Het Evangelie en AI: Waarom God nooit behagen zal scheppen in een door AI gegenereerde preek (noch in de predikant die het probeert)
Prof. Barrett Gritters
Toen ChatGPT-3 drie jaar geleden op de markt kwam (in november 2022), besloot een vriend van mij (geen predikant) om te testen of het programma een preek kon schrijven. “Voor de grap,” zei hij.
ChatGPT, voor wie het niet kent, is een internetprogramma dat bekendstaat als ‘kunstmatige intelligentie’ (AI). Binnen twaalf maanden na de lancering had ChatGPT meer dan honderd miljoen gebruikers, waarmee het het snelst groeiende computerprogramma in de geschiedenis werd. En zelfs dat is inmiddels oud nieuws, want op 8 augustus 2025 (minder dan een maand geleden) heeft ChatGPT versie 5 uitgebracht, die wordt beschreven als een enorme verbetering ten opzichte van versie 3 en veel dichter bij AGI (Artificial General Intelligence) staat – het vermeende vermogen om te redeneren zoals mensen, en zelfs “ver boven het menselijk vermogen”. Binnen twee weken waren er dagelijks meer dan 200 miljoen gebruikers van ChatGPT. En dat is slechts één vorm van AI.
Terug naar mijn verhaal. Drie jaar geleden gaf mijn vriend ChatGPT de opdracht om een preek te schrijven, met alle vereisten waaraan de meeste gereformeerde predikanten zouden willen dat een preek voldoet. Deze moest: 1) gebaseerd zijn op de Bijbel; 2) uitdrukkelijk in overeenstemming zijn met de Gereformeerde belijdenissen; 3) uitleg en persoonlijke toepassingen bevatten; 4) een inleiding, een thema, drie punten en een slot hebben; en 5) vier of vijf pagina’s lang zijn.
In minder dan een minuut maakte het een document (ik noem het geen preek, hoewel het veel op een preek leek) dat mijn vriend mij liet zien. De resultaten waren verbluffend. Ik verbaasde me erover wat het kon produceren, zonder enige inspanning behalve de beweging van elektronen die wat warmte produceerden. Er was een nauwkeurige uitleg van de tekst. Het was uitdrukkelijk in overeenstemming met de gereformeerde geloofsbelijdenissen. Er was een inleiding, een thema, drie punten en een slot. Er waren persoonlijke toepassingen.
Natuurlijk had ik als hoogleraar homiletiek kritiek. Afgezien van het feit dat het enigszins houterig en dus onpersoonlijk was (en daar kom ik later op terug), zei ik dat Christus erin ontbrak. Daarom was het onaanvaardbaar, want het was geen God-erende preek. Een fatale en onherstelbare tekortkoming, concludeerde ik. “Geen probleem”, zei mijn vriend. Dus gaf hij een eenvoudige, aanvullende opdracht: “Maak het Christocentrisch.” Al snel verscheen er een andere versie van het artikel (ik noem het geen preek, hoewel het er nu nog meer op leek) waarin Christus en Zijn verlossingswerk overal aanwezig leken te zijn. Dat was in 2023, een test “voor de grap”. Nu is het 2025 en zeer reëel. Dat roept een vraag op voor het ‘Protestant Reformed Theological Seminary’ en voor iedereen die geïnteresseerd is in het prediken van het Evangelie: “Wordt AI een hulpmiddel dat een christelijke predikant kan of zelfs moet gebruiken om een preek voor Gods volk te schrijven?”
De verleidingen zijn natuurlijk groot. Wat een enorme hoeveelheid tijd zou hij kunnen besparen! In plaats van zich te verdiepen in de tekst in de oorspronkelijke talen, te worstelen met betekenissen van de woorden en zinnen en wat erin opgesloten ligt, nadenken over voorbeelden om de waarheid duidelijk te maken en toepassingen voor een gemeente in 2025, kan hij AI enkele instructies geven, uiteraard afgestemd op zijn wensen, en binnen enkele minuten een kant-en-klare preek hebben, die hij, na een paar keer te hebben gelezen om het zich eigen te maken, aan Gods volk kan brengen.
Ondertussen kan hij zich bezighouden met ander belangrijk werk dat waarschijnlijk niet afkomt vanwege de tijd die het kost om elke week twee inhoudelijke preken te schrijven. En dat is veel werk. De taak van de predikant is enorm. Als AI zulke resultaten op papier kan produceren, waarom zou hij het dan niet gebruiken?
