Leestijd: 4 minuten
Er is in christelijke kring al veel gezegd en geschreven over de twee spraakmakende uitzendingen van Nieuwsuur over de vrijheid van onderwijs. Nieuwsuur komt in deze uitzendingen tot de conclusie dat in het reformatorisch en islamitisch onderwijs boodschappen worden uitgedragen die botsen met democratische waarden als gelijkheid en verdraagzaamheid. Deze week verdedigde CDA-lijsttrekker Henri Bontebal dat scholen van elkaar mogen verschillen in hun visie op homoseksualiteit. Het kwam hem op veel kritiek te staan, waardoor hij enkele dagen later zijn uitspraken nuanceerde.
Denkfouten
Bijbels Beraad M/V koos ervoor om mee te werken aan de uitzendingen van Nieuwsuur. We deden dat vanuit de overtuiging dat we een goede en gezonde Bijbelse boodschap uitdragen en dat we niets te verbergen hebben. Bovendien moeten we als christen bereid zijn om rekenschap te geven van de hoop die in ons is (1 Petr. 3: 15). De bejegening door de journalisten van Nieuwsuur was vriendelijk en correct. Het uiteindelijke resultaat is door ons echter met kromme tenen bekeken. Het is natuurlijk aan de journalistieke wijsheid van Nieuwsuur om het frame van de uitzendingen te bepalen. Terugkijkend naar de uitzendingen menen we dat Nieuwsuur enkele belangrijke denkfouten maakt die hun uiteindelijke uitzending in belangrijke mate hebben beïnvloed.
Geloof
De eerste denkfout die Nieuwsuur maakt is dat ze een tamelijk smal beeld hanteren van wat geloof is. Nieuwsuur lijkt religie te reduceren tot een stelsel van opvattingen en overtuigingen waarin je zelf gelooft en die je ook uitdraagt, in de kerk, de opvoeding, op school en in de samenleving. Wij merkten dit in de gesprekken die we hadden met de journalisten van Nieuwsuur, in het interview voor de camera en ook in meerdere verhelderingsvragen die daarna nog volgden per mail. Veel vragen van de journalisten gingen over: wat mag wel en wat mag niet, bijvoorbeeld over masturbatie of homoseksualiteit. De kern van het christelijk geloof is echter niet wat er wel of niet zou mogen en waar precies de grenzen liggen. Een christen draagt de Naam van Christus en mag door het geloof weten Zijn eigendom te zijn en wil zijn leven aan Hem wijden. Dat heeft vervolgens consequenties voor de concrete keuzes in je leven, omdat een christen Christus én Zijn geboden liefheeft (Joh. 14: 15).
Deze denkfout blijkt ook hieruit dat Nieuwsuur ergens in de uitzendingen een enkele zin citeert uit artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) over het weren van valse godsdiensten. De hele context van de NGB – met tal van artikelen over Wie God is, over hoe Hij Zich bekend maakt en over Zijn verlossende werk – blijft echter geheel buiten beeld. Nieuwsuur komt dan ook tot forse conclusies zónder de kern te vatten van wat het christelijk geloof werkelijk inhoudt. Hoewel dat teleurstelt moeten we hier als christenen niet al te verbaasd over zijn. Laat het ons des te meer aansporen om het goud van het christelijk geloof uit te dragen. Christen-zijn is niet primair het aanhangen van een bepaald gedachtengoed met een set van bijbehorende regels. Het is het volgen van een Persoon, Die de schoonste van alle mensenkinderen worden genoemd (Ps. 45:3), Die mensen redt (Luk. 19:10) en Die werkelijk leven en overvloed geeft (Joh. 10:10).
Neutraal
Een tweede denkfout die in de Nieuwsuur-uitzendingen naar voren komt is de suggestie dat onderwijs ‘neutraal’ zou moeten zijn. In de uitzendingen wordt bijvoorbeeld de islamtheoloog Abdullahi An-Na’im aan het woord gelaten. Hij pleit voor strikte neutraliteit in het onderwijs. Religie is privé, onderwijs zou neutraal moeten zijn. De werkelijkheid is echter dat élke school een bepaald mens- en wereldbeeld uitdraagt. Neutraliteit bestaat niet.
