Sekse doet ertoe

Leestijd: 6 minuten

De afgelopen week verscheen een kritische doordenking van de genderwaanzin in wetenschap en kerk. Het komt uit een onverwachte hoek. Jantine Nierop is predikante in de Evangelische Kerk in Duitsland en noemt zich feministe. Tot voor kort stond ze aan het hoofd van een kerkelijk studiecentrum voor genderstudies. In dit boek vertelt ze wat haar veranderde van voorstander tot radicale tegenstander. Ook durft ze vragen te stellen bij de bedenkelijke rol van de kerken en haar eerdere werk als theologe.

Het lezen van dit boek roept gevoelens van verbazing, verdriet en blijdschap op. De persoonlijke, emotief gevormde draad verraadt iets van de vrouwelijke oriëntatie van dit boek en maakt het des te meer authentiek. In deze recensie volg ik daarom de drie gevoelens die het bij mij als lezer losmaakte.

Verbazing

Dit boek wekt een mate van verbazing, want het bepaalt de lezer bij de huidige stand van de westerse theologische wetenschap. Hoe kan het, dat intelligente mensen dit zijn gaan geloven? Nierop laat in de eerste hoofdstukken van haar boek zien dat niet de Bijbel, maar neomarxistische ideologie, politieke correctheid en sociale theorieën normatief zijn geworden in kerk en theologie. Het is werkelijk schokkend om te zien hoe intelligente mensen zo geconditioneerd kunnen worden dat ze via deconstructie-denken leugens en fabels voor werkelijkheid aanzien. Nierop beschrijft de ontwikkelingen in de sociologie die hiervoor verantwoordelijk zijn.

In 1977 betoogde Erving Goffman dat de biologische verschillen tussen man en vrouw slechts kleinigheden waren die in wezen irrelevant waren. Een kwart eeuw later werd het allemaal braaf herhaald door een Duits handboek voor predikanten (2001). De verschillen zouden kunstmatig opgeblazen zijn. Door Christus zou het principiële onderscheid tussen man en vrouw verdwenen zijn (Gal.3:28). Dit was heel iets anders dan Paulus indertijd bedoeld had, maar teksten kregen een nieuwe existentialistische duiding. Wat je bent, bepaal je zelf door je gedrag. Ook dit kwam uit de sociologie. En Christus zou het allemaal mogelijk gemaakt hebben.

Met de Bijbel had het alles weinig meer te maken. Het was het concept van ‘doing gender’ van de sociologen West en Zimmermann (1987). De seksen zouden grotendeels constructies van het menselijk denken zijn. Denkconstructies kun je ook afbreken. Dat is precies wat Judith Butler en anderen vervolgens deden. Gender is jouw optreden en daar mag niemand aankomen, want mannelijk of vrouwelijk zou geen objectieve basis hebben. Hoewel niet alle theorieën van sociologen zo los kwamen te staan van de werkelijkheid als het denken van Butler, werd het heersende dogma dat geslacht er niet of nauwelijks toe deed. Wie er anders over dacht, was zogenaamd niet wetenschappelijk en leverde geen bijdrage omdat hij niet voortbouwde op de ‘resultaten’ van gezaghebbende collega’s. Geldstromen voor het een en niet voor het ander deden de rest. De theologie verging het niet anders.

Gender en zelfidentificatie werd de nieuwe norm. Biologisch geslacht zou er niet meer toe doen. Wat je bent, bepaal je zelf. De auteur was er aanvankelijk enthousiast over. Het leek bevrijdend. Ondertussen draaide de politiek de duimschroeven aan. De activistische lobbygroepen in samenwerking met de Europese Unie en de Verenigde Naties zorgden voor de rest. In 2020 deed de Europese Commissie de aanbeveling dat lidstaten ieders zelfbepaalde genderidentiteit wettelijk moesten erkennen (volgens de zogenaamde Yogyakarta- verklaring).Zo kun je vanaf 2024 in Duitsland een boete tot 10.000 euro krijgen wanneer je bijvoorbeeld een man die zijn geregistreerd geslacht veranderd heeft en zich nu voordoet als vrouw, nog steeds een man noemt. Het is verbazend dat een hele generatie van hoogst intelligente en universitair geschoolde wetenschappers zo geleid kunnen worden dat ze objectieve biologische waarheden negeren en zich in spreken en gedragingen laten leiden door ideologisch geconditioneerde overtuigingen.