Het is mijn bedoeling om uit te leggen wat de titel van mijn toespraak onomwonden en opzettelijk provocerend zegt: God zal nooit tevreden zijn met een door AI gemaakte preek, noch met de predikant die deze software gebruikt om er een te maken. En hier is mijn uitleg die ik zal toelichten.
Een preek is de persoonlijke toespraak van een persoonlijke God Die vanuit Zijn hart spreekt, tot menselijke personen en hun harten, via een menselijk persoon, vanuit zijn hart – met al zijn vermogens in dienst van dat woord: verstand, hart, ziel, wil en al zijn emoties. En geen enkel AI-programma (hoe geraffineerd het ook zal worden) zal ooit in staat zijn om een preek in het hart van een predikant te leggen. En als de predikant dat probeert, zullen hij en de kudde waarvoor hij zorgt, verdorren en, dat zij verre, uiteindelijk geestelijk sterven.
Waarschuwing
Nu ik dit stel, moet ik duidelijk maken wat ik niet bedoel. Ik bedoel niet dat technologie (zelfs AI) geen nuttig hulpmiddel kan zijn of op zichzelf verkeerd is. God staat in Zijn voorzienigheid de ontwikkeling van technologie toe, die op zichzelf niet als verkeerd kan worden bestempeld. Op zichzelf beschouwd is technologie niet zondig. AI is technologie.
Wij zijn geen Amish of Luddieten, die technologie afwijzen.
Predikers van het Evangelie wijzen, omwille van het maken van preken en het geven van onderwijs, moderne technologie niet af. In feite danken zij God voor veel dingen, waaronder voor het moderne fenomeen dat kunstmatige intelligentie wordt genoemd.
“Hey Google, hoe hoog is de berg Sinaï?” (Ik nam wel wat risico, zo dacht ik, toen ik mijn smartphone meenam naar het podium om deze vraag voor het publiek te stellen. Tot mijn grote opluchting gaf Google onmiddellijk antwoord, zodat iedereen het via mijn microfoon kon horen): “De berg Sinaï is 2.285 meter hoog.” Geen tijd verspild met het zoeken en doorbladeren van een Bijbelse encyclopedie. Verder met het belangrijke werk.
Al dertig jaar maak ik gebruik van een krachtig computerprogramma voor Bijbelstudie dat alle woordvormen in het oorspronkelijke Hebreeuws en Grieks weergeeft, waardoor ik de tijdrovende arbeid van het bladeren door omvangrijke woordenboeken en Bijbelse encyclopedieën heb kunnen vermijden.
Het internet kan zelfs een hulpmiddel zijn voor snel onderzoek. Wat hebben anderen gezegd over deze tekst of die leerstelling? Een van onze predikanten, die mijn titel van deze lezing van tevoren had gezien, zei dat hij AI had gebruikt om te vragen wat Charles Wesley over een bepaalde tekst zou zeggen, en dat hij onmiddellijk een volledige en nuttige uitleg kreeg.
Natuurlijk zijn er ook gevaren verbonden aan technologie. Een predikant die een computerprogramma gebruikt om zijn taalstudies te doen, kan lui worden, niet meer nadenken en misschien de taal helemaal vergeten. Erger nog, een theologiestudent leert de talen nooit omdat hij denkt dat de computer alles wel voor hem zal doen. Of de predikant wekt bij zijn catechisanten de indruk dat het prima is om voor feiten op “Google” te vertrouwen. Ik heb in de afgelopen jaren antwoorden van Google gezien op lessen over de Heidelbergse Catechismus, waarvan sommige onjuist waren. Of de technologie kan onjuist zijn, omdat deze alleen alles wat er op internet te vinden is (ook meningen) verzamelt. Ik kreeg goed klinkende antwoorden op deze beide vragen: “Waarom is het arminianisme ketterij?” en “Waarom is het calvinisme ketterij?”
Het is echter niet de technologie zelf waar ik mij zorgen over maak.
Wat God wel mishaagt, is het gebruik door de predikant van hulpmiddelen die alle persoonlijke worstelingen omzeilen die nodig zijn (“Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent!”), alle geestelijke meditatie, alle hartelijke overdenking, alle nadenken in liefde over de huidige, persoonlijke en dringende behoeften van de gemeente (het zijn de schapen van Christus die onder uw hoede staan!), al het bloed, zweet en tranen die uiteindelijk resulteren in een gesproken preek die in de predikant zit en die de gedachten en het hart van God voor dit volk, deze week, vanuit deze tekst zal weerspiegelen en uitdrukken. Door AI gegenereerde preken omzeilen al dat werk. Dit mishaagt God, naar mijn mening.
