Inleiding
Voor veel christenen is het willen getuigen van hun geloof een diep verlangen, maar ook een bron van innerlijke strijd. Waar het geloof in de Heere Jezus bron van hoop, kracht en liefde is, voelt de opdracht om daarover te spreken niet altijd vanzelfsprekend aan. Het gaat vaak gepaard met een gevoel van ongeschikt of onbekwaam te zijn. Vragen dienen zich aan, zoals: hoe vertel je een ander over je geloof zonder opdringerig te zijn? Of wat als moed je ontbreekt? Of welke woorden kies je als je vindt dat je eigen overtuiging moeilijk onder woorden te brengen is? Deze spanningen zijn herkenbaar voor velen binnen onze reformatorische gezindte, die hun geloof in het dagelijks leven oprecht willen uitdragen.
Wat betekent getuige zijn?
Getuigen van het christelijk geloof houdt in dat je door woorden, daden en levenshouding laat zien welke rol het geloof in jouw leven speelt. Het gaat niet alleen om het uitspreken van overtuigingen, maar juist om het delen van de waarden die je inspireert en motiveert. Authentiek getuige willen zijn betekent dat jouw handelen en spreken in overeenstemming zijn met wat je gelooft.
De innerlijke strijd
Het mag duidelijk zijn, dat getuige zijn geen simpele taak is. Het vraagt om moed, oprechtheid en wijsheid. In de Bijbel klinkt het: “Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben” (Joh. 8:12). Of “Gij zijt het licht der wereld” (Matth. 5:14). Een lamp kan soms flakkeren, onzeker of zelfs even doven. Die onzekerheid komt voort uit verschillende bronnen. Maar laat je kaars, door een gevoel van ongeschiktheid of van onbekwaamheid, niet onder een korenmaat verdwijnen. Ook daar is de Bijbel duidelijk in (zie Matth. 5:15)! “Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is” (Matth.10:32).[1]
Gebrek aan moed
Zeker, er zijn momenten waarop de moed ontbreekt om voor het geloof uit te komen. Dit kan te maken hebben met angst voor afwijzing, het gevoel niet begrepen te worden, of het idee dat mensen je raar aankijken.[2] Denk aan gesprekken op het werk, in de familie of met vrienden waar het onderwerp geloof opeens op tafel ligt. Het kan zijn dat je het gevoel hebt dat je anders bent, of dat je de sfeer niet wilt bederven met een onderwerp dat als zwaar of beladen wordt gezien. Die drempel, om uit de comfortzone te stappen en iets persoonlijks te delen, voelt dan hoog. Getuige zijn begint dan ook met oprecht gebed. Gebed om wijsheid, om Gods leiding of Hij ons woorden in de mond wil geven, en of Hij mensen op ons pad zou willen plaatsen met wie wij het Evangelie mogen delen.
Juist in de Bijbel wordt er keer op keer opgeroepen tot moed. Niet als een vanzelfsprekende eigenschap, maar als een keuze die telkens opnieuw gemaakt moet worden. Mozes voelde zich niet altijd bekwaam om namens God te spreken, Petrus ontkende zijn Meester uit angst, en ook Paulus werd niet gespaard van tegenslag en twijfel. Toch overwint de liefde vaak de angst, en groeit moed in het kleine begin van een eerlijk gesprek. Zo moeten we ook nooit vergeten, dat waar licht is géén duisternis kan zijn. Als het donker in de samenleving lijkt, dan moeten we ons ernstig afvragen of we nog lichtend licht zijn.
Zoeken naar woorden
Naast moed is ook het vinden van de juiste woorden een uitdaging. Het geloof is diep, persoonlijk en omdat we ons niet oefenen om voor ons geloof uit te komen, is het ook niet altijd in simpele taal te vangen. Hoe vertel je over geloof, liefde, genade en gebed zonder dat het clichés worden? Hoe breng je onder woorden wat je zelf misschien pas net begint te begrijpen? Vaak is er de vrees dat je tekortschiet, te weinig weet, of door gebrek aan kennis de vragen van een ander niet kunt beantwoorden.
Soms is de schroom groot omdat het lijkt alsof anderen betere antwoorden hebben, meer kennis, of meer ervaring in het geloof.[3] Het idee ontstaat dat je eerst meer moet leren, voordat je iets kunt zeggen. Maar de kracht van het getuigenis ligt juist in de echtheid: het delen van persoonlijke ervaringen, twijfels, overtuigingen en vragen. Laten we ook eerlijk zijn. Geloofstaal hoeft niet vloeiend of perfect te zijn; oprechte woorden raken vaak het meest.
Wat brengt het getuige zijn met zich mee?
Het getuigenis van een christen brengt een voortdurende wisselwerking tussen verlangen en terughoudendheid. Enerzijds is er het verlangen om iets van het Evangelie (het goede nieuws) te delen, om licht te verspreiden waar het donker voelt, om hoop te bieden waar wanhoop heerst. Anderzijds merk je hoe kwetsbaar het voelt om over iets wezenlijks te spreken in een wereld die steeds diverser en soms kritischer wordt.