Verdriet

Het tweede gevoel dat opkwam bij dit boek, was verdriet. Ingaan tegen Gods geopenbaarde waarheid maakt zelden gelukkig. Dat blijkt op een heel persoonlijke manier in het leven van de auteur. Het boek begint in de wachtkamer van de gynaecologe. Daar las Nierop voor het eerst over gender, in het handboek voor predikanten. Juist op een plaats en in een toestand waarin ze, terugkijkend, beter had moeten weten. Ze beschrijft hoe haar denken werd meegesleept en hoe ze allerlei spitsvondige verklaringen ging zoeken om de sekseverschillen weg te poetsen. Zowel mannen als vrouwen konden in zekere zin zwanger zijn, want het was immers een gedeelde verwachting?

Toch gaf het spanning met de werkelijkheid van haar persoonlijk leven. Miskramen en in de baarmoeder gestorven baby’s hadden een diepgaand effect op haar. Dat effect was anders op haar dan op haar man. Mannen en vrouwen bleken in werkelijkheid heel anders te functioneren. Op het werk waren er in de praktijk mannelijke verwachtingen. Iemand durfde zelfs te zeggen dat het maar beter was dat de zwangerschap beëindigd was, want op een jaar zwangerschapsverlof zat eigenlijk niemand te wachten. Toch ging de theologe door in het voetspoor van haar kerk die van het genderdenken de nieuwe regel maakte, de Evangelische Kirche in Duitsland. Uiteindelijk gaf Nierop zelfs leiding aan een kerkelijk centrum voor gendervraagstukken. Ondertussen liep haar huwelijk stuk, en knaagde de spanning tussen de ideologie en de impact die de geslachtelijke bepaaldheid wel degelijk had, wetenschappelijk en proefondervindelijk, op haar persoonlijk leven en denken.

Blijdschap

Het uiteindelijke gevoel bij dit boek was toch blijdschap. In 2021 besefte Nierop dat het genderdenken niet op waarheid berustte. Haar omkeer werd veroorzaakt door een ervaring waarbij de ideologie zo botste met de echte werkelijkheid dat haar de schellen van de ogen vielen (p.61-62). Bij de universiteit van Heidelberg gaf ze op een studiedag een workshop over het thema queer. Daarbij sprak ze over “zwangere vrouwen”.

Eén van de deelnemers meende haar te moeten corrigeren. De juiste zegswijze was “zwangere mensen”, want er waren immers ook “zwangere mannen”. Er kwam een klacht binnen dat ze “transvijandige narratief” gebezigd had.

“Tot mijn stomme verbazing schaarden zich mensen van de commissie diversiteit van de theologische faculteit achter de klacht. Ik kon mijn oren niet geloven. Ik wist ook meteen heel zeker dat ik in verband met de lichamelijke processen van zwangerschap en geboorte nooit anders dan van vrouwen wilde spreken.”

Ze zag plotseling hoe vrouwelijk als een biologisch begrip verloren dreigde te gaan.
De botsing van de ideologie met de waarheid van haar lichamelijkheid als vrouw veroorzaakte een omkeer in haar denken. Dat ging ook gepaard met spijt. Jarenlang had ze immers zelf meegedaan met het genderdenken in de theologie. Ze had het zelfs bevorderd met aanbevelingen voor genderneutrale zegendiensten.

Nierop ging opnieuw de Bijbel lezen. Nu op een meer normatieve wijze met het uitgangspunt in de betekenis van de tekst als zodanig. De bijvoeglijke naamwoorden mannelijk en vrouwelijk (Gen.1:1-2:4a) bleken betrekking te hebben op een bepaald lichaam. Vruchtbaarheid en geslachtelijkheid bleken identiteitsbepalend. “Het scheppingsverhaal gaat niet over genderrollen, maar over lichamen – twee verschillende lichamen die nodig zijn om de menselijke voortplanting te waarborgen.”(p.70) Vrouwen zijn geen mannen en hebben een andere functie in de schepping (Gen.2, p.71-74).