God zal het evenmin zegenen. Zondagavond, wanneer alles voorbij is, zal die predikant niet goed slapen, in tegenstelling tot de man Gods die, hoewel hij aan het einde van de dag des Heeren volkomen uitgeput is, toch kan slapen omdat zijn geweten zuiver is en hij zelf rijkelijk gezegend is. Hij is bij God geweest en door God gebruikt om een goed woord tot het volk des Heeren te spreken.
Nu moet ik uitleggen waarom dit waar is, door zowel uit de uitdrukkelijk voorschriften van de Schrift als uit de voorbeelden in de Schrift duidelijk te maken wat een Gode welgevallige preek is. Maar het is geen preek die is geproduceerd door AI die triljoenen binaire cijfers van het internet haalt en ze in een netjes verpakte vorm samenvoegt – hoe rechtzinnig die ook mag klinken en hoe prekerig die ook mag lijken.
De aard van de preek en het preken
Het werk van een predikant is anders dan elk ander beroep ter wereld, en het schrijven en houden van een preek is anders dan elke andere activiteit ter wereld. Dat betekent dat u geen regels moet toepassen op het prediken of concessies moet doen aan predikanten zoals u dat bij andere activiteiten of personen zou doen. Als u zich dit niet realiseert, zult u helemaal verbouwereerd zijn over mijn stelling: “God zal nooit tevreden zijn met een door AI gegenereerde preek, noch met de predikant die dat probeert.”
Laat me dit eerst uitleggen door te stellen dat een preek meer is dan informatie die een predikant zich eigen maakt.
Een preek is inderdaad informatie. Zonder informatie is een preek geen preek. Wanneer God spreekt, spreekt Hij feiten en waarheden tot het gemoed van Zijn volk. God wil dat Zijn volk Hem liefheeft met hun verstand, evenals met hun ziel en kracht. Petrus spoort aan: “Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus” (2 Petr. 3:18). Zo zegt de profeet: “Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is” (Hos. 4:6).
Gods volk moet wezenlijke feiten horen en leren: God heeft Zijn uitverkoren volk lief, en niet ieder mens op aarde. Jezus’ dood was een plaatsvervangende verzoening, niet slechts een voorbeeld. De Heilige Geest heiligt ons door het Woord. De kerk is de bruid van Christus. Jezus zal wederkomen om de levenden en de doden te oordelen. Dit zijn allemaal feiten, die een onmisbaar onderdeel vormen van preken.
Hoewel we kritiek hebben op het verzamelen van feiten door AI, zullen we nooit het belang van feiten in preken afzwakken.
En daarom moet ik toegeven dat als God dat wil, Hij een ezel kan gebruiken (zoals de ezel van Bileam) om een woord te spreken dat enkel informatie overbrengt die de toehoorders ten goede komt. Maar mijn aansporing aan predikanten is, als ik het zo mag zeggen: “Wees geen ezel!” En aan ouderlingen: “Laat uw predikant geen ezel zijn!” Deze aansporing is niet bedoeld om leuk te zijn, maar om predikanten aan te sporen: “Wees geen onnadenkend, gevoelloos, harteloos beest!”
Hoewel een preek informatie is, is het echter veel meer dan informatie, veel dieper dan het louter opsommen van feiten, net zo verschillend van het slechts opsommen van feiten als het omhelzen van mijn vrouw verschilt van het vasthouden van een foto van haar. Wij zijn meer dan ‘hersenen op een stokje’, zoals men zegt. En als dat niet zo was, dan zou AI misschien wel de oplossing zijn voor het maken van preken.
Van begin tot eind persoonlijk
Om het nogmaals positief te formuleren: Preken is de handeling waarbij een persoonlijke God persoonlijk vanuit Zijn hart tot mensen en hun hart spreekt, via de persoon van een predikant, waarbij al zijn vermogens en aspecten van zijn persoonlijke wezen in dienst worden gesteld van die boodschap. Waarom? Omdat een preek een boodschap is van God via een mens die God persoonlijk heeft ontmoet. Niemand die de levende God persoonlijk heeft ontmoet, zal op een andere manier spreken dan met alle emoties, overtuigingen en genegenheden die hij heeft. “Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht”, en ik leef om het u te vertellen! (zie Gen. 32:30; Jud. 13:22).
