Inleiding
Als het goed is hebben we het binnen de reformatorische gezindte vaak over het getuige zijn. Getuige zijn in deze wereld is meer dan het uitspreken van woorden of het delen van overtuigingen; het is een levenshouding, een roeping, een voortdurende uitdaging. In een tijd waarin meningen overvloedig zijn en waar het “lawaai” van snelle meningsvorming en oppervlakkige communicatie de boventoon voert, vraagt het moed en standvastigheid om daadwerkelijk getuige te zijn. Wat betekent het dan om in deze wereld getuige te zijn? Hoe geef je daaraan vorm, praktisch én integer? In dit artikel wil ik de diepte induiken in de betekenis, de uitdagingen, de kansen en de vreugde van getuigend leven.
De betekenis van getuigen zijn
Getuigen is in de kern ‘zichtbaar maken wat onzichtbaar is’. Het is het verwoorden en belichamen van dat wat je ten diepste beweegt, of dat nu een geloof, een ideaal, een ervaring of een diepgeworteld besef van verbondenheid is. Getuige zijn betekent dat je niet alleen spreekt over wat je waardevol vindt, maar dat je het beleeft, uitdraagt, en anderen uitnodigt om deelgenoot te worden van wat jij als waarheid ervaart.
Getuige zijn is niet voorbehouden aan enkelingen uit de kerk of aan evangelisten of predikanten. Het is een opdracht: “gaat dan heen, maakt al de volken tot Mijn discipelen” (Matth. 28:19). Het is ook een mogelijkheid voor iedereen (Matth. 5:13-15), we behoren allemaal lichtend licht en zoutend zout te zijn en géén kaars onder een korenmaat.[1] De oproep is duidelijk, “Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is” (Matth.10:32).
Toen ik studeerde aan de Reformed Theological Seminary zei professor dr. Paul Long meer dan eens tegen ons, dat elke christen een gedwongen evangelist is. Of men nu op het werk is of thuis, in de maatschappij bezig of actief op sociale media, overal kan het eigen leven een getuigenis zijn. De keuzes die men maakt, de woorden die men spreekt, de daden die men stelt — allemaal vormen ze samen een levend verhaal.[2]
De bron van getuigenis
Voor veel mensen is getuige zijn geworteld in de diepere Bron: het geloof, de overtuiging, de ervaring van iets groters, ja, iets eeuwigs. Deze Bron voedt en bekrachtigt, zeker op momenten dat getuigen zwaar valt. We moeten niet vergeten dat het Griekse woord “martyrion” ook een andere kant heeft. Hetzelfde woord voor getuigen is ook martelaar zijn. Zijn wij bereid om te getuigen van het Evangelie ongeacht de gevolgen; om voor de Naam van de Heere Jezus te lijden… (Mark. 8:35)? Lijden om het Evangelie en getuige zijn horen bij elkaar. Mochten wij daar moeite mee hebben, dan hebben we ons echt af te vragen wat het geloof ons dan nog waard is.
Terug naar de Bron van het getuige zijn, die is niet statisch. In een wereld die constant verandert, worden mensen uitgedaagd om hun eigen motivatie te blijven onderzoeken om aan te kunnen sluiten bij de beleving van een ander. Paulus heeft het erover om den Joden een Jood te willen zijn, de Grieken een Griek (zie 1 Kor. 9:20).[3]
Waar haal je de kracht vandaan om te blijven getuigen, ook als er weerstand op je pad komt? Hoe verbind je persoonlijke waarden aan de behoeften van een samenleving die vaak gericht is op het individuele en het onmiddellijke? Dit zijn vragen die van ons, als christenen, een antwoord eisen.
De praktijk van getuigen zijn
In het dagelijks leven heeft het getuigenis vele vormen. Het gaat over trouw zijn aan de Heere onze God en te luisteren naar Zijn stem als christen, ook als die niet mee resoneert met de meerderheid. Het kan betekenen dat iemand opkomt voor een kwetsbare ander, zich uitspreekt tegen onrecht, of weigert mee te doen aan praktijken die niet stroken met de gezonde Bijbelse leer en het eigen geweten.
Maar getuigen is niet altijd groots of heroïsch. Juist in het kleine, het gewone, toont zich vaak de ware kracht van getuige zijn. Een vriendelijk woord voor wie over het hoofd wordt gezien, een luisterend oor, het delen van overvloed, het kiezen voor eerlijkheid in een wereld vol verleiding tot bedrog — ook dat is voor een christen getuigenis.
Getuigen in woord en daad
Het Hebreeuwse woord “dabar” betekent zowel woord als daad. Woorden zijn krachtig, maar worden pas betekenisvol als ze gedragen worden door daden. Wie spreekt over vrede, maar zelf in boosheid leeft, maakt de boodschap krachteloos. Wie pleit voor rechtvaardigheid, maar zich stilhoudt bij onrecht, verliest geloofwaardigheid. Wie naar waarheid streeft en een schijnheilig leven leeft maakt zichzelf onbetrouwbaar. Daarom roept getuige zijn op tot eenheid van leven: het harmonisch samenbrengen van wat men als christen gelooft, zegt en doet.
