Welke Bijbels bezwaren zijn er tegen een homoseksuele levenspraktijk? 

Leestijd: < 1 minuut

Aan het begin van de Bijbel lezen we hoe God op de zesde dag de mens als kroonjuweel van Zijn schepping heeft geschapen. Eerst werd Adam geschapen. Maar God zag dat het niet goed was om als mens alleen te zijn. Daarom schiep God uit de rib van Adam een vrouw (Gen. 12:21, 22). Dit is belangrijk om vast te houden. God heeft man en vrouw geschapen (Gen. 1:27) zodat ze tot één vlees zouden zijn. Dat betekent dat man en vrouw geschapen zijn om binnen het huwelijk ook seksuele gemeenschap te hebben met elkaar om zo kinderen te mogen voortbrengen. De Heere Jezus maakt dit later in het Nieuwe Testament ook duidelijk (Matth. 19:4, 5).  

Als we de Bijbel verder lezen, wordt het duidelijk dat Gods Woord alleen uitgaat van een huwelijk tussen man en vrouw (vb. 1 Korinthe 7:2, Efeze 5: 25, 28). Het huwelijk tussen man en vrouw is zelfs het beeld van de volmaakte eenheid tussen de Heere Jezus (de hemelse Bruidegom) en Zijn gemeente (de Bruid).  

Door de zondeval in Genesis 3 is de volmaakte relatie tussen man en vrouw en tussen God en de mens echter gebroken. Dat wordt pijnlijk zichtbaar in onze relatie met God en ook in onze relaties met elkaar. Er zijn relaties die de Heere in de Bijbel veroordeelt, waaronder dus ook homoseksuele relaties. In het Oude Testament lezen we bijvoorbeeld van de zonden van Sodom (Gen. 19). In het Nieuwe Testament schrijft Paulus erover in Romeinen 1:26, 27; 1 Korinthe 6:9, 10 en 1 Timotheüs 1:9, 10.  

Literatuursuggestie(s): 

‘Ben’ je homo? – Seksualiteit, identiteit en de Bijbel

Het zevende gebod #10 – Homoseksualiteit: de pijn

Het zevende gebod #11 – Homoseksualiteit: de teksten