De democratische waarden – waarvan Nieuwsuur aangeeft dat ze in het geding zouden zijn – zijn evenmin neutraal. Wellicht omarmt een meerderheid van de inwoners van Nederland deze waarden, maar dat maakt ze nog niet neutraal. Het is niet zo vreemd dat het christelijk onderwijs doordrenkt is van Bijbelse waarden. Het zal evenzeer waar zijn dat een meerderheid van Nederland daar anders over denkt. Die verschillen zijn echter geen bedreiging, maar eerder een verrijking van het onderwijssysteem. Ze dagen uit tot nadenken en bereiden kinderen voor op een samenleving waarin niet iedereen hetzelfde denkt.
De uitzendingen van Nieuwsuur dragen helaas bij aan polarisatie. Het is maar zeer de vraag of Nieuwsuur er echt op uit was om te proeven wat reformatorische christenen drijft, wat ze geloven en wat het effect is van de wijze waarop het burgerschapsonderwijs op christelijke scholen wordt vormgegeven. Er wordt een valse tegenstelling gecreëerd tussen neutraliteit en religie, tussen wat objectief en wat subjectief zou zijn.
Democratie
De derde denkfout die Nieuwsuur lijkt te maken is dat ze een smal begrip hanteren van wat democratie inhoudt. In de Nieuwsuur-uitzendingen worden enkele waarden besproken (zoals gelijkheid en autonomie). Vervolgens wordt gesteld dat de wijze waarop daarmee wordt omgegaan in het christelijk en islamitische onderwijs, schuurt met de democratische rechtsstaat. Nieuwsuur gaat er echter aan voorbij dat de vrijheid van onderwijs juist onderdeel uitmaakt van die democratische rechtsstaat. Waarden mogen schuren, dat is eigen aan een democratie. Overigens stelt Nieuwsuur dat helder in de uitzendingen.
Toch blijft de kijker van de uitzendingen na de twee uitzendingen achter met het gevoel dat het toch wel bizar is dat men deze gedachten in Nederland nog mag uitdragen. Nieuwsuur draagt bij aan dat gevoel door een handvol deskundigen aan het woord te laten die kritisch of zelfs schamper zijn over de praktijk van het religieuze onderwijs. Deze deskundigheid wekt een schijn van objectiviteit, maar is in feite ook selectief. De uitzendingen hadden aan kracht en realiteitsgehalte gewonnen als Nieuwsuur ook andere deskundigen aan het woord had gelaten die duidelijk maakten dat de praktijk in het religieuze onderwijs juist niet problematisch en ondemocratisch is.
Verkiezingstijd
Het politieke debat in verkiezingstijd laat zien hoe gevoelig de thema’s van de Nieuwsuur-uitzendingen liggen. Henri Bontebal maakte maandag bij Nieuwsuur terecht het punt dat scholen in Nederland het onderwijs mogen inrichten naar Bijbelse waarden. Ja, dat schuurt met de waarden die een meerderheid van de samenleving aanhangt. Maar die spanning hoort bij een vrije samenleving. Als we die spanning zouden wegnemen ontstaat een soort totalitaire staat waarbij de meerderheid gaat bepalen wat de minderheid moet vinden. Het is te hopen dat het CDA de rug recht houdt en dat de grondwettelijke vrijheid van onderwijs de komende jaren bij het CDA in veilige handen is.
Spiegel
De uitzendingen van Nieuwsuur houden ons een spiegel voor. Misschien moeten we er niet al te verbaasd over zijn dat het Bijbelse denken in deze tijd vervreemding oproept in de wereld om ons heen. Laat dat een christen niet te snel in verdediging dringen. Het moet ons des te meer aansporen om te blijven uitdragen Wie de Heere is en dat Hij het waard is gediend te worden. Laat intussen de christelijke gemeente – en in het verlengde daarvan de christelijke school – een plaats zijn waar mensen ruimte ervaren om te spreken over de te spreken over de strijd die (bijvoorbeeld) een homoseksuele gerichtheid met zich meebrengt.
De denkfouten van Nieuwsuur
Er is in christelijke kring al veel gezegd en geschreven over de twee spraakmakende uitzendingen van Nieuwsuur over de vrijheid van onderwijs. Nieuwsuur komt in deze uitzendingen tot de conclusie dat in het reformatorisch en islamitisch onderwijs boodschappen worden uitgedragen die botsen met democratische waarden als gelijkheid en verdraagzaamheid. Deze week verdedigde CDA-lijsttrekker Henri Bontebal dat scholen van elkaar mogen verschillen in hun visie op homoseksualiteit. Het kwam hem op veel kritiek te staan, waardoor hij enkele dagen later zijn uitspraken nuanceerde.