Wie zal Ik zenden?
Als het om getuige zijn gaat en het uitdragen van het geloof moet ik denken aan het visioen dat Jesaja kreeg. Van alle vragen die de Heere God aan hem had kunnen stellen, werd het de vraag: ´Wien zal Ik zenden en wie zal voor Ons (de Drie-eenheid) heengaan?’ (Jes.6:8).[4] De Almachtige, Soevereine God vraagt wie voor Hem heen zou kunnen gaan! De Heere God werkt middelijkerwijs, ook in onze tijd. Hij gebruikt mensen om Zijn boodschap aan anderen door te geven. Mensen die Hem aanroepen, aanbidden en dienen (Zie Nederlandse Geloofsbelijdenis art.10).
Het antwoord van Jesaja was treffend: ‘Hier ben ik, zend mij heen.’ Hij vraag niet waarheen, hij komt niet met excuses, zoals Mozes: ‘Maar zie, zij zullen mij niet geloven, noch mijn stem horen…’ (Ex. 4:1). Zijn wij bereid om te gaan…, of zijn wij net als Mozes die met excuses aankomen? U kent ze wel: “het moet je gegeven worden”, “God moet het doen”, “van nature kunnen we dat niet”, enz.[5] Om maar een paar afmattende opmerkingen en excuses te noemen die ik geregeld, van vele leerlingen, in de klas te horen krijg.[6]
Uiteindelijk is Mozes in gehoorzaamheid wel gegaan. Het gevolg is dat Israël uit de Egyptische slavernij wordt verlost. In onze tijd uitgedrukt: een ander te leiden uit het diensthuis van de slavernij der zonde tot de Zaligmaker, Christus Jezus. Dat is onze opdracht: “gaat dan heen, maakt al de volken tot Mijn discipelen” (Matth. 28:19). Daartoe worden wij geroepen, om verdrongen waarheden aan het licht te brengen (zie 1 Tim. 2:4).
Leven vanuit christelijke waarden
Even voor de duidelijkheid: om getuigen te zijn hoef je niet per definitie een bekeerde christen te zijn.[7] Het is wel belangrijk dat je een christen bent die de christelijke waarden uitdraagt. Om maar drie belangrijke christelijke waarden te noemen:
- Integriteit: sta voor je overtuigingen, wees eerlijk en betrouwbaar. Mensen raken geïnspireerd als ze merken dat jouw geloof effect heeft op hoe je met anderen omgaat.
- Liefde en respect: benader anderen zonder oordeel en met oprechte aandacht. Door liefdevol, geduldig en respectvol te zijn, geef je een krachtig voorbeeld van het christelijk geloof.
- Dienstbaarheid: zet je in voor anderen, ongeacht hun achtergrond. Kleine gebaren van hulp en vriendelijkheid kunnen veel betekenen en laten zien wat christelijke naastenliefde inhoudt.
Spreken als getuige
- Luister aandachtig: toon belangstelling voor het verhaal en de vragen van anderen. Openheid en empathie zorgen voor een waardevolle dialoog.
- Deel je persoonlijke ervaring: vertel wat het geloof voor jou betekent en hoe het je leven heeft veranderd. Een persoonlijk verhaal raakt vaak meer dan abstracte argumenten of leerstellingen.
- Vermijd opdringen: geef ruimte aan anderen om zelf te kiezen. Getuigen is geen overtuigen, maar uitnodigen tot een gesprek.
Respect voor verschillen
Een goede getuige houdt rekening met diverse achtergronden en overtuigingen. Sta open voor andere visies en ga respectvol met verschillen om. Zo ontstaat er ruimte voor begrip en verbinding.
De kracht van het zwijgen
Soms is zwijgen ook een manier van getuigen. Niet elk gesprek vraagt om woorden. Soms spreken daden luider dan stemgeluid. Een luisterend oor, trouw aan beloftes, een helpende hand zijn stille getuigen van geloof. Christus Jezus leeft niet alleen in de preek, maar ook in de praktische liefde voor de ander. Het is belangrijk te beseffen dat je niet alles hoeft te zeggen, niet overal het laatste woord hoeft te hebben. Geloof krijgt gestalte in vriendelijkheid, eerlijkheid en geduld – ook als het onderwerp geloof niet letterlijk ter sprake komt.
De kracht van kwetsbaarheid
Getuige zijn mag kwetsbaar zijn. Wie zijn twijfels durft te benoemen, maakt ruimte voor echt contact. In een tijd van meningen en debat kan het delen van je persoonlijke weg van vertrouwen, zoeken en ontdekken verlichting brengen voor anderen die daarin iets van zichzelf herkennen. Kwetsbaarheid is geen zwakte, maar een uitnodiging tot verbinding. Het laat zien dat geloof niet draait om het hebben van alle antwoorden, maar om het stellen van eerlijke vragen en het kiezen voor vertrouwen, zelfs als je niet alles begrijpt.