Phillips Brooks (1835-1893) doelde hierop toen hij zijn beroemde uitspraak deed: “Een preek is waarheid die door middel van een persoonlijkheid wordt overgebracht.” Mijn punt gaat verder dan dat, hoewel dat een goed begin is en in de juiste richting gaat omdat het verwijst naar persoonlijkheid.
Laat ik dit uitdrukken in termen van Gods verbond. Aan deze zijde van de eeuwigheid is prediking de hoogste uitdrukking van de verbondsgemeenschap tussen God en Zijn volk. Om de taal van Psalm 25:14 te gebruiken: Gods daad om hen die Hem vrezen Zijn “verborgenheden” te openbaren, “Zijn verbond, om hun die bekend te maken”. Dat staat centraal in de prediking! Prediking is het intieme gesprek van een echtgenoot met zijn bruid. Dit punt is zo belangrijk dat als iemand u vraagt wat de relatie is tussen prediking en het verbond (een goede vraag van een nadenkende gereformeerde gelovige!), u niet alleen moet zeggen dat prediking de leer van het verbond uitlegt of de waarheid van het verbond verdedigt, maar dat prediking zelf de hoogste uitdrukking is van verbondsvriendschap aan deze zijde van de eeuwigheid. Het is het leven van het verbondsleven: de persoonlijke God spreekt tot de harten van Zijn geliefde kinderen, de Bruidegom tot Zijn geliefde.
En geen enkele computer zal ooit in staat zijn om zulk een persoonlijke communicatie van God te ontvangen en namens God op de juiste manier over te brengen, omdat geen enkele computer ooit persoonlijkheid zal hebben, nooit meer zal zijn dan een machine. Natuurlijk zal AI gevoelens veinzen (verdriet en vreugde, genoegen en pijn), persoonlijkheid simuleren (vriendelijkheid, genegenheid, zelfs liefde) en de indruk wekken dat het uitdrukking geeft aan de wil en genegenheid, omdat de makers van AI niets liever willen dan van AI een persoon maken. Maar AI zal nooit persoonlijk zijn, redelijk, zedelijk en het vermogen om een verhouding met God te hebben – in liefde of vijandschap.
Laat ik nogmaals positief zijn: God spreekt altijd persoonlijk tot Zijn volk. Dat is hoe vrienden in verhouding tot hun vrienden staan. God is onze vriend.
Zijn eerste menselijke vrienden wisten dat. Als u zich Adam en Eva kunt voorstellen in hun huwelijksgeluk vóór de zondeval (Gen. 2:22, 3:8a), zou het niet verkeerd zijn om u voor te stellen dat zij op de ochtend na hun huwelijk wakker werden door Gods zachte roep. In reactie daarop liepen zij hand in hand naar een met mos bedekte rots, met hun rug tegen de gladde schors van een boom, terwijl God tegenover hen stond en hen vertelde over Zijn liefde en Zijn plannen voor hen (Gen. 3:8). Vrienden. Van persoon tot persoon. Van aangezicht tot aangezicht. Het was zuivere verbondsgemeenschap.
Hij wandelde met Zijn vrienden Henoch (Gen. 5:22) en Noach (Gen. 6:9). Hij verscheen aan Abraham om de verbondsbeloften van een zoon over te brengen, en verscheen vervolgens opnieuw in de menselijke gedaante om een maaltijd te delen (Gen. 17 en 18).
Later, toen God tot vergaderingen van mensen sprak, ontmoette Hij altijd eerst persoonlijk Zijn boodschapper. God ontmoette Mozes persoonlijk bij de brandende braambos met een boodschap voor de farao (Ex. 4). Exodus 33 leert ons: “De HEERE sprak tot Mozes aangezicht aan aangezicht, gelijk een man met zijn vriend spreekt“ (vers 11). Numeri 12:8 zegt het zo: “mond tot mond”.
Zo was het in het hele Oude Testament: God sprak tot Zijn volk via profeten, die eerst persoonlijk met God spraken.