Denkfouten
Bijbels Beraad M/V koos ervoor om mee te werken aan de uitzendingen van Nieuwsuur. We deden dat vanuit de overtuiging dat we een goede en gezonde Bijbelse boodschap uitdragen en dat we niets te verbergen hebben. Bovendien moeten we als christen bereid zijn om rekenschap te geven van de hoop die in ons is (1 Petr. 3: 15). De bejegening door de journalisten van Nieuwsuur was vriendelijk en correct. Het uiteindelijke resultaat is door ons echter met kromme tenen bekeken. Het is natuurlijk aan de journalistieke wijsheid van Nieuwsuur om het frame van de uitzendingen te bepalen. Terugkijkend naar de uitzendingen menen we dat Nieuwsuur enkele belangrijke denkfouten maakt die hun uiteindelijke uitzending in belangrijke mate hebben beïnvloed.
Geloof
De eerste denkfout die Nieuwsuur maakt is dat ze een tamelijk smal beeld hanteren van wat geloof is. Nieuwsuur lijkt religie te reduceren tot een stelsel van opvattingen en overtuigingen waarin je zelf gelooft en die je ook uitdraagt, in de kerk, de opvoeding, op school en in de samenleving. Wij merkten dit in de gesprekken die we hadden met de journalisten van Nieuwsuur, in het interview voor de camera en ook in meerdere verhelderingsvragen die daarna nog volgden per mail. Veel vragen van de journalisten gingen over: wat mag wel en wat mag niet, bijvoorbeeld over masturbatie of homoseksualiteit. De kern van het christelijk geloof is echter niet wat er wel of niet zou mogen en waar precies de grenzen liggen. Een christen draagt de Naam van Christus en mag door het geloof weten Zijn eigendom te zijn en wil zijn leven aan Hem wijden. Dat heeft vervolgens consequenties voor de concrete keuzes in je leven, omdat een christen Christus én Zijn geboden liefheeft (Joh. 14: 15).
Deze denkfout blijkt ook hieruit dat Nieuwsuur ergens in de uitzendingen een enkele zin citeert uit artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) over het weren van valse godsdiensten. De hele context van de NGB – met tal van artikelen over Wie God is, over hoe Hij Zich bekend maakt en over Zijn verlossende werk – blijft echter geheel buiten beeld. Nieuwsuur komt dan ook tot forse conclusies zónder de kern te vatten van wat het christelijk geloof werkelijk inhoudt. Hoewel dat teleurstelt moeten we hier als christenen niet al te verbaasd over zijn. Laat het ons des te meer aansporen om het goud van het christelijk geloof uit te dragen. Christen-zijn is niet primair het aanhangen van een bepaald gedachtengoed met een set van bijbehorende regels. Het is het volgen van een Persoon, Die de schoonste van alle mensenkinderen worden genoemd (Ps. 45:3), Die mensen redt (Luk. 19:10) en Die werkelijk leven en overvloed geeft (Joh. 10:10).
Neutraal
Een tweede denkfout die in de Nieuwsuur-uitzendingen naar voren komt is de suggestie dat onderwijs ‘neutraal’ zou moeten zijn. In de uitzendingen wordt bijvoorbeeld de islamtheoloog Abdullahi An-Na’im aan het woord gelaten. Hij pleit voor strikte neutraliteit in het onderwijs. Religie is privé, onderwijs zou neutraal moeten zijn. De werkelijkheid is echter dat élke school een bepaald mens- en wereldbeeld uitdraagt. Neutraliteit bestaat niet.
De democratische waarden – waarvan Nieuwsuur aangeeft dat ze in het geding zouden zijn – zijn evenmin neutraal. Wellicht omarmt een meerderheid van de inwoners van Nederland deze waarden, maar dat maakt ze nog niet neutraal. Het is niet zo vreemd dat het christelijk onderwijs doordrenkt is van Bijbelse waarden. Het zal evenzeer waar zijn dat een meerderheid van Nederland daar anders over denkt. Die verschillen zijn echter geen bedreiging, maar eerder een verrijking van het onderwijssysteem. Ze dagen uit tot nadenken en bereiden kinderen voor op een samenleving waarin niet iedereen hetzelfde denkt.
De uitzendingen van Nieuwsuur dragen helaas bij aan polarisatie. Het is maar zeer de vraag of Nieuwsuur er echt op uit was om te proeven wat reformatorische christenen drijft, wat ze geloven en wat het effect is van de wijze waarop het burgerschapsonderwijs op christelijke scholen wordt vormgegeven. Er wordt een valse tegenstelling gecreëerd tussen neutraliteit en religie, tussen wat objectief en wat subjectief zou zijn.
