De verlovingstijd begint op het moment dat de man zijn aanstaande vrouw ten huwelijk vraagt. Voor sommigen is het ook het moment waarop de man toestemming aan zijn aanstaande schoonouders vraagt om te mogen trouwen. Anderen doen dit laatste al eerder, namelijk bij het aangaan van de relatie, en dat is beter. Wanneer je een relatie begint, doe je dit immers met de bedoeling om uiteindelijk te trouwen.
Het woord verloving klinkt misschien heel traditioneel, maar het heeft een diepe betekenis. Er is namelijk een sterke overeenkomst tussen onze verloving en de Bijbelse ondertrouw. De ondertrouw was een huwelijksbelofte, waarna de voorbereidingen voor de bruiloft begonnen. Zo is ook de verloving een moment om je met elkaar voor te gaan bereiden op het huwelijk. Het verschil tussen verloving en ondertrouw is dat het ja-woord bij de verloving nog niet gezien wordt als een eed. Het is een intentie.
Wanneer in de Bijbel gesproken wordt van ondertrouw, woont men nog niet bij elkaar en er vindt geen seksuele gemeenschap plaats. Pas bij het huwelijk verlaat de man zijn ouderlijk huis om zijn vrouw aan te hangen en tot één vlees met haar te zijn (Gen.2:24; Mat.19:5; Ef. 5:31).
Als je je gaat verloven, laat dit zien dat je het huwelijk heel serieus neemt. Nu kun je samen beginnen aan de voorbereidingen om te trouwen: een huis zoeken en bewoonbaar maken en de bruiloft regelen. Zo groei je samen toe naar het moment van het huwelijk. De verlovingsperiode hoeft niet lang te duren. Als de voorbereidingen gedaan zijn, is de tijd rijp om het huwelijk te voltrekken.
Het is trouwens wel goed om bij een verloving (opnieuw) afspraken te maken over je omgang met elkaar. Zo help je elkaar om rein naar het huwelijk toe te leven, juist in een periode waarin de lichamelijke aantrekkingskracht tot elkaar steeds sterker gevoeld wordt.