen was verschuldigd aan Caesar. Dit lijkt veel op de situatie van de Kerk van vandaag. Wij worden bijvoorbeeld gezien als irrationeel en onverdraagzaam vanwege onze positie ten aanzien van het homohuwelijk. Steeds vaker worden religieuze conservatieven in het algemeen en evangelische christenen in het bijzonder gezien als een bedreiging voor de maatschappij. Zoals onze geestelijke voorouders worden ook wij gezien als immoreel en opruiend.

Dit is geen perfecte analogie. De Kerk in de 2e eeuw werd geconfronteerd met een heidense wereld die het christelijk geloof niet kende. Wij leven in een wereld die vaak bewust aan het ‘ont-christelijken’ is. Dat betekent dat de oppositie beter is geïnformeerd en meer proactief is dan tijdens de Vroege Kerk periode. Toch is het zinvol om te kijken naar de strategie van de Vroege Kerk.

Laat de kerk een gemeenschap zijn

Het is duidelijk vanuit het Nieuwe Testament en vroeg-christelijke geschriften zoals de Didachè dat gemeenschap een centrale plaats innam in het kerkelijk leven. De christelijk identiteit was mede verbonden aan praktische en dagelijkse zaken in de gemeenschap. Dat is ook logisch en komt voort uit het begrip dat identiteit wordt gevormd door de gemeenschappen waar we deel van uitmaken. De krachtigste identiteit die ik heb, vormt mijn krachtigste intuïties en zijn afgeleide van de sterkste gemeenschap waar ik deel van uitmaak. Dat betekent dat de kerk onze sterkste gemeenschap moet zijn. De LHBT+ gemeenschap is, ironisch genoeg, bewijs hiervan. De reden waarom zij van de (maatschappelijke) marges naar het middelpunt zijn gegaan, is nauw verbonden met het feit dat zij sterke gemeenschappen hebben gevormd toen zij nog in de marges zaten. Daarom zou de Kerk, hoe legitiem het ook is, niet alleen moeten treuren om het feit dat zij nu cultureel gezien gemarginaliseerd is. Maar zij moeten zich ook organiseren en weer een gemeenschap worden. Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander (Johannes 13:35 SV). Dat betekent gemeenschap.

Laat de kerk in aanbidding zijn

Dat brengt mij bij het 2e les die wij kunnen leren van de Vroege Kerk. Hoewel de dagelijkse praktijk van gemeenschap er overal anders uit kan zien, zijn er bepaalde elementen die in elke kerk op elke plaats overeenkomen: aanbidding en geestelijke gemeenschap.

Het klinkt misschien afgezaagd, maar een groot deel van het getuigenis van de Kerk naar de wereld is om simpelweg ‘de Kerk in aanbidding’ te zijn. Paulus zelf geeft aan dat een ongelovige die per ongeluk binnenloopt in een kerkdienst eigenlijk geraakt zou moeten worden door een heiligheid die niet van deze wereld is. De strijd met onze cultuur wordt het best aangegaan als de Kerk een andere cultuur laat zien, geworteld in praktijken van liturgische aanbidding en zich manifesterend als een liefhebbende gemeenschap zowel binnen als buiten de aanbiddingsdienst. Meer een cultureel protest (i.p.v. Culture War) waarbij de Kerk de maatschappij laat zien wat het betekent om waarlijk mens te zijn geschapen naar Gods beeld.

Naar deze aanpak wordt gehint in de christelijke geschriften van de 2e eeuw. Zowel de Griekse Apologeten als Augustinus (‘De stad van God’) beargumenteerden dat christenen zich zouden moeten inzetten om goede, zo niet de beste burgers (en ouders, buren, werknemers, etc.) te zijn tot zover hun hogere toewijding aan God (en Zijn wetten) dit toeliet. Zij presenteerden een visie op de Kerk in een vijandige cultuur die de Kerk oproept om de Kerk te zijn en christenen om constructieve leden van de maatschappij te zijn. Sommige zullen echter reageren dat het nalaten om de directe confrontatie aan te gaan overeenkomt met een verslagen status en terugtrekking. Maar is dat ook zo?