Getuigen te midden van tegenwind
Wie zich uitspreekt, maakt zich zichtbaar — en daarmee kwetsbaar. Getuigen zijn brengt het risico van onbegrip, weerstand of zelfs afwijzing met zich mee. In een wereld waarin je conformeren vaak gemakkelijker is dan je onderscheiden, vraagt het lef om een afwijkend geluid te laten horen. “Gij geheel anders”, roept de apostel Paulus ons op (Efe. 4:20-24). Toch schuilt juist in die kwetsbaarheid een enorme kracht: het vermogen om anderen aan het denken te zetten, om muren van onverschilligheid te doorbreken, om kiemen van hoop te planten waar cynisme de boventoon voert. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de woorden van de apostel Petrus om ten alle tijden bereid te zijn om verantwoording af te leggen van de hoop (lees: het geloof) dat in ons leeft, (1 Petr. 3:15). Nee, niet alleen tegen medegeloofsgenoten, maar tegen allen die ons daarom vragen.
De impact van een getuigend leven
Het effect van getuigen zijn reikt verder dan men vaak vermoedt. Eén daad van barmhartigheid, één woord van waarachtigheid, kan een kettingreactie teweegbrengen. Mensen worden geraakt en geïnspireerd door anderen die zich authentiek, open en standvastig tonen. Zo groeit een cultuur van vertrouwen, verbondenheid en hoop.
Getuigen in een digitale wereld
In het digitale tijdperk waarin wij leven is de mogelijkheid om te getuigen groter dan ooit. Sociale media bieden platforms waarop men zijn stem kan laten horen tot ver voorbij de eigen kring. Ik ben me bewust dat er hierin tegelijkertijd het gevaar schuilt van vluchtigheid en polarisatie. Het is een kunst om ook online trouw te blijven aan de waarden die men offline uitdraagt, en om te zoeken naar verbinding in plaats van verdeeldheid.
Samen getuigen
In het hogepriesterlijk gebed bidt de Heere Jezus heel nadrukkelijk dat de Vader ons niet uit de wereld wegneemt, maar dat Hij ons bewaren zal van den boze (Joh. 17:15). Bij Zijn hemelvaart had de Heere Jezus alle uitverkorenen mee kunnen nemen, maar dat heeft Hij bewust níet gedaan. Hij laat ons met een duidelijke boodschap achter. In Hand.1:8 wijst de Heere Jezus ons erop dat wij Zijn getuigen zullen zijn.[4] Wij, in meervoud. Getuige zijn is geen soloproject. Het vindt kracht en verdieping in de ontmoeting met anderen. Door verhalen te delen, ervaringen uit te wisselen en samen op te trekken rond gedeelde idealen, wordt het getuigenis collectief. Samen kan men meer betekenen dan alleen; samen is men sterker, weerbaarder en hoopvoller.
Uitdagingen en valkuilen
Getuige zijn kent ook valkuilen. Er is het gevaar van moralisme, van het met de vinger wijzen naar anderen. Het echte getuigenis heeft echter niets te maken met superieur gedrag, maar met nederigheid en openheid. Het vraagt ruimte voor twijfel, voor het besef dat iemand heel anders in het leven kan staan dan jij. Maar ook de ander heeft een ziel voor de eeuwigheid, en hoe ga je daarmee om? Getuigen is een uitnodiging om samen te zoeken, in dialoog, zonder de ander te willen overtuigen, maar wel door eerlijk te delen wat jou drijft. Denk maar aan de apostel Paulus op de Areópages (of: de heuvel van Mars), in gesprek met de Epicureeërs en Stoïcijnen, Hand. 17:19-21.
Gewogen en te licht gevonden
Veel reformatorische kerken leveren wel een ‘unieke’ bijdrage als het gaat over het vrijmoedig spreken over de Heere onze God en de noodzaak van bekering. Maar aan het getuige zijn wordt weinig tot géén aandacht besteed. Je ontkomt niet aan de vraag waar dat eigenlijk aan ligt. Er schijnt iets mis te zijn gegaan toen we Hem met onze verlichtingsidealen buiten de orde van getuige zijn plaatsten. We kunnen er niet omheen, de Verlichting heeft zich als een infectie binnen vele van onze kerken genesteld.[5] Het doel van Gods Kerk in deze wereld ligt namelijk niet alleen in het oproepen tot bekering van haar leden. Hoe noodzakelijk de bekering ook is! Uiteindelijk hangt het gewicht van de eeuwigheid daarmee samen. Toch heeft een oprecht christen als referentie het verheerlijken van de Heere onze God: “wees heilig, want Ik ben heilig” (1 Petr. 1:16).[6] In dat verband denk ik aan de woorden van de Heere Jezus uit Joh. 14:12-13: Steunende op de beloften en verdiensten van Christus Jezus, “opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde.”[7] Het is alsof “mene tekel” (uit Dan. 5:25) ook aan de muren van onze kerken wordt geschreven.[8] Want elke christen behoort toch te weten wat die gelooft en waarom die dat gelooft? Het gevolg is dan logisch: je draagt het uit en getuigt ervan.[9]
De vreugde van getuigen
Getuige zijn doe je in aanhankelijkheid van God de Vader, in gehoorzaamheid aan de oproep van Christus Jezus de Zoon, in de kracht van de Heilige Geest, en dat biedt juist uitdagingen. Ondanks de uitdagingen, of misschien wel dankzij die uitdagingen, schuilt er diepe vreugde in het getuigen. Het leven in gehoorzaamheid aan onze Schepper en God geeft richting, verwachting en vervulling. Het biedt de mogelijkheid om van betekenis te zijn, om sporen van goedheid tot Gods eer na te laten in deze wereld. Wie getuigt, draagt bij aan een groter betekenis van het leven van hoop en medemenselijkheid tot uitbreiding van Gods Koninkrijk.