Praktische handvatten
Er zijn manieren om het getuigen makkelijker te maken, zonder dat het voelt als een verplicht nummertje.
- Bid voor moed en wijsheid. Vraag God om gelegenheden en de juiste woorden.
- Deel je eigen reis: wat betekent het geloof voor je, in jouw dagelijks leven?
- Oefen in kleine kring met het vertellen van wat je inspireert of raakt.
- Wees eerlijk over wat je niet weet—twijfel mag bestaan.
- Stel vragen aan de ander in plaats van alleen je eigen verhaal te vertellen.
- Laat zien wat het geloof in daden betekent: liefdevol, eerlijk, trouw zijn.
- Wees betrouwbaar in je doen en laten en voorkom allen schijn des kwaads.
- Ken je Bijbel. Lees dagelijks uit je Bijbel, maar ook samen met anderen en deel met elkaar wat je aanspreekt.
De vreugde van getuige zijn
Hoewel getuige zijn een strijd kan zijn, brengt het ook vreugde. Het feit dat we alleen maar hoeven te getuigen, en dat het de Geest Gods is Die uiteindelijk overtuigt, geeft bemoediging en voldoening om uit te reiken. Zo mogen we iets betekenen voor een ander, om door ons getuigenis hoop te delen die dieper gaat dan woorden.
Iets van Gods liefde laten zien, maakt niet alleen de wereld mooier, maar versterkt ook je eigen geloof. Elke kleine stap in het getuigen, elk gesprek of gebaar, draagt bij aan groei—zowel bij jezelf als bij de ander. Door trouw te blijven aan je overtuigingen en open te staan voor mensen om je heen, ontstaat er vanzelf gelegenheid om je geloof te delen. Mocht je weerstand ondervinden of krijg je het gevoel alsof je afgeketst wordt, houdt moed en zwijg niet! Want uiteindelijk wijzen ze jou niet af, maar je Zender, de Heilige Geest.
Gebed en vertrouwen
Zoek wijsheid en kracht in gebed. Vertrouw erop dat woorden en daden hun uitwerking hebben, ook als die niet meteen zichtbaar zijn. Authenticiteit, liefde en respect vormen de kern van een inspirerend getuigenis.
Conclusie
Uiteindelijk moet ik concluderen, dat er nog veel meer over dit onderwerp te melden valt. Denk bijvoorbeeld de brief aan Diognetus uit de tweede eeuw na Christus, en wat dat ons niet over getuige zijn te melden heeft. Maar ik ga toch afronden. De strijd om als christen getuige te zijn is herkenbaar en menselijk. Angst en onzekerheid maken deel uit van het proces, maar zijn niet het einde van het verhaal. Door eerlijk, open en liefdevol je geloof te delen, hoe klein ook, laat je iets van het licht zien dat je zelf ontvangen hebt. Het vraagt moed om te spreken, wijsheid om te zwijgen, en vertrouwen dat God door jouw woorden en daden heen werkt. Hoe dan ook is getuige zijn geen moeten, maar een uitnodiging om te delen wat jou gaande houdt. Je kan altijd iets goeds zeggen over het christelijk geloof en wat het voor jou betekent. In woorden, gebaren en daden groeit zo het Koninkrijk van God—ook in het alledaagse.
Pierre J. Beaujon
De auteur is docent in het voortgezet onderwijs en woordvoerder van Christenen Coalitie.
Opmerkingen
[1] We belijden níet onze leerstelligheid, of we orthodox zijn of niet. We belijden ons geloof.
[2] We moeten nooit vergeten wat de Heere Jezus Zelf zei in Joh. 15:18-24.
[3] De Bijbel waarschuwt daar voor, dat Gods volk uitgeroeid kan worden, omdat het zonder kennis is, Hos. 4:6.
[4] Denk aan Filippus en de kamerling, een Moorman, uit Hand. 7. Hij kwam in contact met de Moorman door hem een vraag te stellen.
[5] Velen zou hier de opmerking kunnen maken, dat je dan wel eerst bekeerd moet zijn. Als u worstelt met deze vraag, verwijs ik u graag van naar het boek van de Nadere Reformator Wilhelmus à Brakel, Redelijke Godsdienst, boek 1 hoofdstuk 3 vooral paragraaf 7.
[6] Als antwoord zou ik willen zeggen: Gijlieden hebt niet gewild,Lukas 13:34. Het christelijk leven gaat niet over rozen! Joh. 15:18-20.
[7] Hoewel dan in het bijzonder de opdracht van Paulus geldt in 2 Kor. 13:5 “Onderzoek uw zelf of gij in het geloof zijt. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is?”