Christenen in het Westen kunnen nog steeds hun vrijheden gebruiken om op belangrijke issues campagne te voeren voor datgene wat goed is. Ik roep niet op tot passiviteit maar suggereer eerder dat de strijd aangaan met de cultuur en daarbij gebruik maken van de retoriek, wapens en middelen van deze wereld niet de weg is voor de navolgers van God. Als de Apologeten en Augustinus zo passief waren, is het moeilijk uit leggen waarom het Christendom zo dominant is geworden in het Westen voor zoveel eeuwen. God is soeverein en richt zich op de lange termijn. Zijn wil zal geschieden, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

Onderwijs het volledige Woord van God

Een van de verleidingen in een tijd van veel verwarring en verandering is om zich te richten op de directe uitdagingen waar het christelijk geloof mee wordt geconfronteerd. Hierin schuilt een gevaar: we kunnen zo bezig zijn met specifieke bedreigingen dat we vergeten dat de christelijke waarheid geen samenraapsel is van geïsoleerde, onsamenhangende claims, maar dat de christelijke waarheid een coherent geheel is.

De leer van de Kerk op het gebied van geslacht, huwelijk en seks komt voort uit haar leer van de betekenis van mens zijn. Als de hedendaagse seksuele -en identiteitspolitiek voortkomt uit diepere denkbeelden over individualiteit, dan zullen we eerst moeten weten wat de christelijke visie op individualiteit is om dit goed te adresseren. En omdat de Bijbel leert dat de mens is geschapen naar Gods beeld, moeten we een goed begrip hebben van de leer van God. Kortom, we kunnen alleen standvastig zijn in dit culturele moment en specifieke uitdagingen te lijf gaan als onze fundamenten in Gods waarheid breed en diepgeworteld zijn.

De manier om dit te bewerkstelligen kan verschillend zijn voor verschillende plekken en verschillende kerken. Dit start echter met een goede historische Belijdenis. Ook Catechese kan hierin behulpzaam zijn. Sommigen zullen zeggen dat zulke historische documenten beperkt zijn in hun bruikbaarheid vandaag de dag, zeker met betrekking tot zaken zoals het homohuwelijk en transgenderisme. Dat is niet onwaar. Toch leert (bijvoorbeeld) de Westminster Confession wel de positieve (Bijbelse) visie op het menszijn en de aard en het doel van het huwelijk. Dat zijn solide, algemene en conceptuele fundamenten waarmee de Kerk de actuele uitdagingen kan aangaan op een wijze die deze uitdagingen plaatst in de context van de brede en historische christelijke waarheid.

Vorm intuïties door Bijbelse aanbidding

Expressief individualisme zoals wij het vinden in de hedendaagse maatschappij is problematisch in de wijze waarop het individuen en hun begeertes – of hun eigen ego’s – in het centrum van het morele universum plaatst. Nadruk leggen op de innerlijke psyche en gevoelens is op zichzelf niet verkeerd, maar wel wanneer dit een doel op zichzelf wordt. Onze innerlijke gevoelens zijn een essentieel onderdeel van onszelf maar zullen op de juiste wijze gevormd moeten worden.

In de autobiografie van Augustinus, Belijdenissen, wordt nadruk gelegd op het innerlijke leven van Augustinus. Echter, de beweging naar binnen (innerlijke reflecties) wordt altijd gevolgd door een beweging naar buiten richting God. Uiteindelijk worden zijn gevoelens geplaatst, en gecorrigeerd, in de context van de grotere waarheid van God en Zijn openbaring in Christus.

Wij vinden eenzelfde dynamiek in de Psalmen. De psalmisten praten vaak eerlijk over pijnlijke gevoelens richting vrienden, vijanden en zelfs God. Maar nooit met het doel om in zichzelf bevestigd te worden, maar om deze ervaringen en gevoelens te plaatsen in de context van Gods waarheid.