Tot slot
Ik realiseer me dat ik slechts iets over het onderwerp gezegd heb, er is ook zoveel niet gezegd. Maar ik ga toch afsluiten. Getuige zijn in deze wereld is een reis op weg naar de eeuwigheid, het is onze taak als christenen om de Heere onze God te verheerlijken en groot te maken onder de mensen, het is geen eindbestemming.[10] Het vraagt moed om te blijven kiezen voor openheid, authenticiteit en verbinding, juist als die niet vanzelfsprekend zijn. Het is een keuze die elke dag opnieuw gemaakt mag worden, in grootse én kleine daden, in woord én in stilte. Zo wordt het eigen leven doorleefd en rijk, in afwachting op de wederkomst. Maranatha.
Pierre J. Beaujon
De auteur is docent in het voortgezet onderwijs en woordvoerder van Christenen Coalitie
[1] Daar is de Heere Jezus duidelijk in, Joh. 8:12: “Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.”
[2] Hij heeft u bekend gemaakt, o mens! wat goed is; en wat eist de HEERE van u, dan recht te doen, en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God? (Micha 6:8)
[3] De zinsnede joden een jood zijn, de Grieken een Griek uit 1 Korintiërs 9 wordt vaak gebruikt en misbruikt om allerlei aanpassingen in verkondiging en pastoraat te doen. Maar in principe suggereert het dat Paulus zich zou aanpassen aan diverse culturen. De vraag voor ons is wat de uitwerking daarvan in de praktijk en in het leven van een christen in onze tijd is.
[4] Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gijzultMijngetuigenzijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.
[5] Reformatorisch Dagblad, 27 september 2021. Dit is duidelijk geworden met de COVID-19 crisis. Deze crisis heeft kerkgenootschappen kunnen “overvallen” vanwege het wereldsgezindheid binnen onze kerken. Velen zitten wel tot tweekeer toe per zondag in de kerk, maar al te vaak ontbreekt het hun aan oprecht vertrouwen op de Heere onze God.
[6] De eerste vraag van de Westminster catechismus luidt: “Wat is het voornaamste en het hoogste doel van het leven van de mens?” Het antwoord luidt: “Het voornaamste en hoogste doel van het leven van de mens is de verheerlijking van God en het zich in Hem ten volle en eeuwig verheugen.” De verheerlijking van God is het doel van Gods Kerk in deze wereld.
[7] Zie kanttekening 29.
[8] Johannes de Doper heeft het over een de bijl die alrede aan den wortel der bomen gelegd is; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen (Matth. 3:10).
[9] Binnen onze gezindte heerste al decennia lang een strijd aangaande de uitverkiezing. We gaan pas van de Heere getuigen als we uitverkoren zijn. Het feit is dat de verkiezing en verantwoordelijkheid elkaar niet uitsluiten. Zie Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 artikel 17. Wel moeten we ervoor opletten dat de zekerheid des geloofs geen wet wordt of een vanzelfsprekendheid. Dordtse Leerregels hoofdstuk 1 artikel 16. Het is en blijft een paradox, die wij als mensen moeten accepteren. We hebben hier te maken met twee gelijklopende geloofsleerstukken, een paradox. De soevereiniteit van God om te verkiezen zoals Hij dat wil en de eigen verantwoordelijkheid van de mens, zijn plichtsbetrachting. Een non-paradoxale benadering leidt tot ketterij, zie I Kor. 11:19, kanttekening 47. Het remonstrantisme en de ontkenning van Gods soevereiniteit aan de ene kant. Van de andere kant het hypercalvinisme, wat niets anders is dan het deterministisch denken, met het ontkennen van de eigen verantwoordelijkheid van de mens.
[10] Om het met de woorden van Asaf uit Psalm 73 te zeggen: “Wien heb ik nevens U in de hemel, nevens U lust mij niets op deze aarde. Daarom aanmerken ze niet de dingen die men ziet, want die zijn tijdelijk, maar door genade aanmerken ze de dingen die men niet ziet, dewelke zijn eeuwig (2 Kor.4:18).”