Echter, “God (…) heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon” (Hebr. 1:1). Toen God “Zijn verbond wilde bekendmaken” en Zijn “verborgenheden” op de meest rijke manier wilde openbaren, kwam Hijzelf naar Zijn verbondskinderen om met hen te spreken, van aangezicht tot aangezicht, in het aangezicht en de persoon van Zijn Zoon in het vlees. God zelf woonde onder hen, zag hen persoonlijk, keek hen in de ogen en sprak vanuit Zijn eigen hart tot hun hart, met alle vermogens van lichaam en ziel die elke andere man of vrouw heeft: verstand en wil, emotie en genegenheid.
Dit verklaart waarom de vereiste om een apostel te zijn, (officieel namens Christus te spreken nadat Hij naar de hemel was opgevaren) was dat men Jezus persoonlijk had gezien. “Ben ik niet een apostel?” vroeg Paulus retorisch, waarna hij uitlegde dat hij dat inderdaad was: “Heb ik niet Jezus Christus, onze Heere, gezien?” (1 Kor. 9:1). Om namens Jezus te kunnen spreken, moest Jezus verschijnen, zodat iemand Jezus zag! Daarom kon Paulus tegen de Korinthiërs zeggen: “Want wij dragen niet, gelijk velen, het Woord Gods te koop, maar als uit oprechtheid, maar als uit God, in de tegenwoordigheid Gods, spreken wij het in Christus. (2 Kor. 2:17).
Mannen Gods die vandaag voor Hem spreken, moeten Jezus ontmoeten en zien. Die ontmoeting bestaat niet uit het volgende: dat Hij de juiste woorden in uw hoofd plaatst en u die vervolgens op monotone wijze aan de mensen doorgeeft, maar uit het volgende: dat u van Jezus Christus zelf hoort wat Hij wil dat Zijn volk hoort uit Zijn hart tot hun hart.
Prediking is met aandoening
Nu kunnen we begrijpen waarom de prediking die in de Schrift is opgetekend, zoveel emotie en ‘persoonlijkheid’ heeft. Omdat de predikers met Jezus geweest waren, vertoonden deze predikers vrijmoedigheid, vergoten tranen, uitten rechtvaardige verontwaardiging en toorn, loofden God uitbundig, en konden de diepste ontferming en liefde niet onderdrukken. Het zien van God en van Jezus gaf leven aan woorden die anders dood zouden zijn geweest.
Bestudeer de preken van de apostelen om deze kenmerken te zien.
Petrus en Johannes, vroeger lafaards, waren vrijmoedig in hun prediking tot de oversten die hen zojuist hadden gearresteerd. Waarom? De oversten en ouderlingen verwonderden zich, maar concludeerden dat “zij met Jezus geweest waren” (Handelingen 4:13).
Soms uiten predikers toorn. Paulus werd soms verontwaardigd en rechtvaardig toornig. Te Athene werd zijn geest geprikkeld toen hij de afgoderij zag. Bij de Galaten was hij ontzet over hun zo snelle afval van het geloof, en hij schreef een brief die vuur ademde—als een brief dat althans kan doen. Toen Mozes van de Sinaï afdaalde, kookte zijn bloed toen hij hoorde en zag dat het naakte volk danste op de grond waar zojuist het bloed van het verbond gesprengd was (Ex. 24:6–8; 32:1–6; met Hebr. 10:29), wat hem ertoe bracht de tafelen van het verbond te verbreken. Dit was niet Mozes in zijn zwakheid, maar Mozes die zojuist bij de rechtvaardige en heilige God geweest was. Paulus’ ijver was geen overdreven jeugdige ijver, maar de ijver van Jezus, die met kracht de tafels van de wisselaars omverwierp. Jezus had zeker de zachtmoedigheid van een lam, maar Hij kon met de majesteitelijke kracht van een Koning een vlammend zwaard trekken. Predikers mogen toornig zijn.
Op andere momenten klinken lofprijzing en aanbidding in de mond van predikers. “O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen…” (Romeinen 11:33). Paulus kon zijn aanbidding van God niet groot genoeg uitdrukken. Jezus wel. Hij “verheugde Zich in den geest [zeer overvloedig], en zeide: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt ze den kinderkens geopenbaard…” (Lukas 10:21). Het zou mij verbazen indien Jezus nooit lofprijzing geuit heeft in de drie jaar dat Hij Paulus in Arabië “seminarie-opleiding” gaf. Predikers mogen zich verblijden.