Als de Kerk deze waarheid wil omarmen, en onze psychologische intuïties wil vormen op een Bijbelse manier dan zal zij serieus moeten nadenken over een centraal en formatief aspect van aanbidding: zingen. Het is geen toeval dat de Psalmen een bundel zijn van gezamenlijke lofprijzing. Het zingen van deze poëzie vormde de sociale verbeelding van de Joden. De Kerk zou hetzelfde moeten doen.

Sentiment zou niet het fundament van ons leven moeten zijn. Maar dat betekent niet dat we het sentiment moeten elimineren uit ons kerkelijk leven. We moeten ons gezamenlijk kerkleven omvormen op een wijze die ons innerlijk leven hervormd. Dat betekent dat wij aanbiddingsliederen moeten kiezen die niet toegeven aan onze emoties omwille van de emoties of waarin onze behoeftes en noden de reden vormen dat God bestaat. We hebben juist liederen nodig die ons in staat stellen om onze gevoelens eerlijk te begrijpen en uit te drukken, maar op een manier die altijd naar buiten leidt. Liederen die onszelf richting God en Zijn waarheid leiden. De Psalmen leren ons dat het christelijk leven wordt gekenmerkt door vreugde en verdriet en ze plaatsen de dagelijkse worstelingen in de context van Gods grote daden in het verleden en Zijn beloftes voor de toekomst. Ze helpen ons om onze status te begrijpen als vreemdelingen in een vreemd land. We zijn gevallen schepselen met emoties en gevoelens. Daarom hebben we liederen van verlossing nodig die ons helpen deze gevoelens op de juiste wijze te herstellen.

Herstel de natuurwet en de theologie van het lichaam

De Kerk moet de natuurwet en de theologie van het lichaam in ere herstellen. Wat is de natuurwet? Simpel gezegd betekent het dat de wereld waarin wij leven niet alleen bestaat uit moreel neutrale materie maar dat het in zichzelf een morele structuur bezit. Onze lichamen in het bijzonder hebben een diepe betekenis. Ze zijn integraal deel van onze identiteit en onszelf. Lichamen hebben zwaktes en sterktes, sommige specifiek voor het individu, maar de meeste algemeen. Dat betekent dat menselijke lichamen technisch gemaakt zijn om te floreren op een bepaalde manier – en niet op andere manieren.

De natuurwet is aanvullend op de morele wet. Wat betreft seks en identiteit, daarbij biedt de natuurwet hulp op een voor de hand liggende wijze. Zonder al te expliciet te worden kan worden gesteld dat mannelijke en vrouwelijke lichamen seksueel gezien op een bepaalde manier bij elkaar passen en op andere manieren niet. Mannelijke lichamen passen seksueel gezien simpelweg niet bij elkaar. De natuurwet wijst ons op de grenzen van gedrag wat ons als mensen wel of niet zal laten floreren.

Men zou kunnen zeggen dat dergelijke argumenten, door de zonde, geen kracht zullen hebben in de bredere maatschappij. Heeft homoseksualiteit het risico op AIDS of kanker verhoogd? De wereld zal reageren door meer geld te steken in medisch onderzoek en de ontwikkeling van medicijnen en behandelingen om het probleem tegen te gaan. Chirurgische ingrepen en hormonen kunnen het mogelijk maken om een psychologische overtuiging om te zetten naar een fysieke werkelijkheid. Dit gaat uit van de aanname dat de natuur slecht ‘materie’ is dat kan worden gemanipuleerd en overwonnen als het ons verhinderd om te worden wie we willen zijn.

