De sportzomer van dit jaar en discipline

pexels-nappy-936094
Leestijd: 4 minuten

Hoeveel Nederlanders zullen zich voor de komende sportzomer een grootbeeldtelevisie hebben aangeschaft? Er zijn namelijk allerlei grote evenementen op sportgebied: het EK voetbal; het Wimbledon tennistoernooi; de Tour de France en als hoofdgerecht de Olympische Spelen in Parijs. Kunnen we nog iets leren van al die sportactiviteiten?

Velen halen hun hart op aan de sport, maar er is zéker een kanttekening bij te maken. Er zit namelijk ook een bedenkelijke kant aan. Je signaleert dat er een element van verdwazing bij te bespeuren is. In bepaalde steden in Nederland kleuren wijken en straten oranje en dossen mensen zich uit in kleren van die kleur. Inderdaad heeft voetbal wel iets van een pseudoreligie met heuse ‘godenzonen’ in de vorm van voetballers die een zodanige status hebben dat mensen hen adoreren. Ik zou daar dit commentaar aan kunnen wijden, want die verdwazing neemt soms buitensporige vormen aan.

Discipline

Toch is dát niet het punt dat ik wil maken. Ik lees in de Schrift dat de apostel Paulus de atletiek gebruikt om iets onder de aandacht te brengen, dat heel waardevol is voor de gemeente van Christus. Hij houdt ons voor dat ons christen-zijn een sterke focus mag hebben. Paulus betoogt dat de navolging van Christus een wedloop is waarbij concentratie is vereist. Alles moet op alles worden gezet om die te volbrengen. Zoals een sporter dat doet, moet ook een christen zich disciplineren en zich allerlei beperkingen opleggen.

Een sporter heeft een strak trainingsprogramma, ontzegt zich allerlei geneugten, houdt zich aan een goed dag-en-nacht-ritme en focust zich op een ultieme sportprestatie op het juiste moment. Hij brengt ook op sociaal gebied offers. Zo kan hij niet deelnemen aan activiteiten als uitgaan of familiebezoek en ziet af van alcoholgebruik. Alles voor het ene doel: om te ‘pieken’ op het moment suprême en te gaan voor goud. Paulus benut deze sportmetafoor als voorbeeld voor de inzet en toewijding van een christen!

‘Zich in alles beheersen’

En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen’ (1Kor.9:25). Zelf heb ik het beeld voor mij van een atlete die de Nederlandse troefkaart is bij de Spelen in Parijs op de vierhonderd meter horden. Maar er zijn ook vele andere Nederlandse sporters die proberen daar een buitengewone prestatie te leveren. Zij hebben vele uren trainingsarbeid moeten verrichten en hun best gedaan om zich tot het uiterste te disciplineren. Maar Paulus stelt zich hier een christen voor ogen: die moet zichzelf ook beheersen! Aan zelftucht doen!

‘Ik oefen mijn lichaam op harde wijze’

Paulus werkt de metafoor van de sport verder uit: ‘Ik loop daarom niet zonder duidelijk doel en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla. Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.’ Het christenleven is een wedloop met allerlei horden die genomen moeten worden en dáár moet je voor getraind zijn!

Zelftucht

Je zou verwachten dat het pleidooi voor zelftucht of zelfbeheersing gevoerd wordt door mensen die te hoop lopen tegen de consumptiementaliteit die velen in West-Europa heeft bevangen. We hebben het dan over mensen die zich zouden moeten matigen vanwege hun (over)gewicht, vanwege hun geldbesteding of omdat ze te weinig doen aan lichaamsbeweging. Néé, zelfbeheersing is wel degelijk een christelijke deugd, zelfs één van de verbijzonderingen van de vrucht van de Geest zoals Paulus die noemt in Galaten 5:22. Paulus heeft het daar over de zelfbeheersing als uitwerking van het werk van de Geest in ons. Hij noemt dat als allerlaatste onderdeel van de negenvoudige vrucht van de Geest, maar het komt er bij hem beslist niet achteraan als het minst belangrijke. Het doet er echt toe!

Matigheid

Veel problemen ontstaan bij mensen door onmatigheid. Vandaar dat het Griekse woord voor zelfbeheersing ook wel wordt vertaald met matigheid. We horen daar het woord ‘maat’ in, maar daar zit vaak het probleem. We worden dan mateloos! Dan nemen wij onszelf niet in acht en doen dingen die niet goed voor ons zijn. Ook onze cultuur is mateloos (Kinneging). Paulus strijdt in de Galatenbrief  tegen concrete zonden die het tegendeel zijn van datgene wat God in ons wil bewerken. In het vers vóór Gal. 5:22 vinden we de wereldse onmatigheden die Paulus aan de kaak stelt. Hij noemt hoererij, onreinheid, losbandigheid en nog twaalf andere werken van het vlees. De gelovige, die leeft door de kracht van de Heilige Geest, zal niet het verlangen hebben om toe te willen geven aan deze onmatigheden. Hij zal zijn vreugde vinden in de zelfbeheersing (of zelftucht) die de Geest in hem uitwerkt.

Alle last en de zonde afleggen

Het Nieuwe Testament is er vol van dat een kind van God vanuit het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus mag leven in toewijding aan Hem. De genade gaat daarbij voorop, want niemand kan iets toedoen aan zijn of haar behoud. Degenen die gered zijn door het bloed van de Heere Jezus, mogen weten gelijkvormig gemaakt te worden aan het beeld van Christus. Het gaat niet zonder discipline en zelftucht. Het gaat niet zonder inspanning en onthouding. Het kost zweetdruppels.

Daarbij hebben wij ook te maken met de zuigkracht van de zonde. Die wil in de gebrokenheid van de schepping nog altijd zijn invloed laten gelden in ons leven. De schrijver van de Hebreeënbrief stelt de zonde van de traagheid van zijn lezers aan de kaak. Hij analyseert haarscherp de wortels daarvan: ‘u hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de zonde…’ (Hebr. 12:4).

Het is zeker niet ongepast om de Heere God te bidden dat Hij door Zijn Geest de vrucht van de zelfbeheersing in ons uitwerkt.


Gepubliceerd: 07-06-2024

Ook interessant

Scheppingsorde gaat over meer dan m/v

Tijdens mijn studie theologie leerde ik van mijn docent Ethiek: ‘De bedenker van een machine weet het beste hoe je deze moet

boek

Recensie: Sprookjesboek

René Erwich, hoogleraar praktische theologie, en Almatine Leene, predikant in de GKv, vatten een paar jaar geleden het plan op om de