Soms schreien predikers tranen van droefheid. Paulus weende als hij preekte en schaamde zicht niet dat te erkennen. Gij weet, hoe ik u gediend heb “met alle ootmoedigheid en vele tranen” (Handelingen 20:19). Aan de gemeente van Korinthe schreef hij: “Want ik heb ulieden uit veel verdrukking en benauwdheid des harten met vele tranen geschreven.…” (2 Korinthe 2:4). En hij wenste dat de Romeinse christenen zouden weten “dat het mij grote droefheid ,en mijn hart een gedurige smart is” (Romeinen 9:2). Het doet denken aan Jeremia, de “wenende profeet,” wiens tranen geen zwakheid waren maar een kracht; geen uiting van louter menselijke natuur, maar van gelijkvormigheid aan Christus. De Geest van Christus was zowel in Paulus als in Jeremia. Christus, Die weende, Die met Maria en Martha weende over de dood van Lazarus (Johannes 11:35), weende over de verwoesting van Jeruzalem (Lukas 19:41), en bad met Zijn discipelen “met sterke roeping en tranen” (Hebreeën 5:7). Zo wenen predikers.
Maar nooit zo schoon zoals de liefde en ontferming in de prediking wordt uitgedrukt. Het was Paulus’ liefde voor de Efeziërs die hem tot tranen bracht. Aan de Thessalonicenzen schreef hij dat zij hem dierbaar waren (waar “dierbaar” de sterke Griekse term voor liefde is). Liefde tot zijn volksgenoten bracht hem ertoe te zeggen: “Broeders, de toegenegenheid mijns harten, en het gebed dat ik tot God voor Israël doe, is tot hun zaligheid”
(Rom. 9:1; zie ook Rom. 10:1).
Mededogen ontferming, liefde, een hartelijk verlangen naar hun welzijn worden in preken uitgedrukt.
Hoe schoon is Jezus’ liefde en ontferming. Zijn ontferming over een melaatse bewoog Hem om hem te genezen (Markus 1:41). Zijn ontferming over schapen die geen herder hebben (Markus 6:34) bracht Hem ertoe hen te onderwijzen. Hij had de rijke jongeling lief (Markus 10:21). Hij had Maria, Martha en Lazarus lief (Johannes 11:5). En toen Hij tot de eens bezetene zei: “Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschapt hun, hoeveel de Heere u gedaan heeft, en hoe Hij Zich uwer ontfermd heeft” (Markus 5:19), was het niet opdat hij zou zeggen: “Jezus heeft mij genezen,” maar: “Hij heeft Zich over mij ontfermd!”
De prediker die met Jezus geweest is, zal de liefde en de ontferming van Jezus voelen en tonen.
Maar als een dienaar zich verbeeldt dat deze emoties hem reeds op de top van de berg hebben gebracht, is er nog één steile helling tot de hoogste top. Want de prediking drukt zelfs de bereidheid uit om te sterven voor het volk dat onder de zorg van de prediker staat. Tot de Romeinen (Rom. 9:3) zei Paulus over zijn ongelovige verwanten : “Want ik zou zelf wel wensen verbannen te zijn van Christus” indien dat hun zaligheid zou dienen. Liefde tot de Thessalonicenzen maakte Paulus bereid hun niet alleen het Evangelie van God mee te delen, “maar ook onze zielen.” Dit was de houding van Mozes toen hij tot God zei: ‘Indien U hen niet zonder betaling vergeven kunt, schrijf dan mij uit Uw boek des levens om hunnentwil! (verg. Exodus 32:32). Ik zou liever sterven dan dat dit volk zou omkomen.’
De enige verklaring voor deze sterke gemoedsbewegingen die door predikers in beide Testamenten werden overgebracht, is dat de Geest van de Heere Jezus Christus in hen was (1 Petrus 1:11). Zij voelden wat Jezus voelde. Zij waren met Jezus geweest.
Nagemaakte emoties
Een dienaar die wil preken zoals Mozes en Paulus, maar Jezus niet ontmoet, moet emoties veinzen zoals een acteur doet. “Sla hier op de kansel!” “Huil bij dit punt!” Spurgeons waarschuwing was wijs: “Ernst in de kansel moet echt zijn. Zij mag niet nagebootst worden…. Niets dan waarheid mag in het huis des Heeren verschijnen; alle gemaakte houding is vreemd vuur, en wekt de verontwaardiging op van de God der waarheid. Wees ernstig, en u zult ernstig schijnen te zijn. Een brandend hart zal spoedig voor zichzelf een vlammende tong vinden.”