Dit is een serieus argument: de wereld rebelleert tegen God en volgt het idee dat we alles kunnen worden wat we willen zijn. Elk appèl op een externe autoriteit zal waarschijnlijk worden ontvangen met hoon of ontkenning. Dat is waarom ik aanstuur op een reflectie op de natuurwet en de theologie van het lichaam. Niet zozeer om de wereld te overtuigen (alhoewel het daar meer nodig is dan ze willen toegeven) maar vooral omdat het belangrijke onderdelen zijn voor een overtuigende pedagogische strategie binnen de Kerk zelf. Oudere christenen kunnen er niet langer uit van gaan dat jongere christenen de Bijbelse ethiek direct begrijpen omdat de sociale verbeelding waarin zij leven zo anders is dan degene waarin velen van ons zijn opgegroeid. Daarom zullen we harder moeten werken om niet alleen de inhoud maar ook de ratio van de christelijke moraliteit uit te leggen. Het is daarbij zinvol om niet alleen te kijken naar wat de Bijbel leert in een paar teksten, maar te wijzen op hoe deze teksten logisch passen in het grote geheel. De natuur geeft hier niet het doorslaggevende argument, maar het helpt ons wel om te laten zien dat de Bijbelse leer niets arbitrairs oplegt aan de natuur maar daar juist mee overeenkomt.

Leef met een realistische hoop

Als laatste zou de Kerk zich niet moeten laten verleiden door wanhoop of zorgeloos optimisme. Wanhoop zou betekenen dat we de belofte, dat de Kerk het uiteindelijk zal winnen en dat de poorten van de hel haar niet zullen overweldigen, niet serieus nemen. Zorgeloos optimisme zal leiden tot meer wanhoop in een later stadium. Beide leiden tot inactiviteit, de één uit onmacht, de ander uit naïviteit.

Christelijke hoop is realistisch. Het onderkent dat de wereld een ‘vallei van tranen’ is en dat zaken niet zijn zoals ze zouden moeten zijn. Deze wereld is niet ons christelijk thuis en we moeten niet verwachten dat het ons huiselijk comfort zal geven. Dat betekent niet dat we niet dankbaar moeten zijn voor de goede dingen en vrijheden die we hebben in het hier en nu. Maar ik ben mij ervan bewust dat dit een gevallen wereld is en dat het Evangelie mij geen makkelijk en comfortabel leven heeft beloofd. Ik ben geroepen (zoals alle christenen) om trouw te leven op de plek en de tijd waarin ik ben geplaatst. Het lijden in het hier en nu kan soms vreselijk zijn, zelfs ondraaglijk, maar het is nooit zonder betekenis. Nee, het vindt betekenis in het leven, de dood, opstanding, hemelvaart en wederkomst van de Heere Jezus Christus.

De wereld waarin wij leven lijkt een nieuwe, chaotische, ongekende en duistere periode in te gaan. Maar we moeten niet wanhopen. We moeten onszelf klaarmaken; onszelf informeren; weten wat we geloven en waarom we het geloven; God aanbidden op een wijze die ons vormt als ware discipelen en pelgrims, intellectueel en intuïtief; en onze ogen gericht houden op de onbreekbare beloftes die de Heere heeft gemaakt en bevestigd in Jezus Christus.


Gepubliceerd: 30-09-2022, overgenomen en samengevat van The Gospel Coalition. Het volledige en Engelse artikel is hier te vinden: https://www.thegospelcoalition.org/article/respond-strange-new-world/

Recent heeft Carl Trueman een tweetal lezingen gehouden aan de ‘’Greenville Presbyterian Theological Seminary’ over het thema moderne individualiteit. In de eerste lezing ‘Rise of the Modern Self’gaat hij in op de historische en culturele achtergrond van het huidige moderne denken over individualiteit, mede aan de hand van zijn boek ‘The Rise and Triump of the Modern Self’. In de tweede lezing ‘The Christian Self’ behandeld hij de christelijke identiteit en gaat hij in verder in op zaken die ook in dit artikel zijn behandeld. Beide lezingen duren ongeveer een uur en zijn zeer de moeite waard voor degene die meer verdieping zoeken op dit thema.

De lezingen zijn beschikbaar via YouTube en de onderstaande links:

Rise of de Modern Self”: Dr Carl Trueman

The Christian Self”: Dr Carl Trueman

Eerder is al een interview met de auteur geplaatst.

Ook interessant

Zwemmen: zedig of zedeloos?

Christenen zwemmen in de praktijk vaak gewoon in zwembroekje of bikini. Heeft de Bijbel hier ook nog iets over te zeggen?