Democratie
De derde denkfout die Nieuwsuur lijkt te maken is dat ze een smal begrip hanteren van wat democratie inhoudt. In de Nieuwsuur-uitzendingen worden enkele waarden besproken (zoals gelijkheid en autonomie). Vervolgens wordt gesteld dat de wijze waarop daarmee wordt omgegaan in het christelijk en islamitische onderwijs, schuurt met de democratische rechtsstaat. Nieuwsuur gaat er echter aan voorbij dat de vrijheid van onderwijs juist onderdeel uitmaakt van die democratische rechtsstaat. Waarden mogen schuren, dat is eigen aan een democratie. Overigens stelt Nieuwsuur dat helder in de uitzendingen.
Toch blijft de kijker van de uitzendingen na de twee uitzendingen achter met het gevoel dat het toch wel bizar is dat men deze gedachten in Nederland nog mag uitdragen. Nieuwsuur draagt bij aan dat gevoel door een handvol deskundigen aan het woord te laten die kritisch of zelfs schamper zijn over de praktijk van het religieuze onderwijs. Deze deskundigheid wekt een schijn van objectiviteit, maar is in feite ook selectief. De uitzendingen hadden aan kracht en realiteitsgehalte gewonnen als Nieuwsuur ook andere deskundigen aan het woord had gelaten die duidelijk maakten dat de praktijk in het religieuze onderwijs juist niet problematisch en ondemocratisch is.
Verkiezingstijd
Het politieke debat in verkiezingstijd laat zien hoe gevoelig de thema’s van de Nieuwsuur-uitzendingen liggen. Henri Bontebal maakte maandag bij Nieuwsuur terecht het punt dat scholen in Nederland het onderwijs mogen inrichten naar Bijbelse waarden. Ja, dat schuurt met de waarden die een meerderheid van de samenleving aanhangt. Maar die spanning hoort bij een vrije samenleving. Als we die spanning zouden wegnemen ontstaat een soort totalitaire staat waarbij de meerderheid gaat bepalen wat de minderheid moet vinden. Het is te hopen dat het CDA de rug recht houdt en dat de grondwettelijke vrijheid van onderwijs de komende jaren bij het CDA in veilige handen is.
Spiegel
De uitzendingen van Nieuwsuur houden ons een spiegel voor. Misschien moeten we er niet al te verbaasd over zijn dat het Bijbelse denken in deze tijd vervreemding oproept in de wereld om ons heen. Laat dat een christen niet te snel in verdediging dringen. Het moet ons des te meer aansporen om te blijven uitdragen Wie de Heere is en dat Hij het waard is gediend te worden. Laat intussen de christelijke gemeente – en in het verlengde daarvan de christelijke school – een plaats zijn waar mensen ruimte ervaren om te spreken over de te spreken over de strijd die (bijvoorbeeld) een homoseksuele gerichtheid met zich meebrengt.
Erik-Jan Verbruggen
Ook interessant
Verplichte seksuele revolutie via duurzaamheidsagenda SDG
Bij Nederlandse overheids- en onderwijsinstellingen wapperen dit jaar de SDG-vlaggen. Een kritische doorlichting uit christelijk perspectief is op zijn plaats.
Doctrines en dogma’s: het dilemma van het Westen
Wat bepaalt de kracht of zwakte van een samenleving? Alle signalen wijzen erop dat we in verval zijn. Hoe is dat met
De moed om staande te blijven
De March for Life in Londen stuitte op veel tegenstand. Die tegenstand neemt toe. Zijn we moedig om staande te blijven?
Zelfbeheersing in een instant world
We leven in een wereld waar alles direct beschikbaar is – on demand. Hoe kunnen we oefenen in zelfbeheersing en discipline?
De zonde van een theoloog: Karl Barths overspel
Wat betekent het voor de theologie als een theoloog in zonde leeft? Karl Barths overspel laat ons hierover nadenken. Niet om hem
De denkfouten van Nieuwsuur
Geloven, belijden, lijden
De nasleep van de transgender hype
Engels onderzoek naar grooming gangs stroperig
Zet concrete stappen tegen de pornopandemie
Populaire artikelen
Wekelijkse nieuwsbrief ontvangen?
Bijeenkomsten
30 oktober 2025 / 30 oktober 2025
13 november 2025 / 13 november 2025
19 november 2025 / 19 november 2025
25 november 2025 / 25 november 2025
26 november 2025 / 26 oktober 2025