De dienaar die een door AI gegenereerd stuk papier naar de kansel draagt met gemaakte emoties, nadert God met zijn lippen terwijl zijn hart ver van Hem is. Het is moeilijk een meer verdoemende aanklacht tegen een volk te bedenken dan die van Jesaja (29:13), die Jezus herhaalt in Mattheüs 15:8. “Gij geveinsden!” zei Hij tot de Farizeeën (vs. 7), wier harten zo ver van God waren als de dood van het leven. En als dit van toepassing is op het volk in de kerkbank, hoeveel te meer dan op de prediker die beweert God te vertegenwoordigen! Het moet God doen walgen.
Mede-predikers, wij moeten in de tegenwoordigheid van God komen.

Een lange tocht
Maar in Jezus’ tegenwoordigheid komen, vraagt het zwaarste emotionele, verstandelijke en geestelijke werk dat een mens zich kan voorstellen. En de uithoudingskracht van een man die lang geoefend en goed getraind is.
“Hey Google, hoe hoog is de berg Sinaï eigenlijk, 2.285 meter? O God, ik weet niet of ik de kracht heb om helemaal daarheen te gaan om U te ontmoeten. Wilt U alstublieft hier naar beneden komen?”
Maar let op Mozes. Daar gaat hij weer, helemaal naar boven — niet over wandelpaden onderhouden door de Nationale Parkendienst, met keurige treden en stevige leuningen — maar ploeterend en zwoegend, zwetend en inspannend met al de kracht die de tachtigjarige man nog had, biddend terwijl hij klom: “HEERE, God van Israël, geef mij een woord voor het volk daar beneden!” Toen hij de top bereikte, ontmoette hij God van aangezicht tot aangezicht, sprak tot Hem van mond tot mond. En daarna ging hij naar beneden, misschien uitglijdend, vallend, bloedend, maar zeker biddend terwijl hij afdaalde. En pas toen had hij een boodschap om tot het volk van God te brengen, zijn aangezicht en ziel stralend van de heerlijkheid van Israëls God en zijn stem brekend van ontroering.
Mozes’ lange tocht illustreert Paulus’ vermaning aan Timotheüs, toen Paulus een woord gebruikte waarvan de betekenis niet sterk genoeg wordt weergegeven in de King James Version: “Streef ernaar[1] om uzelven Gode beproefd voor te stellen (…) die het woord der waarheid recht snijdt” (2 Tim.2:15). Met “Streef ernaar” bedoelt Paulus: “Predikant Timotheüs, wees ijverig! Doe moeite! Span al uw kracht in! Werk! Werk! Werk!” Het is een andere manier om te zeggen: “Lijd verdrukkingen!” (2 Tim.2:3).
Als God zou antwoorden op een ingetoetste vraag van een dienaar om een preek in zijn verstand te downloaden, zou een passend antwoord zijn wat ik zelf weleens krijg: “Ik begrijp uw vraag niet.” Of beter: “Trek uw grote-jongensbroek aan, doe uw wandelschoenen aan, en kom naar boven.”
“Neemt en eet”
Dit zware werk is niets minder dan het geestelijk eten en verteren van het Woord van God.
Dat is Gods eigen beeldspraak. Jeremia zei: “Als Uw woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en Uw woord is mij geweest tot vreugde, en tot blijdschap mijns harten” (Jeremia 15:16). De profeet van God verklaarde het Woord niet mechanisch, hij at het Woord geestelijkerwijze. Hij nam het in zijn eigen mond, kauwde het, proefde al zijn smaken, voelde zijn structuur, en slikte het door zodat het een deel van hem werd. En toen hij sprak, had hij het niet “voor in de mond, zoals het spreekwoord zegt, maar sprak vanuit de bodem van zijn hart, terwijl hij bezig was in het werk van zijn roeping.”
Echte en natuurlijke emoties
De dienaar die op deze wijze zijn preken maakt, zal ervaren dat de Geest van Jezus in hem heel natuurlijk al die emoties en overtuigingen voortbrengt die de prediking tot een uitputtende maar verheffende dienst aan de Heere maken.