Ook ontdekte de theologe dat allerlei overtuigingen en Bijbelinterpretaties uit de Queertheologie gewoonweg niet in de bronnen als zodanig terug te vinden zijn. De postmoderne gedachte dat eunuchen een non-binair geslacht waren, mist alle grond. De Bijbelse literatuur bezag hen vanuit de biologische normativiteit als mannen, ondanks hun fysieke kenmerken en onvruchtbaarheid. “Dat de begrippen man en vrouw voor niet-lichamelijke sociale constructies zouden staan, is voor de bijbelse theologie ondenkbaar.” (p.82)

Tegenstand

Wie Gods openbaring in de natuur en Schriftuur herontdekt, stuit op tegenstand in een tijdsgewricht waarin wetenschappers waarheid zien als een denkconstructie die door menselijke wil en macht bepaald kan worden. Nierop heeft dat ervaren toen ze haar gendergeloof verloor. Weliswaar werd haar spreekbeurt bij een diversiteits-dag op de universiteit van Göttingen niet afgezegd, maar de zaal waar haar lezing plaatsvond, hing vol met transgendervlaggen en spandoeken. “Tijdens mijn betoog werd ik uitgemaakt voor nazi. Steeds onderbroken door het lawaai van studenten die met vuisten op de banken roffelden, kon ik mijn lezing maar met moeite afmaken. Aanwezige (mannelijke) hoogleraren verklaarden zich solidair met het studentenprotest en distantieerden zich van mijn ‘ouderwetse en achterhaalde’ zienswijze.” (p.83)

De auteur heeft zich er niet door laten weerhouden. In de rest van haar boek bespreekt ze het gebrek aan wetenschappelijk bewijs voor medisch ingrijpen bij genderdysforie, de schadelijke gevolgen van het toedienen van pubertijdsremmers en cross-seks hormonen. Ze wijst erop dat er, alle speculatie ten spijt, geen bewijs bestaat voor een biologische oorzaak van genderdysforie en al helemaal niet voor het bestaan van een ‘hersengeslacht’ dat in tegenspraak met de rest van het lichaam zou zijn (p.121-123). Ook bespreekt ze de veel herhaalde bewering dat hormoonbehandeling het zelfmoordrisico bij transgenderisme zou verlagen. Veertien Duitse professoren in de kinder- en jeugdpsychiatrie concludeerden vorig jaar dat dit niet het geval is (p.131).

Conclusie

De auteur schaart zich aan de zijde van het VN- rapport inzake geweld tegen vrouwen (zomer 2025): “Genderdysforische kinderen en jongeren mogen niet langer onderworpen worden aan ‘experimentele onomkeerbare medische ingrepen’, maar moeten een ‘uitgebreide, op bewijs gebaseerde diagnose krijgen om onderliggende neurologische, psychologische of andere aandoeningen aan te pakken.’” (p.132)

De conclusie van dit boek is dan ook aanbevelenswaardig. “Sekse doet ertoe – niet altijd, maar in veel situaties wel.” (p.139)


N.a.v. Jantine Nierop: Sekse doet ertoe – Hoe mijn visie op gender en de queertheorie veranderde (preview)
Uitgeverij: Kok Boekencentrum, Utrecht 2025
EAN-code: 9789043542913
Aantal pagina’s: 143
Bindwijze: Paperback

Ook interessant

Wakker worden in Wokeland

Er zijn van die woorden die steeds meer op je netvlies komen. Eerst zag je ze zelden, nu bijna dagelijks. ‘Woke’ is

Het gender-experiment nader bekeken (2)

Een echt, inhoudelijk debat over gender. Dat stond Harlaar voor ogen. In 15 bijdragen wordt het gender-experiment van alle kanten belicht.