Zo spontaan als pijn een kreet veroorzaakt, zo automatisch als een goede grap een lach oproept, en zo natuurlijk als de langverwachte terugkeer van een vroeger dwalend kind bij zijn ouders een stroom van tranen teweegbrengt, zo zal de Geest van de Heere Jezus een preek voortbrengen die bekleed is met de vurigheid die het Evangelie past, die de geur verspreidt van Christus’ liefelijkheid, en gedreven wordt door een kracht die alleen liefde kan voortbrengen — omdat zij gedreven wordt door zijn liefde tot Christus, een liefde die vele wateren niet kunnen uitblussen. Het zal de prediker die onuitsprekelijke vreugde geven die Jeremia had (Jeremia 15:16) nadat hij gegeten had: “de vreugde en blijdschap mijns harten.”
Niemand is koud die met Jezus geweest is.
Laten wij dan naar onze studeerkamers gaan en tijd doorbrengen met Jezus. Denk aan bidden, niet aan antwoorden die de computer kan geven.
“Studeer uzelf tot de dood, en bid uzelf weer levend.”
De ervaring van de predikant zelf
Ik kan niet ontkennen dat God er soms behagen in kan hebben een door AI vervaardigd stuk papier te gebruiken, gelezen door een gevoelloze predikant. Hij sprak immers door Bileams ezelin, bracht waarheid over door valse profeten, en heeft in vacante gemeenten gelezen preken gebruikt, gelezen door niet opgeleide mannen met weinig gevoel. En aangezien God dat gebruikte, veronderstel ik dat Hij ook een door AI gemaakte preek zou kunnen gebruiken om Zijn volk met een weinig genade te besprenkelen.
Maar een preek door AI maken, is als een man die met zijn vrouw spreekt via zijn secretaresse: “Zeg haar dat ik van haar houd….” Of ouders die hun kinderen in de andere kamer welterusten wensen via een tekstbericht. Dat gaan wij toch niet doen, of wel?
Uiteindelijk zal het argument tegen AI voor ons predikanten onze eigen ervaring zijn.
Laten wij de kansel eens opgaan zonder dat wij onze week met God doorbrachten, zonder te worstelen met het Woord van God, zonder te wenen boven het Woord van God, zonder God te smeken ons te zegenen met een passend woord voor Zijn volk op deze bepaalde plaats op dit bepaalde moment. Geen gemeenschap met God in zoete omgang. Probeer dat maar eens. En zie hoe droog uw ziel zal zijn.
Ik weet dat dit u aanspreekt, want wij hebben het allemaal gedaan. Wij zagen die 2.285 meter hoge berg en gaven het op. Misschien klommen wij een paar honderd meter (genoeg om buiten het zicht van de mensen te raken) wachtten daar een paar dagen, en kwamen toen naar beneden alsof wij in Gods nabijheid geweest waren. Maar er was die week zeer weinig van God voor hen, en zeker niet veel voor ons. Het is als de droevige ervaring van Simson, die na zijn zonde verwachtte dat alles hetzelfde zou zijn, maar de Geest was afwezig. Simson was zwak en verslagen en ellendig, en hij kon het volk niet langer verlossen.
Maar de ervaring van elke prediker die God smeekt: “Ik zal de hele week met U worstelen en U niet laten gaan tenzij U mij zegent, al zou het betekenen dat U mij kreupel maakt!” zal zijn dat, hoewel hij zich kreupel voelt, en hoewel hij vernederd wordt, hij voor het volk een zegen zal zijn. Want er is niets in heel de wereld dat te vergelijken is met staan in de tegenwoordigheid van God Zelf. Zijn gelaat en ziel zullen de heerlijkheid van God verspreiden, zoals Mozes. Het zal voor u even onmiskenbaar zijn als voor het volk onder uw zorg: “Hij is bij God geweest.”
Nu weet u waarom ik geloof dat God nooit behagen zal hebben in een door AI vervaardigde preek, noch in de dienaar die het probeert. Maar o, hoe heeft Hij behagen in de man die, nadat hij Hem gezien heeft, niet kan wachten om terug te keren naar het volk en hun de verborgenheden van het verbond des HEEREN te vertellen!
[1] Volgens de KJV. De Statenvertaling heeft ‘benaarstig’ wat beter overeenkomst met het oorspronkelijke.
Bron: The Standard Bearer, november 2025. Vertaald door Pro Deo Translations.
Professor Barrett Gritters is voormalig redacteur van ‘The Standard Bearer’, hoogleraar praktische theologie aan het ‘Protestant Reformed Theological Seminary’, en lid van de ‘Protestant Reformed Church’ van Hudsonville.











